JAKARTA. Regelmatig haalt Indonesië het wereldnieuws vanwege de doodstraffen tegen drugshandelaren. Internationale protesten baten niet. De meeste kerken in Indonesië vinden de doodstraf te ver gaan. „Het leven is een gave van God waarover wij niet kunnen beschikken.”
In het naburige Maleisië is het al jarenlang gebruik om drugshandelaren met de dood te straffen. Het gevolg is dat de drugshandel er behoorlijk is afgenomen. Indonesië lijkt onder de nieuwe president Joko Widodo deze harde hand te gaan volgen. De doodstraf, die al eeuwen in de wet is opgenomen, werd door zijn voorgangers niet ten uitvoer gebracht. Widodo breekt met dit beleid. Zijn land is nummer 1 in de internationale doorvoerhandel van drugs (het heeft de rol van Thailand en China overgenomen), wat de samenleving steeds meer ruïneert.
De Indonesische Raad van Kerken (PGI) heeft bij monde van voorzitter Henriette Tabita Lebang zijn zorg over het aantal doodvonnissen aan de regering kenbaar gemaakt. „Wij vinden dat het leven een gave van God is dat we niet zelf kunnen wegnemen”, zegt zij desgevraagd. „Wij zijn óók bezorgd over het probleem van de drugs en vinden dat de regels en wetten van het land gerespecteerd moeten worden. Wij willen loyaal zijn aan de staat, maar niet ten koste van de Bijbelse principes van het leven. De doodstraf lost bovendien het probleem niet structureel op.”
PGI-staflid Krise Gosal sluit zich daarbij aan. Fijntjes wijst zij erop dat de doodstraf een erfenis is uit de Nederlandse koloniale tijd. „Mijn bezwaar is dat de straf de persoon in kwestie geen kans geeft om zijn gedrag te veranderen en ook niet voor God om mensen te veranderen. De staat moet de rechten van mensen beschermen en zich inzetten voor gerechtigheid. Ook de kerken in Maleisië hebben, helaas tevergeefs, geprotesteerd.”
Erika Ellyani, diaken van de Javaanse Presbyteriaanse Kerk in Kampung Sawah, bij Jakarta gelegen: „Wij bidden God om vergeving van zonden, waarom zouden we dan het leven van iemand afnemen? Ik begrijp dat het land zijn eigen mensen wil beschermen, maar de handel wordt niet gestopt door deze straffen. Het probleem is dat drugs business is geworden, een kwestie van vraag en aanbod, die alleen gestopt kan worden door ethische bezinning op de waarden van familie en gezin.”
Widodo is een vriendelijk ogende president –zijn portretten zijn overal in publieke gebouwen te zien–, maar hij is vastbesloten dit probleem met wortel en tak uit te roeien. Hij is een echte Javaan, zegt Edward Hanock, docent aan de Theologische School Setia in Jakarta. „De kerken zijn over het algemeen tegen de doodstraf en ik sluit mij daarbij aan. Het leven is een geschenk van God dat wij niet eigenmachtig voor ons kunnen opeisen. De islam denkt er anders over en vindt dat drugshandel een dermate buitengewone misdaad is dat de doodstraf op zijn plaats is.”
Ook de Theologische Faculteit van Jakarta (JTS), waarmee de Protestantse Kerk in Nederland nauwe banden onderhoudt, neemt een afwijzend standpunt in. „We argumenteren vanuit het respect voor het menselijk leven”, reageert docent dr. Stephen Suleeman. „Het is beter om het kwaad bij de wortel aan te pakken, namelijk de corruptie bij de politie. Zij verdient veel aan drugs. Kerken zijn helaas vaak apolitiek en zwijgen over dit soort gevoelige onderwerpen. Het drugsprobleem is daarom zo erg omdat handelaren hun aandacht steeds meer richten op kinderen die door middel van narcotiserende snoepjes verleid worden tot drugs.”
Eenheid
In 1950 sloten 32 regionale kerken zich aan bij de Dewan Gereja-Gereja Indonesia (DGI, Indonesische Raad van Kerken). Sinds 1984 heet die Persekutuan Gereja-Gereja Indonesia (PGI, Eenheid van Indonesische Kerken). De kerken zoeken de eenheid omdat ze in de Republik Indonesia de minderheid vormen. Momenteel zijn er 89 kerken en godsdienstige gemeenschappen bij de PGI aangesloten. Het moderne pand van de PGI in het hart van Jakarta straalt de zelfbewuste aanwezigheid van de kerken in Indonesië uit.
De PGI vormt ook het bestuur van de Indonesische partner Jakoma van organisatie 3xM (More Message in the Media), die sinds 2012 in Indonesië televisieprogramma’s maakt over drugs onder jongeren, getiteld ”Sang Pemenang” (de winnaar). De in Amersfoort gevestigde organisatie verzorgt sinds 1980 in delen van Azië en Afrika christelijke televisie-uitzendingen die zowel een praktische als een evangeliserende insteek hebben.
De PGI benadrukt het belang van christelijke televisieprogramma’s voor het maatschappelijke leven in Indonesië. Krise Gosal zegt dat door middel van de publieke omroep van Indonesië (TVRI) de boodschap van het Evangelie doordringt in de meest afgelegen plattelandsgebieden van Indonesië, op de meer dan 3000 eilanden die Indonesië telt. „Zij brengen vooral christelijke waarden bij op het gebied van gezin, milieu, de plaats van de vrouw en het omgaan met de religieuze verscheidenheid in de Indonesische samenleving.”
Of evangeliserende programma’s mogelijk zijn in een land dat de grootste moslimbevolking kent ter wereld kent? Gosal: „Indonesië is geen moslimstaat en respecteert volgens de officiële staatsideologie pancasila de gevestigde religies. Dat betekent niet dat het de bedoeling is van programma’s om de bevolking expliciet te willen kerstenen. Wel dienen zij gesprekken te stimuleren over interreligieuze kwesties.”
Vrijheid
Gamaliel Paulus, producent van een christelijk tv-station en lid van een pinksterkerk, benadrukt de grote vrijheid die christelijke televisie in Indonesië heeft. „In onze programma’s nodigen wij kijkers uit om hun leven aan Christus te geven. Wij bidden met hen en geven pastoraal advies. Ook verstrekken wij telefoonnummers voor verdere informatie. Dat is echter wat anders dan op pleinen een evangelisatiecampagne opzetten. Er blijft een voorzichtige strategie nodig.”
serie
Kerk in Indonesië
Dit is het tweede deel in een serie over kerk en godsdienst in het islamitische Indonesië.