Hij stemde in Berlijn een kistorgel voor de Berliner Philharmoniker. In Vlissingen kreeg hij kortgeleden een compliment van Robert King van The King’s Consort. Niels Klop geniet van de contacten met musici. Samen met zijn vader Henk en acht collega’s bouwt hij orgels en klavecimbels voor klanten uit de hele wereld. Het bedrijf bestaat vijftig jaar.
Instrumenten van Klop staan niet alleen in tal van Nederlandse kerken, maar ook in New York, in Seoul en bijvoorbeeld in de Thomaskirche in Leipzig. Deze week kreeg het bedrijf de opdracht voor de bouw van een vijf stemmen tellend orgel in de kapel van het Brasenose College in het Engelse Oxford. Zo schat Henk Klop (55) dat er ruim 600 kistorgels de werkplaats in Garderen verlieten. Deze compacte orgels worden vooral gebruikt voor de concertpraktijk en in kerken. „Er is nog altijd vraag naar.” Niels (25): „Robert King zei onlangs: „Als ik in een kerk een orgel van Klop zie staan, dan weet ik dat het goed komt.” Henk: „Onze orderportefeuille blijft gelukkig goed gevuld.”
Er gaat geen orgel, klavecimbel of spinet de deur uit voordat Henk Klop de klank heeft beoordeeld. Hij neemt samen met zijn zoon Niels (25) de intonatie van de orgels op zich. De klankgeving van de klavecimbels en spinetten laat hij vrijwel volledig aan collega Vincent Vreeke over. Henk: „Op termijn zal Niels eindverantwoordelijk zijn voor de intonatie. Intoneren leer je door veel ervaring op te doen. En door zelf orgel en klavecimbel te spelen, want dan gaan details zoals een rafeltje in een toon je opvallen.”
Henk Klop nam in 1995 de leiding over van het bedrijf dat zijn vader Gerrit een halve eeuw geleden startte. Sinds 2014 werkt Niels mee in de zaak. Aanvankelijk bouwde zijn opa alleen klavecimbels en spinetten. Vanaf eind jaren zeventig kwamen daar kist-, huis- en kerkorgels bij. Naar eigen zeggen is Klop de enige orgelbouwer in de wereld die enkel houten orgelpijpen gebruikt.
Niels studeerde biomedische wetenschappen in Leiden en behaalde zijn bachelor. Tijdens de masterstudie werd hij ernstig ziek en moest hij zijn studie onderbreken. Hij ontdekte in die periode dat het vak van instrumentbouwer hem meer trok dan de biomedische wereld. „Ik geniet van het ambacht en van het feit dat je iets bouwt voor de muziekpraktijk.” Henk: „De gedachte aan het eindresultaat motiveert. Ik stapel houten planken met zorg op omdat ik weet dat ze voor klavecimbels worden gebruikt. Iemand die zich blindstaart op het zoveelste plankje dat hij voor een orgelpijp moet zagen, zal het niet lang bij ons uithouden.”
U blijft bij de keus voor houten orgelpijpen?
Henk: „Ja, houten pijpen hebben een enorme draagkracht. Dat is belangrijk voor een zingende gemeente. Daarnaast klinken orgels met houten pijpen beter in een akoestisch minder gunstige ruimte dan instrumenten met metalen orgelpijpen. Houten pijpen kun je terughoudend intoneren, terwijl het karakter intact blijft.” Niels: „Dat komt goed van pas bij huisorgels.”
Waarom kiezen mensen voor Klop?
Henk: „Ik denk vanwege de klank, de speelaard en de betrouwbaarheid van de instrumenten.” Niels: „We kunnen een instrument vlot leveren. Wie nu een kistorgel bestelt, heeft dat begin volgend jaar in huis. In Chicago waren we samen met een Amerikaanse orgelbouwer in de race voor het bouwen van een huisorgel. De levertijd van de collega bleek drie keer zo langs als de onze. Misschien speelde dit mee om ons de opdracht te gunnen.”
Hoe probeert u jongeren voor orgels en klavecimbels te interesseren?
