Binnenland
Marieke Poelmann was na vliegramp Tripoli ineens wees

Plotseling werd ze wees. Bij de vliegramp bij Tripoli op 12 mei 2010 kwamen de ouders van Marieke Poelmann (27) om het leven. In een onlangs uitgekomen boek beschrijft ze haar rouwproces. Vrijdag stak ze in Nieuwegein nabestaanden van slachtoffers van de MH17-ramp een hart onder de riem.

J. Visscher
23 July 2015 12:54Gewijzigd op 15 November 2020 20:38
Brokstukken van het neergestorte vliegtuig bij Tripoli. beeld AFP
Brokstukken van het neergestorte vliegtuig bij Tripoli. beeld AFP

De bruine Steinwaypiano heeft een prominente plaats in de Amsterdamse bovenwoning van Marieke Poelmann. Achter dit instrument bracht haar moeder talloze uren door. Voorheen stond de piano in het ouderlijk huis in Zwolle. „Mijn moeder was pianiste. Ze stond erop dat ik les ging volgen. Dat deed ik jarenlang. Maar ik vond het verschrikkelijk. „Op een dag zul je me er dankbaar voor zijn”, zei ze. Ik kan spelen, maar niet zo goed als mijn moeder dat kon.”

Schoen

Ongeloof, verbijstering en verdriet ervaart Marieke Poelmann op 12 mei 2010. Bij Tripoli, de hoofdstad van Libië, is een vliegtuig van Afriqiyah Airways gecrasht. Vlak bij de luchthaven. Bij de ramp komen 103 mensen om het leven, onder wie 70 Nederlanders. Enige overlevende is de Nederlandse jongen Ruben.

Marieke en haar twee broers verliezen hun ouders. Vader (63) en moeder (58) waren op terugreis van hun vakantie in Zuid-Afrika. Ze kwamen niet meer thuis in Zwolle.

Als verdoofd bekijkt Marieke Poelmann de eerste uren na de ramp de tv-beelden van de brokstukken van de neergestorte Airbus A330-202. „Ik zat heel dicht bij de televisie”, vertelt ze. „Ik zocht bewijs. Lag tussen het puin in Libië een schoen van mijn moeder? Een boek van mijn vader?”

Ze was „heel close” met haar ouders, die 35 jaar getrouwd waren. „Mijn moeder had het hart op de tong. Mijn vader was een aardige, lieve man. Hardwerkend. Voor mij is hij altijd een beetje een mysterie gebleven. Ik heb hem nooit helemaal kunnen doorgronden, maar kon altijd bij hem terecht voor wijze raad. De trip naar Zuid-Afrika was hun eerste reis buiten Europa. Ze gingen voor die tijd altijd naar Duitsland op vakantie. Toen ik afscheid van mijn ouders nam voordat ze naar Zuid-Afrika vertrokken, omhelsde ik mijn vader nog eens extra. Ik had een onheilspellend voorgevoel en zei: „Je keert toch wel weer terug, hè?””

In paniek

In haar recent verschenen boek ”Alles om jullie heen is er nog” beschrijft Poelmann, freelancejournaliste, hoe het plotselinge verlies van haar ouders haar leven ontwrichtte.

De eerste weken na de ramp komt het verdriet „met vlagen”, licht ze in haar woonkamer toe. „Mijn oudste broer en ik moesten heel veel regelen. Bellen met het ministerie van Buitenlandse Zaken, met banken, met verzekeraars, noem maar op. Soms was ik rustig, maar soms ook in paniek.”

Het eerste jaar na de tragedie is „heel zwaar”, vertelt de jonge vrouw. „De wereld houdt als het ware tijdelijk op te bestaan. Je voelt dat er een deel van je is gestorven. Je bent niet meer compleet.”

Ze huilt, schreeuwt, vloekt, treurt. Ze droomt over de ramp. In zo’n droom ontmoet ze kolonel Gaddafi in een bedoeïenentent. Hij was indertijd aan de macht in het nu door oorlog verscheurde Libië. „Overdag loop je voortdurend te malen over allerlei zaken die met de ramp te maken hebben. ’s Nachts komt dat er dan uit.”

Gruis

Een paar maanden na de crash bezoekt Poelmann samen met andere nabestaanden de rampplek in Libië. „Ik zag in de woestijn de staart van het vliegtuig en een stuk vleugel. De rest was puin en gruis. We vonden daar, wonderbaarlijk genoeg, de make-upspullen van onze moeder. Op dat moment realiseerde ik me heel sterk dat ze echt was overleden. Ik ging in de hitte intensief op zoek naar spullen van vader, maar die vond ik niet.”

Het proces van identificatie van haar dierbaren – loodzwaar vindt Poelmann dat. „Je krijgt leden van een rampenidentificatieteam op de koffie. Met een wattenstaafje werd DNA afgenomen; wangslijm. Het voelde alsof ik in een film was beland. We moesten alle lichaamskenmerken van onze ouders doorgeven. Ze van top tot teen beschrijven. Elke sproet, elk litteken. Zo onwezenlijk. Je beide ouders –keurige, degelijke mensen uit Zwolle-Zuid– storten met 450 kilometer per uur in een vreemd woestijnland neer.”

Babykleertjes

Ingrijpend is ook dat het ouderlijk huis in Zwolle moet worden leeggehaald en verkocht. „Op zolder vond ik babyspullen. Die had onze moeder al die jaren bewaard met het oog op de geboorte van eventuele kleinkinderen. Na haar dood besefte ik pas hoe ze ernaar uitzag om kleinkinderen te krijgen.”

Trouwringen van haar ouders. Twee geheugenkaartjes met foto’s van hun vakantie in Zuid-Afrika. Die spullen konden uit de wrakstukken worden gehaald. „Alle foto’s die ze op hun reis maakten, staan op de kaartjes. Te zien is hoe gelukkig ze waren. Blij en vrij. Heel bijzonder. En tegelijk is het pijnlijk om die beelden te bekijken.”

De ernstig beschadigde lichamen van haar ouders heeft Poelmann bewust niet bekeken. „Ik wil geen beelden in mijn hoofd van gruwelijk verminkte lichamen. Ik wil hen herinneren hoe ik hen bij leven heb meegemaakt. Van de slachtoffers zijn foto’s gemaakt. Die zou ik in de toekomst onder begeleiding van Slachtofferhulp kunnen bekijken. Maar ik denk niet dat ik dat doe. Pas moest ik in het EO-tv-programma Dilemma een nabestaande van de vliegramp in 1977 op het Canarische eiland Tenerife adviseren. Die man heeft het verlies nog altijd niet verwerkt. Het ging over de vraag of hij alsnog foto’s van de lichamen van zijn omgekomen ouders moest bekijken. Ik heb hem dat ontraden. Je krijgt er zo een trauma bij.”

Menselijke fouten

Schrijnend is dat na de dood van het echtpaar Poelmann binnen de familiekring ruzie ontstaat. Er is onenigheid tussen enerzijds Marieke Poelmann en haar twee broers en anderzijds hun oma, oom en tante. Over de plaats waar vader en moeder begraven moeten worden, over de erfenis, over een herdenkingsdienst in een kerk. In haar boek beschrijft Poelmann bijvoorbeeld dat de groepen elkaar in het mortuarium op Schiphol mijden. „Die conflicten hebben mijn rouwproces zeker verzwaard”, vertelt ze. „Er ging nog meer kapot dan er al kapot was. Ik heb sinds 4,5 jaar geen contact meer met mijn oma, oom en tante. Nee, ik ben niet van plan om bijvoorbeeld mijn oma weer op te zoeken. Het is beter zo. Er is geen dialoog mogelijk, er is een onoplosbare patstelling ontstaan. Ik heb niet het idee dat ik iets verkeerds heb gedaan. Maar dat zullen de anderen ook van zichzelf zeggen.”

Onderzoek wees uit dat het vliegtuig is gecrasht door menselijke fouten, vertelt Poelmann. „De Nederlandse Onderzoeksraad Voor Veiligheid heeft ons verzekerd dat de Libische autoriteiten de ramp zorgvuldig hebben onderzocht. Er was geen goede communicatie tussen piloot en copiloot. De landing is te vroeg ingezet. Een belangrijke knop in de cockpit was kapot. De piloten dachten omhoog te gaan, maar gingen omlaag. Ik koester geen wrokgevoelens tegenover de bemanning. Zij hebben hun fouten met de dood moeten kopen. Ook de piloot was graag bij vrouw en kinderen thuisgekomen.”

Schrikken

Iedere keer is het weer schrikken, wanneer er nieuws is over een crash in de luchtvaart. „In maart vond de ramp plaats met het toestel van Germanwings in de Franse Alpen. Ik was op dat moment in Barcelona, de plek waar het vliegtuig was opgestegen. Later bleek dat de depressieve copiloot het toestel moedwíllig had laten neerstorten. Dat was voor mij een nieuwe dimensie van een vliegramp. Het nieuws kwam keihard bij me binnen.”

Vrijdag sprak Poelmann tijdens een herdenking in Nieuwegein zo’n 1500 nabestaanden van slachtoffers van de MH17-ramp toe, een jaar na het drama in het oosten van Oekraïne. Ze bemoedigde hen, zei dat het ieder jaar beter zal gaan. „De scherpe pijn vlakt af, de pijn wordt draaglijker. De herdenking in Nieuwegein greep me aan. Ik kon meevoelen met de nabestaanden en hen troosten. Ik besefte dat de dood van mijn ouders mij niet alleen maar veel pijn heeft gedaan, maar dat ik door mijn ervaringen anderen ook hoop kan geven. ”


„Een krater in mijn hart”

„Het verlammende gebons achter mijn ribben voelt hol en dreigend. Het is alsof ik een alsmaar groeiende krater in mijn hart heb. Elke slag dreunt het gat een stukje groter. Ik loop weer naar binnen en doorkruis zonder op te kijken de woonkamer richting de gang. Hun slaapkamer. Het ruikt er naar opgeklopte kussens en handcrème. Naar lentelakens en zondagochtend met de gordijnen dicht. Nestgeur, noemt mijn moeder het.”

In dit fragment uit ”Alles om jullie heen is er nog” beschrijft Marieke Poelmann momenten in het ouderlijk huis in Zwolle, kort na de vliegramp.


Boekgegevens

Alles om jullie heen is er nog. Het verhaal van een nabestaande, Marieke Poelmann; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 234 9315 0; 256 blz.; € 19,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer