EU-landen zien ‘slimme’ supernetwerken vooral als bedreiging
DEN HAAG. De grootschalige inzet van duurzame energie maakt het noodzakelijk om de nationale energienetten in Europa aan elkaar te knopen. Maar daar staan de EU-landen niet om te springen, zo bleek vrijdag op het symposium van de Vereniging voor Zonnekrachtcentrales in Den Haag.
Duurzame energie is elektrische energie. Volgens vicevoorzitter Marta Navarrete van Friends of the Supergrid, een internationale lobbyvereniging van aannemingsbedrijven en kabelfabrikanten, heeft de omschakeling naar elektriciteit al volop plaats. „Neem bijvoorbeeld de opkomst van de elektrische auto.”
De Spaanse lobbyiste ziet mogelijkheden te over om de energie in Europa duurzaam op te wekken. „Bijvoorbeeld met windmolenparken op de Noordzee, zonnekrachtcentrales in Zuid-Europa en waterkrachtcentrales in Noorwegen. Daarmee maken we onze afhankelijkheid van Russisch gas een stuk kleiner.”
Onmisbaar
Doordat energie in de toekomst decentraal wordt opgewekt, zijn er ‘slimme’ elektriciteitsnetwerken noodzakelijk. „Woningen krijgen straks mininetwerken, de zogeheten microgrids; stadswijken en dorpen smart grids; en landen zullen met elkaar worden verbonden door supergrids.”
Een groot probleem is dat de nationale regeringen dergelijke ‘slimme’ supernetwerken vooral als bedreiging zien. „Zo kampte België afgelopen winter met een acuut energiegebrek doordat enkele kerncentrales waren uitgevallen. De oplossing lag om de hoek: ze konden eenvoudig een kabel aanleggen naar de gascentrale in Maasbracht, 8 kilometer verderop. Dat deden de Belgen niet; ze meenden dat ze dan te afhankelijk zouden worden van Nederland”, aldus Navarrete.
„Er is veel nationaliteit en weinig rationaliteit in de EU”, constateert D66-Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy. „Polen is bijvoorbeeld voor 65 procent afhankelijk van steenkool. Op de exploitatie draait het elk jaar 2 miljard euro verlies. Frankrijk vindt het niet leuk dat er veel goedkope duurzame energie uit Spanje komt. Dat bedreigt zijn nucleaire industrie.”
Ook Nederland heeft boter op het hoofd, vervolgt Gerbrandy. „We kunnen investeren in rendabele zonnekrachtcentrales in Griekenland. Nee, nee, zegt de Tweede Kamer, we moeten elke cent die we steken in duurzame energie in Nederland investeren.”
Harmonisatie
Europa kent momenteel 21 energie-unie’s. Daardoor duurt het te lang voordat er iets van de grond komt, stelt Navarrete. „Er is meer harmonisatie nodig tussen de EU-landen. Willen we in de EU meer duurzame energie, dan is daar consistent EU-beleid voor nodig.”
Pier Vellinga, hoogleraar klimaatverandering aan Wageningen University, ziet de investeringen in aardolie, gas en steenkool momenteel afnemen. Die in duurzame energie groeien daarentegen de laatste jaren. „Wereldwijd is duurzame energie al goedkoper dan fossiele brandstof.”
Gerbrandy refereert aan een recent bezoek van Saudische prinsen aan Europa. „Zij denken nog steeds dat ze de wereld regeren met hun olie en gas, maar die gedachte kan weleens verkeerd uitpakken. Verschillende grote banken sorteren er al op voor dat aandelen in de oliesector straks onverkoopbaar zijn. Als die al gaan schuiven, zal de omschakeling naar duurzame energie alleen maar sneller plaatshebben.”
De tijd dringt, betoogt Navarrete. Maar ze ziet ook positieve ontwikkelingen, zoals het ”EU Flagship Project”, windparken in de Noordzee waaraan het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, België, Nederland en Duitsland met een supergrid aan elkaar zijn gekoppeld. „Dit is een voorbeeld van samenwerking dat zo kan worden gekopieerd naar de rest van Europa.”