Politiek
Van der Staaij: Asielvraagstuk te complex voor oneliners

De Tweede Kamer kruist donderdag de degens met het kabinet over het Nederlandse vluchtelingenbeleid. Waar veel woordvoerders trappelend gereedstaan om hun voorstellen te spuien, kiest SGP-partijleider Van der Staaij voor bedachtzaamheid. „Ik geloof niet dat de SGP in het asieldebat het ei van Columbus heeft.”

SGP-Kamerlid Van der Staaij, beeld ANP.
SGP-Kamerlid Van der Staaij, beeld ANP.

Eindelijk kwam dan gistermiddag, na lang soebatten door de oppositiefracties, de brief van het kabinet over de Nederlandse aanpak van het vluchtelingen­probleem. „Een flutbrief”, oordeelde PVV-leider Wilders meteen. „Onuitvoerbaar”, meende D66-voorman Pechtold. Zo negatief is SGP-leider Van der Staaij niet. De brief bevat, zegt hij, wel degelijk passages die kunnen rekenen op de instemming van zijn partij.

Welke aanknopingspunten ziet u zoal?

„Het zo veel mogelijk opvangen van vluchtelingen in de eigen regio is iets wat ook mijn partij altijd heeft bepleit. Verder is de SGP het eens met het kabinet dat het de hoogste tijd is om de asiel­procedure op een andere leest te gaan schoeien. Simpelweg omdat de manier waarop het nu toegaat in Nederland en Europa onhoudbaar is. Veel internationale asielverdragen zijn gebaseerd op de tijd van de Koude Oorlog, toen er vanachter het IJzeren Gordijn vandaan zo af en toe enkele vluchtelingen onze kant op kwamen. In de 21e eeuw hebben we te maken met massale stromen ontheemden. Dat vraagt om een ander systeem.”

Werkt ons huidige systeem te veel als een magneet?

„Dat denk ik wel. Zo is het voor de SGP echt een bron van zorg dat er anno 2015 nog steeds Kosovaren en Albanezen onze kant op komen. De kans dat hun asiel­verzoek wordt afgewezen, is redelijk tot zeer groot. Velen van hen hebben in eigen land helemaal geen vervolging te duchten. Volgens ons ligt hun toekomst niet in West-Europa. Eigenlijk moet je dan als Nederland uitstralen: mensen, kom maar niet deze kant op. Helaas gebeurt dat niet. Dat raakt aan een tweede knelpunt van ons asielbeleid: voor kansloze groepen is het terugkeer- en uitzetbeleid niet voldoende effectief. De aanhouders onder hen worden nog te vaak bevestigd in de redenering dat je uiteindelijk wel een verblijfsvergunning krijgt als je het maar lang genoeg probeert.”

U noemt maximale opvang in de regio een aanknopingspunt. Is de werkelijkheid niet dat VVD en PvdA dat in de eerste plaats als een langetermijneinddoel zien?

„Ja, dat klopt. Een ommezwaai realiseer je niet van de ene op de andere dag.”

Voor de korte termijn stelt het kabinet bereid te zijn om jaarlijks pakweg 7000 vluchtelingen extra in procedure te nemen, boven op de reguliere, wekelijkse instroom van 1700 asielzoekers. Kan Nederland dat aan?

„Dat zijn grote aantallen, daar moeten we als politici gewoon eerlijk in zijn. Dat Nederland bereid is in Europees verband mee te denken, is iets wat wij in principe wel kunnen steunen. Als Europese landen aan de buitengrenzen ontwricht dreigen te raken, heeft ons land daarin ook een verantwoordelijkheid.

Ik hoop wel dat Rutte in Europees verband zal onderstrepen dat Nederland zijn Europese verplichtingen tot dusver altijd ruimschoots is nagekomen. We hebben in het verleden niet alleen mooie woorden gesproken, maar ze ook waargemaakt. We hoeven dus niet naar Brussel met een houding alsof we tot nu toe niets hebben gedaan.”

Zegt u daarmee eigenlijk: Kabinet, schroef die aantallen zo snel mogelijk omlaag?

„Ik ben geen voorstander van discussies over kale aantallen. Nederland heeft in het verleden wel vaker grote groepen buitenlanders opgenomen, bijvoorbeeld de hugenoten. Dat heeft nooit tot grote fricties geleid, vooral niet omdat de hugenoten min of meer geruisloos assimileerden in onze samenleving. Waar wij dus expliciet aandacht voor vragen, is: hoe wegen wij bij het toelaten van nieuwe asielzoekers hun integratie­perspectief mee en hoe voorkomen we dat met het toelaten van vluchtelingen uit andere culturen het integratieprobleem van de toekomst wordt gecreëerd?”

Is het mogelijk om de achtergrond van asielzoekers mee te wegen in de procedure?

„In discussies over de hervestiging van vluchtelingen die al een status hebben maar nog in opvangkampen zitten, pleit de SGP ervoor om voorrang te geven aan verdrukte christenen. Het laten meewegen van iemands religieuze achtergrond in de reguliere asielprocedure ligt een stuk lastiger, dat geef ik direct toe. Ik ga donderdag in het Kamerdebat niet zeggen: wie moslim is, hoeven we niet te helpen. Maar als we allerlei vrouwen met boerka’s op straat krijgen, schept dat wel een integratieprobleem.

Evenmin ga ik Rutte aansporen om de Hongaarse premier Orban openlijk na te zeggen: Laten we zo terughoudend mogelijk zijn met het opvangen van al die vluchtelingen, want velen van hen zijn moslim, en straks worden we nog een minderheid in eigen land. Het blijft een feit dat de overheid mensen in nood moet helpen. Ook als dat moslims zijn die het slacht­offer zijn van IS.”

Wat gaat u wel zeggen?

„Wat je wel kunt vragen, is: Hoe checkt de IND of we geen vluchtelingen toelaten die affiniteit hebben met een radicaal, islamitisch gedachtegoed. Is ons systeem wel zo ingericht dat we deze mensen er tijdig uit kunnen filteren? Verder zullen we zeker aandacht vragen voor Iraakse christenen die de opvangkampen niet in durven omdat ze christen zijn. Deze groep moet op een alternatieve manier worden bereikt, bijvoorbeeld via de stichting Open Doors, die wegen heeft gevonden om deze mensen in de thuissituatie te bereiken.

Als verplichte opvang in de regio straks echt het uitgangspunt wordt van het Europese asiel­beleid, dan nemen de mogelijkheden om vooral christenen en andere vluchtelingen die al aansluiting hebben bij onze cultuur naar Nederland te halen misschien wel toe. In dat nieuwe systeem moeten landen zoals Nederland zich vooral buigen over het wel of niet toelaten van mensen voor wie een verblijf in een opvangkamp echt geen optie is. Daarin valt meer te sturen. De kabinetsbrief noemt als een van de selectiecriteria namelijk de absorptiecapaciteit van een land. Dat kun je uitleggen als: geef voorrang aan vluchtelingen van wie je mag verwachten dat ze hier snel kunnen wortelen.”

De discussie over het Nederlandse vluchtelingenbeleid barstte de afgelopen week volop los. Wat is uw antwoord aan SGP’ers die zich afvroegen: Waar blijft Van der Staaij in het debat?

„Ik heb inderdaad niet uitbundig aangehaakt, dat klopt. Dat komt vooral omdat ik niet geloof dat wij als SGP in het asieldebat het ei van Columbus hebben. Dit is een complex vraagstuk met heel veel lastige aspecten die allemaal met elkaar samenhangen. Daarom stellen we ons het liefst wat bescheiden op. Wat daarnaast zeker een rol speelt, is dat ik sinds 1998, toen ik in de Kamer kwam en de asielportefeuille kreeg, gaandeweg heb geleerd om oneliners en simpele oplossingen zeer te wantrouwen. Ook dat is voor mij een reden om nu niet van de daken te gaan schreeuwen: Doe dit of laat dat.”

De ChristenUnie zegt: Laat particulieren nagaan of ze thuis vluchtelingen kunnen huisvesten.

