Kleine winkelier hoeft geen koopzondag
’s Zondags zijn de winkels in hartje Alkmaar stuk voor stuk open. Hoe verder van het centrum af, hoe meer zaken er dicht zijn. En daar zijn toch de leukere winkels.
José Erkenbosch van kookwinkel De Huismuis aan het Ritsevoort, een straat aan de rand van het centrum met speciaalzaken, ging begin juni 2013 direct open toen de lokale politiek het licht op groen zette voor de winkels om wekelijks op zondag open te zijn. „Maar het liep niet”, zegt ze kort en bondig. En ze voegt er in één adem aan toe: „Nu ben ik nog maar één zondag in de maand open. Als er toch geen klanten komen, ben ik liever in mijn gezin.”
De koopzondag in Alkmaar lijkt niet echt een succes. Bijna drie jaar geleden gaf de overgrote meerderheid van de ondernemers bij een peiling aan niet meer koopzondagen te willen. Erkenbosch: „Twaalf vonden we mooi, maar enkele bedrijven –en dat zijn vooral de grote jongens zoals V&D– wilden iedere zondag open.”
Een paar weken later besloot de gemeenteraad „vanwege veranderde omstandigheden” alsnog 52 koopzondagen per jaar toe te staan.
„De politiek, en dan bedoel ik vooral VVD en D66, denkt dat het publiek op zondag wil winkelen”, stelt CU-voorzitter Wim Steller. „Maar dat is niet zo. De koopzondag wordt lang niet door alle burgers gedragen en ook niet door alle winkeliers. Ik zie het als een selffulfilling prophecy: als je maar vaak genoeg over de koopzondag spreekt, gaat iedereen hem op den duur accepteren.”
De burger heeft de koopzondag nog altijd niet omhelsd. „Als ik op zondag uit de kerk kom –die van ons staat in het centrum– dan zie je wel mensen op straat lopen, maar in de winkels is amper volk”, zegt Steller. Zijn indruk wordt bevestigd door Roger van Bronkhorst, mede-eigenaar van Wim van der Werff Woninginrichting: „Alkmaar trekt vooral dagjesmensen, maar dat zijn nog geen kopers. Wij hebben er in ieder geval niets aan. Dat is de reden dat wij iedere zondag dicht zijn.”
De klanten die wegblijven en de slariskosten –op zondag krijgt het personeel een dubbel uurloon– dwingt veel eigenaars van kleinere zaken ertoe de winkel gesloten houden. Van Bronkhorst: „Je hebt toch ook nog een gezin. We gaan hier echt niet zeven dagen in de week staan.”
Steller: „Ik noem het moderne slavernij. Het is toch niet normaal dat kleine winkeliers zeven dagen per week moeten werken? Als hun zaak op maandag dicht is moeten ze vaak inkopen doen. Die mensen zijn echt zeven dagen per week in touw.”
De politiek is vastberaden van de zondag een winkeldag te maken. Er zijn plannen om de parkeertarieven op zondag te verlagen en evenementen te organiseren om mensen te trekken.
Mark van Til, eigenaar van een interieurzaak die uit principe op zondag gesloten is, kan zich erover verbazen. „Als er bij de consument grote behoefte is om iedere zondag te kunnen winkelen zijn dergelijke maatregelen niet nodig. Blijkbaar is de interesse van de burger voor de wekelijkse koopzondag enorm overschat en trekt men nu alles uit de kast om publiek op zondag naar de stad te trekken.”