Dr. Vreekamp: Zonder Israël bestaat er geen kerk
NIJKERK. „Zonder Israël bestaat er geen kerk.” Dat zei dr. H. Vreekamp gisteren op de landelijke dag van het Platform Appèl Kerk en Israël die werd gehouden in Nijkerk.
Centraal op de bijeenkomst stond een passage uit de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Daarin spreekt de kerk als onderdeel van haar belijdenis uit „gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.”
Het Platform Appèl Kerk en Israël werd in 2002 opgericht om vanaf het grondvlak van de PKN gestalte te geven aan „de kerkelijke opdracht tot onopgeefbare verbondenheid met Israël.”
Op de goed bezochte bijeenkomst in de Nijkerkse Kruiskerk benadrukte dr. Vreekamp, hervormd emeritus predikant te Epe, dat de PKN geroepen is om haar belijdenis serieus te nemen. „Deze passage in de kerkorde is niet marginaal, maar in het hart van de belijdenis opgenomen. Ze behoort derhalve tot de grondwet van de PKN. Zonder Israël bestaat er geen kerk.” Dr. Vreekamp, die van 1984 tot 2002 predikant voor Kerk en Israël was vanwege de Nederlandse Hervormde Kerk, onderstreepte dat de bewuste passage niet spreekt over verbondenheid met Joodse theologen, maar over verbondenheid met het hele Joodse volk, met inbegrip van het land Israël. Volgens dr. Vreekamp is het van beide één: of „onopgeefbaar verbonden” of „onopgeefbaar vijandig.”
In zijn lezing gaf dr. Vreekamp een Bijbelse onderbouwing van de Israëlpassage uit de PKN-kerkorde. De daarin genoemde verbondenheid met Israël is naar zijn oordeel volkomen Bijbels, mits men het Oude Testament en het Nieuwe Testament als een eenheid ziet. „De christelijke heilshistorie begint bij de verkiezing van Abraham; het heil voor alle volken ligt in het verlengde van Israëls uitverkiezing”, aldus dr. Vreekamp, die wees op Romeinen 15:7-13. „Met citaten uit de Pentateuch (de vijf boeken van Mozes), de profeten en andere oudtestamentische geschriften onderstreept Paulus de Joodse wortels van de christelijke kerk.”
Dr. Vreekamp vreest dat in sommige kerkelijke kringen Israël niet langer een exclusieve plaats inneemt. Als voorbeeld noemde hij de brochure ”De muur is afgebroken” van dr. H. Veldhuis. „De universeel getoonzette theologie die uit deze publicatie spreekt is de mijne niet. Weliswaar mogen alle volken delen in het heil, maar dat gaat wel exclusief via de verkiezing van Israël. De kerk kan Gods rijk alleen verwachten door te delen in het perspectief van Israël”, zo zei dr. Vreekamp.
Opperrabbijn B. Jakobs uit Amersfoort sprak zijn waardering uit over de vriendschappelijke relatie tussen orthodoxe Joden en „echt orthodoxe christenen.” Om het toenemende antisemitisme en de groeiende godloosheid in de Westerse samenleving tegen te gaan, riep de opperrabbijn joden en christenen op eendrachtig de zogenoemde noachitische wetten na te komen. Deze wetten zijn een rabbinale constructie op grond van de Hebreeuwse Bijbel; ze zijn speciaal bestemd voor niet-Joden die willen leven zoals God het heeft bedoeld. „Joden en christenen hebben deze noachitische wetten gemeen. Het gezamenlijk uitdragen van en gestalte geven aan de naleving van de zeven noachitische voorschriften zou een dam kunnen opwerpen tegen de verwording van de Westerse samenleving”, aldus de opperrabbijn.
Lenny van der Linden, voorzitter van de provinciale commissie Kerk en Israël Zuid-Holland, gaf handvatten voor een praktische invulling van de „onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.” Volgens Van der Linden dwingt de Israëlpassage in de PKN-kerkorde tot nadenken over de verhouding tussen Kerk en Israël. „Het gaat niet om een vrijblijvende hobby van wat enthousiastelingen, maar om een officieel onderdeel van het kerkelijke belijden. Daarom moet iedere kerkenraad ”Kerk en Israël” in het gemeentebeleidsplan opnemen.” Van der Linden gaf iedere bezoeker een document met tien actiepunten mee waarmee het beleid rond Israël in eigen gemeente gestalte kan krijgen.