„Komen we in ons fractieoverleg tot de slotsom dat voorstellen waar andere partijen soms al in een vroeg stadium mee naar buiten kwamen de moeite van het uitwerken waard zijn, dan steunen we die ook. De oproep van de ChristenUnie dat het kabinet de opvang door particulieren moet faciliteren en moet kijken welke onnodige barrières eventueel kunnen worden weggenomen is daarvan een voorbeeld. Daar kunnen wij ons goed in vinden, dus daar hebben we gisteren voorgestemd.”

Een instroom van 1700 asielzoekers per week betekent dat er in Nederland per week 3 nieuwe opvanglocaties bij moeten komen. Zou het de grote SGP-fracties in confessionele gemeenten sieren als zij zouden zeggen: Herberg deze mensen maar bij ons in het dorp?

„Volgens mij hebben deze gemeenten mijn aanmoediging niet nodig. Hier stuit je echt op de vraag: waar ligt de deskundigheid en de verantwoordelijkheid, en hoe hebben we dit in Nederland geregeld? Eigenlijk is dat niet zo ingewikkeld: het is het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) dat naar opvanglocaties zoekt en daarbij kijkt naar een zo eerlijk mogelijke spreiding. Van gemeenten die concreet worden benaderd, christelijk of niet-christelijk, verwacht de SGP dat ze serieus in kaart brengen welke mogelijkheden er zijn. Daarbij mag de draagkracht onder de bevolking zeker een rol spelen en ook de vraag of er in de nabijheid al een asielzoekerscentrum is gevestigd. Overigens, bij de komst van een centrum rijzen er soms forse protesten. Maar gaan na verloop van tijd de deuren dicht, dan blijken er toch vaak allerlei banden tussen de nieuwkomers en de oorspronkelijke bevolking te zijn ontstaan. Soms zelfs in die mate dat mensen zeggen: Wat jammer, we gaan al die contacten straks missen.”

Sommige reformatorische christenen worstelen openlijk met de vraag hoe ze zich moeten opstellen tegenover asielzoekers. Wat raadt u hen aan?

„Ik zou zeggen: houd de taken van de overheid en die van de gewone burger goed uit elkaar. Het is de overheid die bepaalt wie hier rechtmatig mag blijven, hetzij om zijn procedure af te wachten, hetzij tijdelijk totdat zijn thuissituatie is verbeterd, of voorgoed. Het is niet onze taak als christenen om dat van geval tot geval te willen beoordelen. Voor ons geldt in de eerste plaats het gebod van Christus: heb uw naaste lief als uzelf en bied herbergzaamheid. Ik vind het hartverwarmend dat zo veel christenen zich actief inzetten om asielzoekers steun te bieden.”

Op de lange termijn meer prioriteit geven aan het opvangen van vervolgde christenen wereldwijd is voor de SGP een diepgekoesterde wens. Moet u niet alle bescheidenheid laten varen en benadrukken: dit is hoe de SGP het ziet?

„Als het gaat om de steun en opvang van vervolgde christenen kent de SGP geen enkele bescheidenheid. Maar het weigeren van mensen die niet christelijk zijn, spoort niet met de Bijbelse opdracht en botst met ons rechtssysteem. Dat systeem accepteert geen enkele vorm van onderscheid, hoe pijnlijk dat voor een christenpoliticus ook kan zijn.”

U bedoelt: een pleidooi van de SGP om met voorrang christenen toe te laten, kan zich tegen de partij gaan keren?

„Wat ik probeer te zeggen, is: een boodschap brengen die bij veel partijen niet meer landt, vergt vooral tact en geduld. Als ik pleit voor het zo ruimhartig mogelijk toelaten van vluchtelingen die affiniteit hebben met onze cultuur bedoel ik: met onze door het christendom gestempelde cultuur. Veel andere partijen voelen zich juist comfortabel bij het gegeven dat de Europese cultuur hoe langer hoe minder gestempeld raakt door welke godsdienst dan ook. Dat is het spanningsveld waarin de SGP vanuit haar minderheidspositie opereert.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer