Binnenland

”Stoptober” helpt rokers van verwoestende gewoonte af te komen

Stoppen! Nu! De actie ”Stoptober” stimuleert rokers hun lichaamsverwoestende gewoonte na te laten. „Samen stoppen, samen sterk.”

L. Vogelaar

17 October 2015 17:20Gewijzigd op 15 November 2020 22:39
Peter Sneep. beeld RD, Anton Dommerholt
Peter Sneep. beeld RD, Anton Dommerholt

Stoptober komt uit Engeland. Daar is in 2012 voor het eerst een campagne gevoerd om rokers vier weken een leven zonder sigaretten te laten ervaren. Vier weken blijkt genoeg om de positieve effecten van stoppen met roken duidelijk te maken. Bovendien zijn de ergste ontwenningsverschijnselen dan achter de rug.

Vorig jaar werd Stoptober in Nederland gelanceerd door het Longfonds, de Hartstichting, KWF Kankerbestrijding, het ministerie van VWS, de Alliantie Nederland Rookvrij!, het Trimbos-instituut –dat onderzoek doet naar verslaving– en GGD GHOR Nederland (gezondheidsdiensten). Volgens de initiatief­nemers was het een groot succes.

Dit jaar schreven meer dan 50.000 deelnemers zich in. Via een gratis app, e-mail, Facebook, Twitter en radio- en televisiespotjes worden ze aangevuurd vol te houden. De Stoptober-camper rijdt door Nederland om de actie te promoten. Die massale ondersteuning werkt „geweldig goed. Nodig vrienden uit om ook mee te doen of vraag ze om jou te ondersteunen.” Wie 28 dagen niet rookt, is succesvol, is de boodschap van Stoptober.

Nieuw dit jaar is de mogelijkheid om als bedrijf mee te doen. Stoppen met roken heeft nu eenmaal een positieve invloed op de inzetbaarheid, produc­tiviteit en vitaliteit van werknemers, en kan het ziekteverzuim terugdringen.

De initiatiefnemers brengen nicotine­vervangende middelen en medicijnen onder de aandacht „die stoppen nét wat makkelijker maken.” De website stoptober.nl levert adressen waar rokers voor hulp terecht­kunnen én verhalen van deelnemers die met succes probeerden van hun verslaving af te komen.

De actie is in volle gang, maar deelnemers kunnen zich nog steeds inschrijven: beginnen met stoppen kan natuurlijk altijd. Voor de volhouders is er de website alledagen­nietroken.nl.

www.stoptober.nlwww.alledagennietroken.nl


Longen verwoest; steeds minder energie

Peter Sneep rookte twintig jaar. Nu heeft hij COPD –rek uit de longen–, een ziekte die nooit meer weggaat. „Ik ben stom geweest. Maar als ik andere rokers waarschuw, luisteren ze niet.”

Láchen moest Sneep tijdens een gesprek met zijn vriendin. Maar lachen ging eigenlijk altijd over in hevig hoesten. „Kijk, zo ziet dat eruit”, zei Sneep na weer zo’n hoestbui. Het was niet erg smakelijk om te zien: „Slijm met zwarte puntjes. Mijn vriendin vond het erg. Dat was voor mij reden om kort daarna met het roken te stoppen.” Dat was op 7 januari 2004. Sneep was toen 41.

Roken had hij in de brugklas een paar maanden gedaan. „Uit stoerheid, om mee te doen.” Hij begon pas echt te dampen toen hij 20 was. „Tijdens een kerstdiner zat ik bij een meisje aan tafel dat rookte. Ik vroeg haar een sigaret; dat leek me gezellig. Zo is het begonnen. Tijdens de hele periode dat ik rookte, was het eerste trekje lekker, maar de rest van de sigaret eigenlijk niet. Maar je maakt hem op, want weggooien doe je niet.”

Sneep zat op de pedagogische academie. Later was hij journalist bij het Nederlands Dagblad, nu werkt hij bij de Reformatorische Omroep. Daarnaast is hij sinds tien­tallen jaren organist in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.

Hij rookte „best veel.” Er werd begin jaren tachtig meer gerookt dan nu, „maar er was al veel tegenstand. Waarschuwingen klonken er volop, maar als je verslaafd bent, leg je die naast je neer. Ik wilde een week doen met een pakje shag, maar ik was altijd na twee of drie dagen aan een nieuw pakje toe. Dat kostte niet veel geld, en verder leefde ik vrij sober.”

Tabaksdode

In 2003 kreeg hij verkering. De reactie van zijn vriendin werd aanleiding om te stoppen; radicaal. „De liefde gaf de doorslag.”

Het was lang niet de eerste poging. „De waarschuwingen op de tabaksverpakking, de antirookcampagnes: iedereen wéét hoe slecht het is. Andere mensen waarschuwden me, maar als je verslaafd bent, negeer je alles. Toen voormalig CDA-leider Heerma overleed, las ik dat hij zich dood gerookt had. Een tabaksdode, werd hij genoemd – wat een raar woord eigenlijk. Ik nam het voor kennisgeving aan: dit zal mij niet gebeuren.

Als de onrust echter de overhand nam, probeerde ik te stoppen. Een paar weken, een paar maanden, maar dan begon ik toch weer. Na elke mislukking is de volgende poging moeilijker; dat hoor ik van anderen ook. Deze keer was ik vastbesloten. En dan geeft het een geweldig gevoel als het lukt.”

Afkicken

Voordat dat gevoel kwam, had Sneep hevige afkickverschijnselen. „Trillen, slapeloosheid, hoofdpijn, gewichtstoename. Ik was erg onrustig; hyper en lusteloos tegelijk. Totdat er opeens een soort helderheid en blijheid door me heen stroomde: ik ben ervan af; ik heb gewonnen! In mijn waar­neming kon ik beter zien en beter horen dan in de tijd dat ik rookte. Het gaf me een heel goed gevoel.”

Maar daarmee behoorde het roken niet tot het verleden. „Ik werd kortademig. Dat deed me denken aan mijn vader. Die was jong met roken begonnen. Dat was in zijn tijd zo normaal dat vaders hun zoontjes apart namen om hen in te wijden in de geheimen van de eerste sigaret. Ik heb mijn vader nooit anders gekend dan als iemand die hijgend de trap op kwam. Pas op latere leeftijd is vastgesteld dat hij COPD had en kreeg hij er medicijnen voor.”

COPD: ”chronic obstructive pulmonary disease”. De luchtwegen zijn blijvend vernauwd en werken steeds minder goed. Klachten zijn: hoesten, slijm opgeven, benauwdheid en snel kortademig en moe zijn. In het gros van de gevallen is roken de oorzaak.

Toen Peter Sneep via de radio een oproep hoorde om bij kortademigheid naar de huisarts te gaan, wist hij eigenlijk zelf al wat hem mankeerde. In december 2011 kreeg hij de uitslag: COPD. „Ik was toen 49; meestal komt de diagnose op latere leeftijd. Ik vond het vervelend; vooral mijn vrouw vond het erg. Ik weet dat ik stom geweest ben door te gaan roken en dat zo lang te blijven doen. Gelukkig heb ik geen tobberig karakter; ik blik vooral vooruit. God zorgt voor me, ondanks mijn dommigheid. Hij is een God van vergeving en genade.”

Stress is slecht

Sneep kreeg medicijnen. „Het eind van de longblaasjes is afgestorven; daardoor komt de zuurstof niet ver genoeg je longen in, en dus heb je minder energie. Door medicijnen te inhaleren, wordt het restant van de blaasjes optimaal benut.”

De ziekte is chronisch. „Je gaat alleen maar achteruit. Je kunt de achteruitgang mogelijk remmen als je gezond leeft, genoeg slaapt en veel beweegt. Dat ben ik allemaal gaan doen. Wat me goed doet, is dat artsen nooit verwijten maken. Ze geven alleen complimenten dat ik gestopt ben en dat al zo lang heb volgehouden. Ze sturen elk jaar zelf een oproep voor controle.”

In de periode dat de ziekte werd vastgesteld, verwachtte het echtpaar het eerste kind. „Door de geboorte stond mijn wereld op z’n kop. Ik ben overspannen geraakt, en stress heeft een nadelige invloed op COPD. Daarna volgde nog een stressvolle gebeurtenis. Het is jammer dat ik toen zo achteruitgegaan ben. Wat verloren gaat, komt niet meer terug.”

Meewarig

Nu loopt Sneep dagelijks een uur, en hij fietst van Amersfoort naar zijn werk in Nijkerk – 12 kilometer. „Ik heb nog 70 procent van mijn longfunctie over, dus bij tegenwind moet ik een beetje rustig aan doen. Door de kortademigheid heb ik niet genoeg kracht voor grote inspanningen. Vroeger rende ik naar de zolder. Als ik dat nu doe, ben ik helemaal afgedraaid. We hebben twee kleine kinderen. Als we in de stad lopen en mijn oudste dochter vraagt of ik haar wil dragen, houd ik dat maar kort vol. Ik heb weleens een eind met onze zoon in de draagzak gelopen toen hij nog een baby was, maar ik moest gaan zitten vanwege de duizelingen die ik kreeg.”

Soms waarschuwt Sneep mensen die roken. „Dan kijken ze je meewarig aan. Maar ik zeg dan: Ik heb er een ernstige ziekte aan overgehouden, dus volgens mij heb ik recht van spreken.”

Het leidt er doorgaans niet toe dat de roker zijn verwoestende gewoonte afzweert. „Als je ergens verslaafd aan bent, hanteer je daarvoor andere normen. Zo ben ik zelf ook geweest. Ik ben vaak gewaarschuwd, maar ik was erdoor afgestompt. Nu zit ik met de gevolgen.”


Roken uit de gratie

DODELIJK – Volgens het Nationaal Kompas Volksgezondheid van het ministerie van VWS was roken in 2012 verantwoordelijk voor 20.000 sterfgevallen in Nederland. Een groot deel van de sterfgevallen door longkanker, COPD en kanker in het hoofd-halsgebied is te wijten aan roken. Roken is ook een risicofactor voor diverse andere aandoeningen, bijvoorbeeld aan hart en bloedvaten.

Ook mensen die meeroken (passief roken), lopen meer risico op deze ziekten.

DALING – Het percentage rokende volwassenen in Nederland daalde van 33 in 2001 tot 23 in 2012. In 2012 rookte 26 procent van de mannen en 20 procent van de vrouwen van 19 jaar en ouder weleens of dagelijks.

Ook het dagelijkse aantal sigaretten per roker is in de periode 1989 tot 2012 gedaald: bij mannen van achttien naar vijftien, bij vrouwen van zestien naar veertien.

Het percentage rokers is het hoogst bij de mannen van 19 tot 29 jaar: 33. Onder laag opgeleiden is het percentage dagelijkse rokers groter dan bij mensen met meer scholing.

Volgens de website rokeninfo.nl steeg het (dagelijks) roken onder jongeren van eind jaren 80 tot midden jaren 90 en vertoont het sindsdien een dalende trend.

INVLOED – Of mensen wel of niet roken, is voor 50 procent erfelijk bepaald, concluderen onderzoekers. De kans dat iemand begint te roken, wordt beïnvloed door de mate waarin het rookgedrag geaccepteerd is binnen het sociale netwerk (gezin, vrienden en school), de verkrijgbaarheid van tabak en tabaks­reclame.

Rookverboden, accijnsverhoging, campagnes en stopondersteuning leiden tot een daling van het aantal rokers. De invloed van preventieprogramma’s die scholen aanbieden, is echter bescheiden. Ook het effect van stopondersteuning is nog te bescheiden: het levert op langere termijn veel gezondheidswinst op en is kosteneffectief, maar zorgaanbieders slagen er nog maar beperkt in om hun cliënten met deze ondersteuning te bereiken.

SOCIALE ACCEPTATIE – Zo normaal als roken vroeger was, zo veel ergernis roept het nu vaak op. Een roker kucht en stinkt en neemt –alsof hij daar recht op heeft– tal van extra pauzes tijdens zijn werk. Als je uitgaat van één sigaret per twee uur, werken rokers vanwege die pauzes drie weken per jaar minder, stelde een longarts deze week. Om nog maar te zwijgen over het extra verzuim, want een roker is gemiddeld vaker ziek.

ONTMOEDIGEN – Veel Europese landen hebben een intensiever tabaksontmoedigingsbeleid dan Nederland. Nederland doet het goed op het gebied van reclame­verboden en ondersteuning van mensen die willen stoppen met roken, maar kan beter scoren als het gaat om de prijs van tabaks­producten, uitgaven aan informatie­campagnes, gezondheids­waarschuwingen op sigarettenpakjes en rookverboden op de werkplek en in de horeca.

Supermarktketen Albert Heijn kondigde vorige maand een proef aan waarbij in vijftien winkels tabakswaar niet meer zichtbaar wordt gepresenteerd. Daarbij worden verschillende vormen van afdekken getest, zoals gesloten deuren, lamellen en automaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer