Nieuw standaardwerk met schat aan informatie over de Nadere Reformatie
Van de ”Encyclopedie Nadere Reformatie” (ENR) is het eerste deel (biografieën A-K) verschenen. Een indrukwekkende uitgave, waarin iedereen die iets meer wil weten over de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie en de personen die met deze beweging sympathiseerden, een schat aan gegevens kan vinden.
Voor wie meer wil weten over een bekende of onbekende oudvader is deze encyclopedie –die uiteindelijk drie delen zal gaan tellen– beslist een aanrader. De lezer komt in dit eerste deel aan de weet dat de auteurs van wie de werken in een boekenkast soms broederlijk naast elkaar staan, in werkelijkheid niet altijd vrienden waren. Integendeel, ze bestreden elkaar soms te vuur en te zwaard. Dit geldt bijvoorbeeld voor de theologen Jac. Fruytier en F. A. Lampe. Wie het idee heeft dat alle oude schrijvers het met elkaar eens waren, wordt hier door het lezen van de levensbeschrijvingen in dit eerste deel voorgoed van afgeholpen.
Vroomheid
Een vraag die kan opkomen, is of de nu gepresenteerde encyclopedie niet overbodig is. Er worden immers veel personen in behandeld die ook al in het ”Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme” (BLGNP) staan. De redactie brengt deze vraag zelf in de inleiding ook ter sprake. De ENR blijkt wel degelijk toegevoegde waarde te hebben: doordat de redactie zich heeft georiënteerd op vroomheid, is de inhoud van de lemmata anders dan die van de BLGNP.
Nu is vroomheid een niet gemakkelijk te definiëren begrip. Voor mij is het dan ook niet duidelijk of vroomheid als criterium is aangelegd om een bepaalde persoon wel of niet te beschrijven. Zo valt het op dat de omstreden coccejaan Balthasar Bekker (1634-1698) wel is opgenomen –waar tegen ik op zich geen enkel bezwaar heb– maar dat de geharnaste voetiaan Henricus Brinck (1645-1723) ontbreekt. Achtte men laatstgenoemde te weinig vroom om te bespreken? Ook lijkt mij dat een vroom man als Pieter Boddaert (1694-1760) niet had mogen ontbreken. Zo zijn er stellig meer personen te noemen.
Onbekende personen
Persoonlijk ben ik een echte liefhebber van dit soort boeken. Niet alleen omdat het leven en het werk van personen mij boeit, maar ook omdat je in een boek als dit even snel iets kunt nagaan. Bovendien is een lexicon waardevol omdat je er iets in kunt vinden over onbekende personen. Natuurlijk is de beschrijving van de hoofdvertegenwoordigers van de Nadere Reformatie belangrijk, maar over hen is al veel meer geschreven.
In de ENR vind ik juist bijvoorbeeld de lemmata over Maria van der Deliën (1629/30-1673) en Jacob Beeckman (1590-1629), ook al zijn ze beknopt, wel zo interessant. Voor mij had de encyclopedie meer van dergelijke beschrijvingen mogen bevatten.
In de inleiding staat dat geprobeerd is „ook aan niet-theologen aandacht te schenken, waarbij ook vrouwen in die categorie allerminst zijn vergeten.” Deze poging is echter maar ten dele gelukt. Onder de 139 behandelde personen telde ik slechts 6 vrouwen. Waren er echt niet meer te beschrijven? Omdat in de piëtistische geloofsbeleving de vrouw, al bekleedt ze geen ambt, een volwaardige plaats inneemt, zelfs in geestelijk opzicht mannen soms te boven kan gaan, had ik graag meer aandacht voor vrouwen gezien. Een bespreking van bijvoorbeeld Grietje van Dijk (± 1650) –ook al was zij een dwaallicht– en Aaltje de Jong, met haar ”Stigtelyke en opwekkende gezangen en gedigten” (Rotterdam 1750), mis ik eerlijk gezegd wel. Ik hoop dat er in het tweede deel meer vrouwen aan bod zullen komen.
Naamregister
Onder ieder lemma is de belangrijkste literatuur vermeld waarin over de desbetreffende persoon meer informatie is te vinden. Een opsomming van geschriften die diegene zelf heeft geschreven, ontbreekt. Mogelijk vergde dit te veel ruimte. Het is daarom van belang over de ”Schatkamer van de gereformeerde theologie in Nederland” (1987) van J. van der Haar te beschikken. Informatie over wat iemand heeft gepubliceerd, is immers van essentieel belang voor ieder onderzoek.
Het lexicon zal in waarde toenemen als in het laatste deel een naamregister wordt opgenomen, zoals ook te vinden is in deel 6 van het BLGNP. Het zal betekenen dat er van de ENR veel meer gebruikgemaakt zal gaan worden dan wanneer zo’n register ontbreekt. Iedere onderzoeker zal, wanneer hij meer wil weten over een persoon van wie mogelijk geen lemma is opgenomen, toch het naamregister raadplegen en blij zijn met ieder gegeven dat mogelijk in andere lemmata gevonden wordt. Het samenstellen van een dergelijk register is weliswaar een heel karwei, maar toch hoop ik dat de redactie deze suggestie in overweging zal nemen.
Tot slot een antwoord op de vraag of men dit boek zou moeten aanschaffen. De uitgave bevat een schat aan informatie over de Nadere Reformatie en de personen die daarin een rol hebben gespeeld. Het boek is keurig uitgevoerd, bevat behalve de zeer leesbare beschrijvingen, die van een wetenschappelijk niveau zijn, een groot aantal illustraties (portretten en titelbladen) en is niet duur. Alle reden dus om dit standaardwerk aan te schaffen en uit te zien naar de volgende delen.
Boekgegevens
Encyclopedie Nadere Reformatie, deel I, W. J. op ’t Hof e.a. (red.); uitg. De Groot Goudriaan, Utrecht, 2015; ISBN 978 90 8865 343 8; 435 blz.; € 34,99.