Kerk & religie

Waarom Erasmus tegen Luther streed

Desiderius Erasmus had nogal eens theologische gevechten te leveren. Zoals tegen Maarten Luther, over de vrije wilskeuze van de mens. Maar onder­tussen bevorderde de zestiende-eeuwse top­theoloog, die zijn hele leven binnen de kerk van Rome zou blijven, onbedoeld de Reformatie.

14 August 2015 19:44Gewijzigd op 28 February 2023 15:50
Desiderius Erasmus. beeld RD
Desiderius Erasmus. beeld RD

Onder veel protestanten is ”Over de vrije wilskeuze” een berucht geschrift. Want daarin keerde Erasmus (1466?-1536) zich tegen de reformator Luther, die leerde dat het in niemands vermogen ligt om iets slechts of goeds te bedenken. De mens is volledig afhankelijk van Gods genade.

Erasmus koos het onderwerp waarover hij met Luther in debat ging zorgvuldig, stelt dr. Jan Bloemendal, senior onderzoeker aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. „Door op dit punt te reageren, vermeed Erasmus kwesties waarover hij het met Luther eens was en waarover hij zich al eerder kritisch had uitgelaten, zoals vasten, verloedering van het monnikenleven, bepaalde goede werken en het pausdom.”

De vrije wil lijkt een onderwerp voor alleen theologen. Toch is het een belangrijk thema voor het verstaan van het christelijk geloof, vindt Bloemendal. „Het gaat bij de vrije wilskeuze uiteindelijk om de vraag Wie God is en hoever Zijn macht strekt, en om de verhouding tussen God en mens”, zegt hij. „Als alles genade is, en de mens niets kan, is God almachtig. Als de mens in zaken die het heil betreffen iets kan bereiken, dan doe je volgens Luther afbreuk aan Gods macht.”

Erasmus was een humanist en ging ervan uit dat iemand door te leren zichzelf tot een beter mens kon maken. „Hij moest dus wel uitgaan van een vrije wilskeuze: het vermogen van de wil om in zaken van het eeuwige heil het goede te kiezen. Bovendien stond hij daarmee in lijn met de traditie en de leer van de Katholieke Kerk.”

Lamplicht

Bloemendal, van 2006 tot 2012 bijzonder hoogleraar neolatinistiek, vertaalde het geschrift over de vrije wilskeuze voor het eerst integraal in het Nederlands. Het verscheen onlangs in het zesde deel van het ”Verzameld werk” van Erasmus (uitg. Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam; 630 blz.), samen met enkele andere theologische geschriften: ”Handboek van de christen­soldaat”, ”Oproep tot de bestudering van de Bijbel”, ”Gods onmetelijke barmhartigheid”, ”Uit de parafrase van Lucas” en ”Het herstel van de eenheid in de Kerk”.

Vijf jaar werkte Bloemendal in zijn vrije tijd aan de vertaling. „Erasmus zou zeggen: Het zijn ”lucubratiunculae”, werkjes die bij lamplicht, in de avonduren, zijn gemaakt.”

De geschriften laten volgens Bloemendal zien dat de eenheid van de kerk, bedreigd door het optreden van onder anderen Luther, Erasmus aan het hart ging. Hij had kritiek op misstanden in de Rooms-Katholieke Kerk, maar wilde haar niet afschrijven.

In hoeverre bewoog Erasmus zich binnen de kerkelijke traditie?

„Hij geloofde in de Katholieke Kerk, hechtte aan de traditie van de kerkvaders, en was opgeleid aan de Sorbonne, de beroemde universiteit van Parijs. Daar werd hij geschoold in de laat-middeleeuwse scholastiek, een filosofische manier van theologie bedrijven, waarin men probeerde geloofszaken te begrijpen. Denk aan Anselmus’ uitspraak ”credo ut intelligam”: „Ik geloof om te begrijpen.”

Soms past Erasmus’ denken binnen dat kader. Hij sloot echter meer aan bij de ideeën van de moderne devotie, een Noord-Nederlandse en Duitse beweging die probeerde het christendom binnen de kerk te vernieuwen. De nadruk lag op een persoonlijk geloof dat in praktijk werd gebracht.

Maar Erasmus was ook vernieuwend: in zekere zin in zijn afwijzing van inhoudsloze rituelen, bedevaarten en de in zijn ogen onbehoorlijke levenswandel van sommige monniken, priesters en andere kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders.

Helemaal vernieuwend was hij in zijn benadering van de Bijbel als een boek dat in handschriften is overgeleverd en dat dus, net als teksten uit de klassieke oudheid, met de technieken van de tekst­wetenschap en tekstkritiek benaderd en in zijn historische context begrepen moest worden.

En Erasmus was mét de reformatoren vernieuwend in zijn oproep om de Bijbel te bestuderen. Dat deze oproep ook voor leken en vrouwen gold, past helemaal binnen de Reformatie.”

Wat was het belang van Erasmus voor de Reformatie?

„Erasmus was het eens met veel punten van kritiek van de Reformatiebewegingen, zoals de aflaten en de misstanden in de kerk. Ook was hij het eens met de gedachte dat je terug moest gaan naar de bronnen: voor hem de Bijbel en de kerkvaders, voor Luther uiteindelijk alleen de Bijbel. In die zin kun je zeggen dat Erasmus als top­theoloog van zijn tijd de zaak van de Reformatie goed deed.”

Waarom bleef Erasmus, anders dan Luther, binnen de Rooms-Katholieke Kerk?

„Daar valt niet zomaar één antwoord op te geven. Je zou het misschien psychologisch kunnen duiden: zijn afkomst als zoon van een priester, dus een geboorte met een vlekje, deed hem huiveren voor een breuk.

Je zou ook kunnen zeggen, heel prozaïsch, dat hij inkomsten van de kerk kreeg via baantjes, maar ook dat hij de kerk als lichaam van Christus als één geheel wilde blijven zien. Luther vond hij op een gegeven moment te veel een heethoofd, die mensen tegen zich in het harnas joeg. Dat wilde Erasmus niet, al gebeurde dat wel, zijns ondanks.”

Hoe wilde Erasmus de eenheid van de kerk herstellen?

„Door terug te gaan naar de bronnen –de Bijbel en de kerkvaders– en door christenen aan te sporen een christelijk leven te leiden. Dat laatste deed Erasmus bijvoorbeeld in het ”Handboek van de christensoldaat”, waarin hij ‘wapens’ aanreikt om de legermacht van duivel en zonden te bestrijden en terug te gaan naar de kern: Christus en Zijn leer. De rest is bijzaak.

In Psalm 84 –of 83 in de telling van de Vulgaat– staat: „Hoe lieflijk zijn Uw woningen, o Heer der heerscharen.” In lijn met de traditie van de kerkvaders interpreteerde Erasmus die woningen als de kerk. Die is dus lieflijk en iedereen zou daarbij moeten willen horen.”

Erasmus wordt vaak geclaimd door moderne humanisten: ze zien hem als een voorvechter van het vrije denken, als iemand die vond dat je zelf moet bepalen wat je gelooft. Terecht?

„Erasmus was in de eerste plaats christen en theoloog. Maar hij keek ook naar de literatuur en het gedachtegoed van de oudheid. Die zag hij als een soort vooropleiding –propedeuse– voor de bestudering van de Bijbel en de kerkvaders. Bovendien besteedde Erasmus als humanist meer aandacht aan de rol van de mens. Omdat de moderne humanistische beweging daar de nadruk op legt, kan zij hem inlijven.

Erasmus was een voorstander van het vrije denken. Ja, maar binnen de grenzen van de traditie. Ik zou Erasmus méér binnen die traditie willen zetten. Je mocht denken, maar niet alles. Het moest tot het goede leiden: een goed leven, goede gedachten. Maar wel in christelijke zin.”


Bijbeljaar 2016

Het jaar 2016 staat in het teken van de Bijbel. Vijfhonderd jaar geleden, in 1516, verscheen namelijk de Griekse uitgave van het Nieuwe Testament van Erasmus, het Novum Instrumentum. Die had grote invloed op de Reformatie.

In het Bijbeljaar is er veel aandacht voor Erasmus en zijn werk. Zo bieden de Christelijke Gereformeerde Kerken een cursus aan over de persoon van Erasmus. In Museum Gouda is vanaf 5 februari de tentoonstelling ”Erasmus: 
ik wijk voor niemand” te zien. Op 7 maart start de tentoonstelling ”Novum Testamentum Editum Est” in het Bijbels Museum te Amsterdam.

Een serie lezingen uit het studium generaleprogramma van Driestar educatief gaat over ”Erasmus en de Bijbel”. In mei organiseert de Goudse onderwijsinstelling een driedaags internationaal symposium over Erasmus als pedagoog.

De Katholieke Vereniging voor Oecumene belegt op 14 maart een symposium over ”Erasmus Oecumenicus (1466-1536) – In vrijheid op zoek naar de bronnen van het geloof”.

Het Bijbeljaar wordt op 31 oktober 2015 geopend in de Goudse Sint-Janskerk. Sprekers zijn: Christa Anbeek (Universiteit voor Humanistiek), Gerard de Korte (bisdom Groningen-Leeuwarden), Roel Kuiper (Theologische Universiteit Kampen), Kees van der Staaij (SGP) en Anne Westerduin (Royal Jongbloed).

www.bijbeljaar2016.nl


Lees meer in Digibron

Erasmus over goede omgangsvormen, Reformatorisch Dagblad (7 november 2014)

Spreekwoorden als spiegel, Reformatorisch Dagblad (20 december 2011)

Wijze dwaasheid. Vijfhonderd jaar ”Lof der zotheid” in Nederland, Reformatorisch Dagblad (20 december 2011)

Achter het masker van Erasmus’ satire, Reformatorisch Dagblad (18 januari 2011)

„Ach, ik, arme stakker”, Reformatorisch Dagblad (14 november 2007)

Kiemen van vroomheid in jonge harten, Reformatorisch Dagblad (13 september 2006)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer