Zo’n 30.000 ongeboren levens staan jaarlijks op het spel. Er is daarom alle reden om mee te doen aan de Mars voor het Leven, betoogt Wilmar Karels.
Zaterdag vindt in Den Haag de 23e Mars voor het Leven plaats. De massale toestroom zoals we die zien op onder ons bekende beurzen en familiedagen blijft helaas (nog) uit. Er zijn echter goede redenen om bij deze Mars voor het Leven aanwezig te zijn:
Allereerst, de strijd voor het leven is hoogst actueel. Hoewel de Wet afbreking zwangerschap (WAFZ) al sinds 1984 van kracht is in Nederland, is de Mars voor het Leven bepaald geen achterhoedegevecht. Alleen al de noodzakelijke politiebescherming en tegendemonstraties leggen bloot dat het hier om een actuele strijd gaat. De engel van de dood weet waar de fronten liggen en stuurt zijn strijders erop af; dit is een van die fronten!
Abortuspil
Er zijn ten minste drie verdergaande actuele ontwikkelingen rondom het ongeboren leven die de Mars voor het Leven relevant maken.
1. De actie ”Anders, niet minder” van het Platform Zorg voor Leven is gericht tegen de standaardinvoering van de NIPT (non-Iinvasieve prenatale test) in de zwangerenzorg. Met deze NIPT wordt de drempel voor prenatale diagnostiek beduidend lager. Op zich is dit niet erg, ware het niet dat in 90 procent van de gevallen abortus plaatsvindt als het kind het syndroom van Down blijkt te hebben.
2. Minder bekend, maar niet minder actueel is dat er veel stemmen opgaan om de huisarts de abortuspil Sunmedabon te laten voorschrijven (Medisch Contact, 2 april 2015). Hiermee is afbreking van de zwangerschap tot negen weken (!) mogelijk. Dat gaat heel gemakkelijk via de eigen huisarts. Minister Schippers heeft zich bereid getoond om een eventueel voorstel van de beroepsgroep te verwerken in de WAFZ.
3. Onlangs sprak ik met een hoogleraar klinische genetica. Deze verdedigde expliciet het recht van ouders om op een kind met een gespleten gehemelte abortus te laten plegen. Kortom, waakzaamheid blijft geboden!
Onthutsend
De strijd tegen abortus is volgens sommigen vooral een gebedszaak. Dat klopt, getuige alleen al het boek ”Ongepland” van Abby Johnson, voormalig directeur van een abortuskliniek in de VS. Laat het gebed tegen abortus daadwerkelijk de praktijk betreffen. Naast het bidden zal dan ook het werken gestalte krijgen.
Onthutsend is een uitspraak van abortusarts Gomperts (Women on Waves): „Goedbeschouwd is er zelfs helemaal geen abortuswet nodig. We kunnen abortus zien als een gewone medische ingreep waarvoor normale medische richtlijnen gelden” (Medisch Contact, 26 maart 2015). Hieruit blijkt dat het besef van de waarde van het embryo bij sommigen volkomen afwezig is. Vele jongeren groeien op zonder besef van de beschermwaardigheid van het leven. De morele ijkpunten ontbreken. In dit kader vervult de Mars voor het Leven een duidelijke (morele) signaalfunctie voor zowel zorgverleners als maatschappij.
Abortus is een fysiek gezondheidsrisico voor de vrouw. Ook kan abortus psychosociaal lijden voor de vrouw teweegbrengen (zie bijvoorbeeld het boek ”Leven na abortus” van de Stichting Schreeuw om Leven). Juist de getuigenissen van ‘ervaringsdeskundigen’ kunnen gelden als waarschuwing dan wel als bemoediging voor vrouwen die worstelen met een ongewenste zwangerschap.
Ten slotte, zoals betoogd is het uiterst actueel en relevant om te ageren tegen abortus. Zo’n 30.000 ongeboren levens staan jaarlijks op het spel. Wat zou het mooi zijn als velen zich niet door de agenda of het weer laten weerhouden om zaterdag naar Den Haag af te reizen. Daar kunnen ze tijdens de Mars voor het Leven in saamhorigheid laten zien dat (ongeboren) leven het waard is om beschermd te worden.
De auteur is huisarts in opleiding en voorzitter van de NPV-afdeling Nederlek/Ouderkerk aan den IJssel.