Biografie: Ethicus A. Troost wilde een confessioneel geluid laten horen in een afbrokkelende zuil
Ethicus en predikant Andree Troost wilde een confessioneel gereformeerd geluid laten horen in een afbrokkelende gereformeerde zuil. Dat werd hem niet altijd in dank afgenomen.
Dat de wieg van Andree Troost in Zaltbommel zou staan, was niet van tevoren bedacht. De latere hoogleraar kwam er op 24 oktober 1916 ter wereld aan boord van het binnenvaartschip van zijn ouders. Dat lag die dag net in Zaltbommel. Van het varende leven kreeg Troost overigens weinig mee. Zijn ouders bouwden een bestaan aan de wal op, nadat het schip tijdens een storm bijna was vergaan. Vader werd kolenhandelaar in Gorinchem. Daar groeide Andree op en bezocht hij het gymnasium.
Troost studeerde in Kampen aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken. In 1945 sloot hij zich aan bij de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Op 3 november 1946 werd hij bevestigd tot predikant in Vleuten-De Meern. Langer dan vijf jaar hielden Troost en het overgrote deel van zijn gemeente het niet uit bij de vrijgemaakten. De beweging van de doorgaande reformatie, die zich uitte in het oprichten van eigen, vrijgemaakte scholen en organisaties, stond hem tegen. In 1951 keerde Troost met een deel van zijn gemeente terug naar de Gereformeerde Kerken. Na Vleuten-De Meern werd Troost predikant in Beetgum (1951), Kootwijk (1955) en Rotterdam (1958, studentenpastor).
Troost promoveerde in 1958 aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, bij prof. dr. R. Schippers. In zijn proefschrift ”Casuïstiek en situatie-ethiek. Een methodologische terreinverkenning”, toonde hij zich een volgeling van de wijsbegeerte der wetsidee –ook wel de reformatorische wijsbegeerte genoemd– van H. Dooyeweerd en D. H. Th. Vollenhoven.
In 1964 werd Troost benoemd tot buitengewoon hoogleraar sociale ethiek aan de VU. Deze leerstoel werd in 1967 omgezet in de leerstoel wijsgerige ethiek. Van 1971 tot 1974 was hij tevens bijzonder hoogleraar calvinistische wijsbegeerte aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam, de huidige Erasmus Universiteit. Ook doceerde hij filosofie aan het Nederlands Gereformeerd Seminarie.
Redenerend vanuit de reformatorische wijsbegeerte spande Troost zich in voor het geven van een christelijke totaalvisie op schepping en wetenschap. Rond 1974 werd hem dat door een deel van de VU-studenten niet in dank afgenomen. Wijsgerige vorming, gegeven door Troost, was indertijd een verplicht vak voor alle eerstejaars. Een aantal studenten boycotte Troost, omdat ze diens christelijke visie eenzijdig en onverdraagzaam vonden.
Op het hoogtepunt van het conflict, eind 1976, weigerde Troost colleges te geven. Hij stelde dat de studenten met hun marxistische opvattingen hem het werken onmogelijk maakten. Hoewel het vak sociale ethiek in 1977 terugkeerde, verdween het in 1983 definitief, na een stelselwijziging in het hoger onderwijs. Een jaar later ging Troost met emeritaat.
Troost bleef tot op hoge leeftijd publiceren. In 2004 verscheen ”Vakfilosofie van de geloofswetenschap”, een jaar later gevolgd door ”Antropocentrische totaliteitswetenschap”. Andree Troost overleed op 19 maart 2008 in Meerkerk. Hij werd 91 jaar.