Niels: „We doen in september mee aan de Nationale Orgeldag. We nodigen regelmatig conservatoriumstudenten uit om in Garderen een concert te geven.” Henk: „We hebben plannen om onze toonzaal ter beschikking te stellen aan een muziekdocent, zodat leerlingen uit deze regio dicht bij huis les kunnen krijgen. Wij zorgen voor een orgel en een klavecimbel.”
Zijn er nog uitdagingen?
Henk: „Instrumenten uit de renaissance en de barok vormen onze inspiratiebron. Toch zouden we graag eens een opdracht krijgen om een romantisch instrument te bouwen, met strijkers van hout.”
Niels: „De Belg Bart Naessens heeft promotieonderzoek gedaan naar het gebruik van het claviorganum. Dit is een combinatie van een klavecimbel en een orgel, bespeelbaar vanaf hetzelfde klavier. Wij zijn benieuwd naar Naessens’ bevindingen en zijn van plan zo’n claviorganum te bouwen.”
Jubileumconcert
Klavecimbel- en orgelbouwer Klop in Garderen bestaat vijftig jaar. Aanvankelijk bouwde Klop vooral klavecimbels, tegenwoordig vormen orgels (90 procent) de hoofdmoot. Hoeveel instrumenten de afgelopen decennia de werkplaats verlieten, kan Henk Klop niet exact aangeven. Hij schat ruim 600 kistorgels, een kleine 100 huisorgels, zo’n 20 kerkorgels en honderden klavecimbels en spinetten. De grootste orgels staan in Duisburg en Ridderkerk en tellen beide 25 stemmen.
Op 4 maart verzorgen vader en zoon Jan en David Jansen een jubileumconcert in kerkelijk centrum Bethabara in Voorthuizen. Ze spelen werk van Bach, Couperin, Mozart en Haselböck.
Blij met instrument van Klop
Eibert Leusink uit Elburg, huispijporgel Klop: Eibert Leusink (50) bezit sinds 2003 een tweeklaviers huispijporgel van Klop, dat twaalf stemmen telt. „Waarom de keus op Klop viel? Hun orgels zijn goedkoper dan die van collega’s en compact gebouwd. Omdat Klop alleen houten pijpen gebruikt, is de klank milder en intiemer dan die van een orgel met metalen pijpen. Ik speel dagelijks met veel plezier op mijn orgel. Als ik een holpijp of een prestant trek, hoor ik échte orgelklanken. Dat verveelt nooit. Elke stem heeft een eigen karakter. Het orgel verrast mij nog regelmatig.”
Jan Kleinbussink uit Schalkhaar, klavecimbel Klop: Oudemuziekspecialist Jan Kleinbussink (68) bezit sinds 1981 een tweeklaviers klavecimbel van Klop. „Samen met Gerrit Klop heb ik destijds een week in Schotland gebivakkeerd om een 17e-eeuws Dulckenklavecimbel op te meten. Mijn klavecimbel is een kopie ervan. Het heeft een dubbele gebogen rand. Klop heeft maar twee van dergelijke instrumenten gebouwd. Een klavecimbel kan soms wat metalig klinken, gelukkig bezit mijn instrument een opvallend vocale klank. Ik ben overigens nog altijd aan het experimenteren met de klank.”
Arjen Leistra uit Schiedam, kistorgel Klop: Organist Arjen Leistra (42) heeft sinds 2006 een kistorgel van Klop. „Het is zangerig én groot van toon, warm van karakter en draagkrachtig. Het valt absoluut niet weg in een orkest. De speelaard is prettig en het instrument is solide en compact gebouwd. Met vijf stemmen is het het grootst mogelijke kleine orgel. Ik kan het nog in mijn eentje vervoeren. Ik verhuur mijzelf met het instrument voor uitvoeringen van passionen en cantates. Dankzij de Nasard 2 2/3’, Octaaf 2’ en de Terts 1 3/5’ is het ook goed bruikbaar in orgelconcerten van Händel en Mozart.”