Dit voorval laat twee dingen zien. Ten eerste dat internationale teams vaak nog gedomineerd worden door westerlingen en 
dat Aziaten door hun terughoudender manier van communiceren niet altijd voldoende 
gehoord worden. En ten tweede dat dit beeld aan het veranderen is.

De wereldkerk is in meerderheid niet meer westers, en dat heeft zijn effect op de zending. In Thailand zijn er bijvoorbeeld zendelingen uit Brazilië, Uruguay en Zuid-Afrika. Maar ook de Aziatische landen met grote kerken zenden veel zendelingen uit. Zuid-Korea en de Filipijnen sturen meer zendelingen dan welk Europees land dan ook. Met de groeiende kerk en de aantrekkende economie in grote delen van de wereld zal de westerse inbreng in de zending verder slinken.

Nieuwe kerken

Voor de OMF is China, het land waar het zendingswerk van de OMF (toen nog China Inland Mission geheten) begon, van bijzonder belang. Inmiddels zijn er waarschijnlijk rond de 160 miljoen christenen in China. Elke week worden er honderden nieuwe kerken geplant. Ondanks alle beperkingen die door de communistische regering worden opgelegd, begint de kerk in China zendelingen uit te zenden.

Mede gezien de economische groei van het land, lijdt het weinig twijfel of China zal binnen één generatie de leidende rol in de wereldzending op zich nemen. Door haar unieke geschiedenis in China heeft de OMF als geen ander een krachtige uitgangspositie om deze beweging mee te maken en te helpen vorm te geven. Het is goed mogelijk dat de OMF in de loop van haar geschiedenis gaat veranderen van een zending naar China naar een zending vanuit China!

Een van de belangrijkste onderwerpen in de zending in de afgelopen decennia was het verschil tussen ”open” en ”gesloten” landen. In die laatste groep waren zendelingen niet welkom. Omdat geen enkel land gesloten kan zijn voor het Evangelie, spreekt de OMF niet over ”gesloten”, maar over ”creatief toegankelijke” landen. Als je veel verschillende manieren probeert en je bereid bent risico’s te lopen, is geen enkel land gesloten.

Een belangrijke ontwikkeling die christenen helpt om elk land en elke cultuur binnen te komen, is het fenomeen zendeling-zakenman. Zakendoen opent iedere deur. De snelle groei van de internationale handel zorgt ervoor dat er steeds meer mogelijkheden zijn voor christenen om via deze weg getuige van hun Heiland te zijn in andere landen.

Dat wil niet zeggen dat dit de manier bij uitstek gaat worden om zending te bedrijven. Dicht bij de mensen leven, hun taal en cultuur grondig kennen, en er zijn voor de lange termijn, zullen altijd belangrijke aspecten blijven in het zendingswerk. Dat gaat vaak niet samen met wat er in de zakenwereld verlangd wordt. De OMF kiest er nadrukkelijk voor om ook in de toekomst gericht te blijven op de moeilijkst bereikbare plekken en mensen.

Het doorgeven van het Evangelie op welke manier dan ook zal steeds meer gedeeltelijk via internet gaan. Relaties worden meer en meer online beleefd. Daar vallen veel kanttekeningen bij te plaatsen. Maar zending in Oost-Azië, waar mensen nog meer dan in Europa vergroeid lijken met hun smartphone, zal erop in moeten spelen. Internet kan voor mensen een veilige manier zijn om kennis te maken met het christelijk geloof. Dit geldt juist ook in het bolwerk van de islam, die in delen van Oost-Azië sterk aanwezig is.

Relaties

Het is een uitdaging om hierbij het persoonlijke aspect te behouden. Zending is niet slechts het uitstorten van informatie over mensen, maar ook het opbouwen van persoonlijke relaties, die eerst online zijn maar vervolgens in een plaatselijke kerk worden voortgezet. De droom en het verlangen blijft om te zien dat mensen tot geloof komen, en dat er kerken ontstaan die weer dochter- en kleindochterkerken planten, zodat ten slotte hele gemeenschappen veranderd zijn door de kracht van het Evangelie.

Dit is het derde deel in een serie van vier. De auteur was werkzaam als kerkplanter in Thailand, uitgezonden door GZB en OMF.


Aandacht OMF meer verlegd naar moslims

In Oost-Azië, het gebied waar de OMF zending bedrijft, wonen 2 miljard mensen; 700 miljoen van hen behoren tot volkeren waar het aantal protestantse christenen lager ligt dan 2 procent. De OMF legt de nadruk op het bereiken van deze mensen met het Evangelie. Traditioneel werd er vooral zending bedreven onder boeddhisten, maar een groeiend aantal werkers richt zich op moslims. In totaal zijn er voor de OMF 1400 zendelingen actief. Hun werkterrein strekt zich uit van het westen van China tot Japan, en van Mongolië in het noorden tot Indonesië in het zuiden. Inmiddels zijn er waarschijnlijk rond de 160 miljoen christenen in China.