Torenspits Grote Kerk beeldmerk van Overschie
De Grote Kerk in Rotterdam-Overschie, met zijn markante torenspits in de vorm van een ui, is al vanaf Delft te zien. Het monumentale gebouw is de preekplek van de protestantse gemeente te Overschie, die deze maand tien jaar bestaat.

Tien jaar protestantse gemeente is maar een heel klein stukje in „de lange geschiedenis die God met Zijn kerk gaat”, zegt ds. W. Koerselman. De predikant dient de gemeente vijfenhalf jaar. Naast hem neemt ds. W. M. de Boer het ouderenpastoraat voor zijn rekening.
Op deze plek aan de Schie komen al bijna duizend jaar christenen bijeen om te bidden en te zingen, stil te worden en te luisteren naar Gods Woord. „Dat heeft iets”, zegt ds. Koerselman. „Je staat in een traditie waar je zuinig op moet zijn.”
Omstreeks 1050 was er al sprake van een kapel aan de Schie. Diverse keren viel deze ten prooi aan oorlogsgeweld en brand. Op de resten ervan werd omstreeks 1500 het eerste kerkgebouw opgetrokken. Dit kreeg een grote vierkante toren waarop begin zeventiende eeuw de karakteristieke spits werd aangebracht.
In de loop der tijd raakte de kerk steeds sterker in verval. Aan het eind van de negentiende eeuw werd het bedehuis ook te klein voor de groeiende kerkelijke gemeente. Noodzakelijke aanpassingen waren zo drastisch dat sloop en nieuwbouw een serieuze optie werden. Er bestond echter geen eensgezindheid over die plannen.
Terwijl de controverse voortwoedde, sloeg op zondagavond 19 maart 1899 de bliksem in de torenspits van het toenmalige bedehuis. De brand die daarop volgde, legde de hele kerk in de as. Ook het in 1862 door Willem Hendrik Kam gebouwde orgel ging in vlammen op. „Geen mensenhanden waren nodig om alles tabula rasa te maken. De Heere heeft het gedaan. Hij, de God der ere die dondert, heeft één bliksemstraal gezonden, die de toren deed ontbranden”, aldus ds. Van der Waal de daaropvolgende zondag in een als kerk gebruikte school.
Er kwam een nieuw godshuis, ontworpen door architect Hooijkaas. De toren werd, als beeldmerk van het dorp Overschie, in oude luister hersteld.
Nadat op 1 maart 1900 de eerste steen was gelegd, werd de nieuwe kerk op 12 mei 1901 in gebruik genomen. Had de oude kerk 900 zitplaatsen, de nieuwe kreeg er 1200.
„Maakt steeds een getrouw gebruik van de godsdienstoefeningen, opdat de stenen van dit nieuwe bedehuis te genen dage over uwe ongodsdienstigheid tegen u tot God om wraak roepen”, aldus ds. Van der Waal bij de ingebruikneming. Het nieuwe, door J. & G. van der Kleij gebouwde orgel werd exact negen jaar later, op 12 mei 1910, in gebruik genomen.
De kerkruimte biedt een weids blikveld. De kruisvormige ruimte wordt met grote bogen overspannen met centraal daarbinnen een stervormig plafond. Grote glas-in-loodramen laten het daglicht hoog invallen. Als vrijstaand object domineert de hooggeplaatste kansel met een opvallend groot klankbord de kerkzaal.
De monumentale kerk van het door Rotterdam geannexeerde dorp Overschie wordt in 2003 aangewezen als rijksmonument. De toren, in 1930 tot gemeentelijk monument verklaard, krijgt in 1970 het predicaat rijksmonument.
Volgens ds. Koerselman is ook de kerk in Rotterdam-Overschie gemarginaliseerd. De zondagse dienst telt rond de 125 bezoekers.
Dankbaar stelt de predikant vast dat de muur die een eeuwlang de scheiding vormde tussen hervormden en gereformeerden tien jaar geleden is weggebroken. „En al zijn we in de achterliggende decennia van vier kerken naar één preekplaats gegaan, onze gemeente is over het dieptepunt heen. We mogen in vertrouwen de toekomst tegemoet gaan.”