In een restaurant een verkeerd gerecht geserveerd krijgen, dat vervolgens morrend door een serveerster wordt teruggehaald. Baliepersoneel in een hotel dat het te druk heeft met ruziemaken om gasten te kunnen helpen. Het zijn ergernissen die je in Suriname regelmatig meemaakt. Het personeel in Chinese winkeltjes is kampioen klantonvriendelijkheid.
Surinamers zijn over het algemeen zeer vriendelijke en gastvrije mensen. Tenminste, in hun vrije tijd. Dan maken ze altijd tijd vrij voor een gezellig praatje met een vreemde bezoeker of word je zelfs spontaan uitgenodigd voor een hapje eten bij hen thuis of voor „dat gezellige feest”, dat „morgen toevallig” plaatsvindt.
Maar zodra ze voor hun werk in de huid en vooral het uniform van een officiële functionaris of een andersoortige werknemer kruipen, dan lijkt er vaak een knop om te gaan. Het chagrijn straalt van sommige gezichten af, alsof het omgaan met klanten de ergste straf is die je kunt bedenken. Als toerist merk je dat vooral in horecagelegenheden.
Nu kun je niet alle zaken over één kam scheren, dat zou niet terecht zijn. Want het gaat ook heel vaak goed, met een bediening zoals je die verwacht. Maar het gaat zoals met nieuws: het slechte blijft een mens eerder bij dan het goede.
Het meest drukke en populaire terras in hartje Paramaribo, ’t Vat, is een typisch voorbeeld van een zaak waar ze er goed aan zouden doen het personeel eens een gedegen klantvriendelijkheidstraining cadeau te doen.
Toegegeven, de dames en de enkele heer moeten door de drukte zich de benen uit het lijf lopen om de overwegend blanke klanten van een natje en droogje te voorzien, maar hoeveel moeite is het om af en toe een glimlach op het gezicht te laten verschijnen? Snauwen doen ze nog net niet, maar zin in werken heeft menigeen ook niet, zoveel is wel duidelijk.
Al die drukte en lamlendigheid leidt natuurlijk tot fouten, zodat je als klant de kans loopt in plaats van de lekkere nasi een simpel bordje patat met kip te krijgen. Haal het niet in je hoofd om daar iets van te zeggen, daarop wordt schouderophalend gereageerd en bijna mopperend de verkeerde bestelling weer meegenomen.
Bij ’t Vat heb je in ieder geval wel het voordeel dat je je bestelling redelijk snel krijg. Bij andere zaken moet je engelengeduld hebben. Zoals bij Zus & Zo, een gezellig eetgelegenheid annex guesthouse, eveneens geliefd bij vakantievierende Hollanders. In de volksmond wordt het veelzeggend Zus & Slow genoemd, omdat je gerust een uurtje mag wachten alvorens de simpele hap die je hebt gevraagd ook daadwerkelijk is bereid. Waarom zou je een klant snel helpen als je tussendoor ook even gezellig met een collega kan bijpraten? De befaamde Surinaamse tijd speelt geen rol. Het personeel is wat vriendelijker dan bij concurrent ’t Vat – dat dan wél weer.
Waar je helemaal verzekerd bent van klantonvriendelijkheid, is bij de Chinese supermarkten. Die zijn er veel, heel veel. In een straal van 1 vierkante kilometer vind je er al snel tientallen, soms zijn het zelfs buren van elkaar. Zeven dagen per week open, van zeven uur ’s morgens tot elf uur ’s avonds. Handig natuurlijk voor de consument, maar verwacht enkel volle schappen, geen service. Daar ga je niet voor je lol heen, daarvoor zijn de Chinese uitbaters te onbeschoft. In gebrekkig Nederlands vertellen ze nog wel de prijs die je moet betalen, maar intussen zijn ze druk met telefoneren, televisiekijken of andere belangwekkende zaken. In Nederland word je als werknemer waarschijnlijk direct ontslagen als je dat doet, maar de Chinezen zijn vaak eigen baas, of pas geïmporteerde familieleden van de baas. Als klant heb je het allemaal maar te pikken, echt vrolijk word je er echter niet van
Enkele jaren geleden leek het de autoriteiten in de toerisme-branche een goed idee om journalisten van vijf vooraanstaande bladen uit Nederland en België naar Suriname te halen, om „de schoonheid van het land” te belichten. Uiteraard in de hoop dat de positieve berichtgeving meer mensen zou overhalen om voor een vakantie het vliegtuig naar Paramaribo te pakken. Dat werd echter een drama.
Dat het vliegtuig met de Surinaamse luchtvaartmaatschappij de nodige vertraging had, kon nog aan overmacht worden toegeschreven. Maar dat de bus die hen vanuit de hoofdstad Paramaribo richting jungle zou brengen uren later verscheen dan was afgesproken en de bootsman die ze verder over de Surinamerivier zou vervoeren helemaal niet kwam opdagen, zijn typische voorbeelden van Surinaamse laksheid. Al was het tafereel bij een befaamd vakantieoord, waar het baliepersoneel het zo druk had met ruziën en elkaar voor rotte vis uitmaken dat ze vergaten de gasten te helpen wel een zeldzaamheid. Terug op hun redacties, schreven de journalisten geen al te positieve verhalen. En dat is jammer, want Suriname heeft genoeg verrassends te bieden voor de avontuurlijke reiziger. Veel Surinamers begrijpen evenwel nog niet dat een beetje vriendelijkheid voor extra vakantieplezier kan zorgen.
De buitenlandredactie brengt deze zomer een serie over ergernissen in het buitenland. Vandaag deel 5: Suriname.