Kerkbalans: het zijn vooral de noodklokken die luiden
Om twaalf uur zaterdagmiddag luiden ze de actie Kerkbalans letterlijk in. In tal van steden en dorpen hangen bekende Nederlanders in kerken aan het klokkentouw om mensen duidelijk te maken dat de grootste jaarlijkse geldwervingsactie van ons land is gestart. Helaas luidt in nogal wat gemeenten de noodklok.
Nederlanders zijn gulle gevers. Tientallen organisaties draaien al jaren op giften. En landelijke acties kunnen steevast rekenen op inkomsten van zeven cijfers of nog veel meer.
De organisatoren van Kerkbalans, de jaarlijkse geldwervingsactie van de Rooms-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland, de Oud-Katholieke Kerk, de Doopsgezinde Sociëteit en de Remonstrantse Broederschap, kunnen niet anders dan minzaam glimlachen om de bedragen die bij die landelijke acties worden opgehaald. Kerkbalans, dat sinds 1973 wordt georganiseerd, haalt ieder jaar tussen de 200 en 250 miljoen euro op. En is daarmee de grootste geldwervingscampagne in het land. Maar wel eentje met de minste media-aandacht. Vandaar dat Kerkbalans er dit jaar voor gekozen heeft de actie luid en duidelijk in te luiden.
Veel mensen zullen vandaag misschien de klok wel horen luiden, terwijl ze toch niet precies weten waar de klepel hangt. Daar zullen mensen bij zijn die lid zijn van een kerkgenootschap dat niet meedoet aan Kerkbalans (zie kader ”Geldinzameling in de HHK, CGK en GG”).
Neergang
Kerkbalans is de actie van de grote getallen. In totaal tellen de kerken die aan de actie meedoen zo’n 5,9 miljoen leden. In die kerken zitten iedere zondag honderdduizenden kerkgangers. De plaatselijke gemeenten tellen ook honderdduizenden vrijwilligers en duizenden mensen zijn tijdens Kerkbalans onderweg om de enveloppen en informatiefolders te verspreiden onder de gemeenteleden.
Ondanks dat de secularisatie doorzette en vooral de Rooms-Katholieke kerk en de Protestantse Kerk ieder jaar tienduizenden leden verloren, bleven de inkomsten van Kerkbalans jaarlijks stijgen. Steeds minder mensen gaven steeds weer meer.
Tot enkele jaren terug de neergang in absolute getallen inzette. Het omslagpunt lijkt bereikt ondanks dat gemeenten steeds creatiever worden in het aanboren van manieren om het werk van de kerk bij leden en randkerkelijken onder de aandacht te brengen. Ook in veel orthodoxe gemeenten in de Protestante Kerk lopen de inkomsten terug. Met alle gevolgen van dien.
Niet zelden spatten dan ook de tobberige teksten van het papier van de informatiefolders die gemeenten verstrekken aan de leden tijdens de actie Kerkbalans. Er wordt breed uitgemeten dat de verwachte tekorten ertoe leiden dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn. Kerkgebouwen moeten worden afgestoten, predikantsplaatsen opgeheven. De boodschap is duidelijk: het water staat nogal wat colleges van kerkrentmeesters aan de lippen.
Andere gemeenten vragen de predikant de zondag voorafgaand aan de actie Kerkbalans in de preek speciale aandacht te besteden aan het geefpatroon van de leden. De kerk, het geloof, mag immers wat kosten. Natuurlijk de centrale boodschap van de Bijbel is genade, maar als er geen geld meer is, dan houdt de kerk op te bestaan.
En ze hebben gelijk.
Mobieltje
Toch zijn specialisten, die gemeenten adviseren over de manier waarop aan geldwerving kan worden gedaan, eensgezind in hun conclusie dat deze houding het recept is om de inkomsten te verminderen in plaats van te vermeerderen.
Zo horen alleen de trouwe kerkgangers, die over het algemeen een zeer solide en gul geefpatroon hebben, de preek van de dominee. En jongeren die het geven niet geleerd hebben van hun ouders, raken niet overstuur van zo’n preek. Ze komen al iedere maand geld tekort om de kosten van hun mobieltje te kunnen betalen, dus de kerk moet maar even wachten.
Advies
Kerkbalansspecialisten denken dat het ook anders kan en geven kerkrentmeesters graag advies.
Zo moet een informatiefolder over de financiële toestand van de kerkelijke gemeente positief zijn en niet beginnen met het opsommen van tekorten. Maak duidelijk wat de gemeente allemaal doet in plaats van wat er straks niet meer kan.
De begroting kan voor een doorsnee gemeentelid een cijferbrij zijn. Maak daarom de begroting inzichtelijk door haar in onderdelen op te knippen. En bied de mogelijkheid dat mensen onderdelen van die begroting sponsoren. De een sponsort het budget dat nodig is voor een jongerenwerker, terwijl een ander graag een paar pijpen van het kerkorgel dat gerestaureerd moet worden, adopteert.
Positieve informatie mag nooit oneerlijk zijn. Gemeenteleden hebben er recht op te weten hoe het er financieel voorstaat. Maar het is beter om dat toe te lichten op een gemeenteavond dan in een folder die breed verspreid wordt.
Als er persoonlijke brieven verspreid worden, moeten die ook persoonlijk geadresseerd zijn. Schrijf nooit een mevrouw aan met „Geachte heer”. En zorg dat randkerkelijken uit de brief niet de indruk krijgen dat het de kerk alleen maar gaat om geld. Geld is een middel om dingen te kunnen doen, maar het is nooit een doel.
Manipulatie
Hoe hoog de nood in de kerkelijke gemeente ook gestegen is: nooit mogen kerkrentmeesters, kerkenraden en predikanten overgaan op –impliciete– geestelijke manipulatie. Iemand die weinig verdient en amper rond kan komen, is geen minder gemeentelid omdat hij of zij geen groot bedrag aan de actie Kerkbalans kan overmaken. En genade moet genade blijven. De kerk kan niet zonder geld, maar het woordje geld mag nooit aan het woord geloof worden vastgeklonken. Want een geldgeloof is geen geloof.
Jongeren en Kerkbalans
m Opvoeding tot geven is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid voor de ouders.
m Ouders kunnen zelf het goede voorbeeld geven door hun kinderen duidelijk te maken dat ze aan het begin van de maand geld opzijzetten voor giften, zodat ze niet aan het einde van de maand tot de ontdekking komen dat er geen geld meer is om weg te geven.
m Kinderen moeten leren wat voor een ander over te hebben, maar ze mogen ook voor iets moois voor zichzelf sparen. Dwing kinderen daarom niet om voor een hulpactie hun hele spaarpot om te keren. Verdubbel liever het bedrag dat zoon of dochter aan zo’n actie geeft.
m Maak jongeren duidelijk dat geven iets moois is, niet iets wat moet.
m Probeer als kerk niet op te hippe manieren jongeren te bereiken. Jongeren vinden whatsappjes met vrolijke emoticons van de kerkelijke gemeente eerder raar dan cool. Met een ouderwetse brief via de post onderscheidt de kerk zich van de rest.
m Betrek jongeren eventueel bij het opstellen van een specifieke folder voor de jeugd.
m Als je jongeren wilt bereiken, zorg dan dat er kleine posten in de begroting zijn opgenomen die te maken hebben met jongeren en waaraan ze specifiek kunnen doneren.
m Schep mogelijkheden voor groepsacties. Jongeren willen graag in een groep met fondswerving bezig zijn en geven niet snel in hun eentje aan de kerk.
m Voor jongeren geldt nog meer dan voor ouderen dat ze een hekel hebben aan tobberigheid. Wees positief, maar wel eerlijk. Jongeren begrijpen heel goed dat de kerk geld nodig heeft.
Geldwerving in de HHK, CGK en GG
tekst Reinald Molenaar
Hoe komen kerken die niet meedoen aan de actie Kerkbalans aan hun inkomsten? Een rondje langs de Hersteld Hervormde Kerk (HHK), de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) en de Gereformeerde Gemeenten (GG).
Hersteld Hervormde Kerk
De HHK voert geen landelijke geldwervingsactie, vertelt Martien Janssen van het kerkelijk bureau. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de werving van hun inkomsten. De methoden waarop zij hun geld werven verschillen. „Sommige gemeenten hebben voor de actie kerkelijke bijdrage de methode van de actie Kerkbalans overgenomen vanuit de situatie in de Nederlandse Hervormde Kerk. Andere gemeenten zamelen geld in door een acceptgiro te sturen naar hun leden. Verder komt er natuurlijk geld binnen door de collecten die gehouden worden en door vrije giften. Op bid- en dankdagen zien we in veel gemeenten een extra hoge opbrengst van de collecten.”
Plaatselijke gemeenten in de HHK dragen verder een zogeheten omslagsbijdrage af naar het landelijke kerkverband. Het gaat om 14 euro per belijdend lid en 7 euro per dooplid. Uit deze inkomsten, in combinatie met de specifieke landelijke collecten voor deze doelen, betaalt de landelijke kerk de predikantsopleiding, het landelijke jeugdwerk en het landelijke kerkelijk bureau. Ook krijgen noodlijdende gemeenten financiële steun uit deze inkomsten.
Christelijke Gereformeerde Kerken
Jos van den Berg, manager van het dienstenbureau van de CGK, laat weten dat de Christelijke Gereformeerde Kerken geen landelijke jaarlijkse geldwervingsactie kennen die met de actie Kerkbalans te vergelijken is. „Iedere lokale kerk heeft hiervoor een eigen aanpak. Over het algemeen worden de inkomsten van de lokale kerken gevormd door collecteopbrengsten en vrijwillige bijdragen.
De vrijwillige bijdragen zijn echt vrijwillig en er is meestal geen vast moment om daar aandacht aan te geven. Wel is het zo dat veel lokale kerken graag vooraf willen weten waar ze op kunnen rekenen. Om die reden stimuleren veel lokale kerken dat vrijwillige bijdragen op vaste incassomomenten binnenkomen, maar dit verschilt per kerk.”
Ook binnen de CGK dragen lokale gemeenten jaarlijks een vast bedrag per lid af aan organen binnen het kerkverband. „De ruim 180 christelijke gereformeerde kerken vormen samen een kerkverband. In dat kerkverband worden gemeenschappelijke dingen geregeld, zoals de pensioenvoorziening voor predikanten, de theologische universiteit, de organisatie van het werk van zending, diaconaat en evangelisatie, het jeugdwerk, en nog veel meer. Landelijke commissies, deputaatschappen, houden zich daarmee bezig. Al dat werk kost geld. De penningmeesters van de plaatselijke kerken dragen daarom jaarlijks een vast bedrag af: 64,45 euro per (doop)lid.”
Gereformeerde Gemeenten
Ook de Gereformeerde Gemeenten houden geen jaarlijkse landelijke inzamelingsactie. Bart Drost, directeur van het bureau voor kerkelijke dienstverlening, legt uit dat er verschillende inkomstenstromen zijn. „De belangrijkste stroom komt uit de wekelijkse collecten. Verder komen er bij gemeenten giften binnen. Ook denk ik dat er wel gemeenten zijn die hun leden een acceptgiro sturen, maar daar kan ik geen voorbeelden van noemen.”
De gemeenten zijn vrij in wat zij doen met hun inkomsten, vervolgt Drost. Ze zijn autonoom. Synodaal zijn echter voor diverse deputaatschappen wel richtbedragen vastgesteld die de gemeenten zouden moeten afdragen. „Maar we kunnen gemeenten niet dwingen.”
Drost constateert dat alle gemeenten collecten afdragen naar de diverse deputaatschappen. „Maar er wordt wel verschillend omgegaan met de richtbedragen.”