Kerk & religie
Ds. Latzel: Kerk die het Evangelie niet meer uitdraagt, houdt op kerk te zijn

Zelden heeft een preek in Duitsland zo veel 
reacties opgeroepen, constateerde de christelijke nieuwsdienst Pro vorige week. Politiek, media én kerk vielen de afgelopen tijd massaal over ds. Olaf Latzel heen. Zelfs het parlement van Bremen sprak zich over hem uit. En dat allemaal vanwege zijn preek op zondag 18 januari. Daarin had hij zich –in, inderdaad, niet mis te verstane bewoordingen– gekeerd tegen het syncretisme, het vermengen van religies.

26 February 2015 21:32Gewijzigd op 15 November 2020 16:59
Ds. Olaf Latzel. Beeld RD
Ds. Olaf Latzel. Beeld RD

Na afloop van het gesprek laat ds. Latzel zijn „Martini” zien. Het kerkgebouw, hartje Bremen, werd in 1944 grotendeels verwoest, maar na de oorlog in oude luister hersteld. De predikant wijst naar het rijkversierde orgelfront, de gebrandschilderde ramen. Voor de –uit 1597 daterende– kansel houdt hij halt. Ds. Latzel pakt een Bijbel. Hier gebeurde het, op 18 januari.

Thema van zijn preek op de bewuste zondag was: ”An Gideon die Reinigung von den fremden Göttern lernen” – zo veel als: ”Van Gideon de reiniging van de vreemde goden leren”. Hij keerde zich daarin onder meer tegen het vereenzelvigen van God en Allah, en het gezamenlijk bidden door christenen en moslims. „Dat is zonde, en dat mag niet. Daarvan moeten we ons reinigen.” Mogen christenen ingaan op een uitnodiging van moslims om „hun Suikerfeest en al die onzin” mee te vieren? „Nee”, gaf ds. Latzel als antwoord, „daarin dienen we heel zuiver te blijven.”

Hij maande zijn gemeente verder geen boeddhabeelden in huis te nemen. „Dat is afgodendienst.” Ook waarschuwde hij voor de „relikwieëndrek en -cultus” van de Rooms-Katholieke Kerk.

In de weken die volgden, kreeg de voorganger bakken kritiek over zich uitgestort. Op de trappen van de dom, niet ver bij de St. Martinikirche vandaan, hielden zeventig protestantse pastores begin deze maand een protestactie. In een pamflet verklaarden zij zich te distantiëren van „fundamentalisme van welke aard dan ook.” Vorige week sprak ook de Bremer Landtag zich tegen ds. Latzel uit. Op initiatief van de partij Die Linke nam het parlement van de kleinste Duitse deelstaat een resolutie aan waarin het zich keert tegen elke poging „om onder de dekmantel van prediking en Schriftuitleg haat tegen anders- en niet-gelovigen te verbreiden.” Volgens de resolutie zijn de uitlatingen in de preek van 18 januari „absoluut ontoelaatbaar” en mogen die „niet zonder consequenties blijven.” De officier van justitie heeft de kwestie op dit moment in onderzoek.

Kunt u kort aangeven wat er nu precies gebeurd is, op die zondag en daarna?

„Achtergrond van mijn preek was dat de vorige predikant van de gemeente, Jens Motschmann, zich in een artikel in een stadsmagazine had uitgesproken voor een ”House of One””, zegt ds. Latzel in zijn werkvertrek, grenzend aan de St. Martini. „Een gebedshuis dus voor joden, christenen en moslims. Die tendens zie je –helaas, helaas– overal in de Evangelische Kerk in Duitsland. De abrahamitische oecumene: joden, christenen en moslims hebben één God.

Ds. Motschmann was een heel goede predikant, een goed man ook. Maar zijn vrouw is betrokken bij de CDU in Bremen. We vermoeden dat hij om die reden geen al te conservatieve positie heeft willen innemen ten opzichte van een ”House of One”. Maar dat is een vermoeden.

In de preek heb ik ook willen ingaan op concrete vragen uit de gemeente. Mensen vroegen: „Op de kleuterschool van mijn kleindochter wordt het Suikerfeest gevierd. Kunnen wij daarheen gaan?” Of: „We kregen van onze zoon een boeddhabeeld. Wat vindt u daarvan?”

Heel concrete vragen, kortom. En daarin heb ik duidelijk willen zijn. Zo kent de gemeente me ook: ik probeer altijd helder en klaar Jezus Christus te verkondigen. Maar zo’n anderhalve week later, nadat een lokale zender erover had bericht, kwam er een storm aan reacties op de preek los.”

Hoe kwam die bij de media terecht?

„Dat weten we niet, al hebben we wel een vermoeden. Sowieso is de preek via internet terug te luisteren. Normaal luisteren zo’n 100, 150 mensen tijdens een dienst via internet mee. Maar deze preek is al meer dan 120.000 keer beluisterd, via YouTube onder meer. Het is ongehoord, waanzin eigenlijk.

De eerste reacties kwamen vooral van collega-predikanten en theologen – vaak zonder dat ze de preek hadden gehoord. Ik zou haat hebben gepreekt, te harde woorden hebben gebruikt. De Bremer Evangelische Kerk liet in haar orgaan BEK-Forum meer dan tien theologen reageren. Allemaal afwijzend.

Men dacht ook dat ik me tegen ”Bremen is bont”, een campagne voor een multicultureel Bremen, had gekeerd. Onzin. Ik ben voor Bremen bont. God heeft alle mensen gelijk geschapen. Ik preek in buitenlandse gemeenten: Turkse, Arabische. We zijn niet rechts-radicaal of antisemitisch, absoluut niet.

Wat je vervolgens zag, was dat veel mensen de preek zelf gingen beluisteren en zich afvroegen: Wat is hier aan de hand? Jan Fleischhauer, columnist van het opinieblad Der Spiegel, stelde dat ik niet meer had gedaan dan mijn christelijke geloofsovertuiging uitgedragen. De krant Die Welt schreef iets vergelijkbaars.”

De predikant loopt even weg, komt dan terug met twee volle ordners. „Ik heb meer dan 5000 mails ontvangen, en nog steeds stromen ze binnen. Uit heel Duitsland. Daarvan zijn er misschien 40, 50 negatief. Ik krijg stapels post, kan niet eens alles openen. Het is een ongelooflijke hype.”

Ziet u een verband met de Pegidademonstraties in Duitsland?

„Ik weet het niet. Ik geloof wel dat de vraag: „Wie is de ware God?” mensen ook vandaag bezighoudt. Het dagblad Bremer Nachrichten bericht al weken over de kwestie – hier: een complete pagina met lezersreacties! Zo’n krant schrijft echt alleen wat mensen interesseert. Blijkbaar interesseren deze vragen hen.

Maar in grote delen van de kerk worden juist op deze vragen geen antwoorden meer gegeven. Tijdens het gesprek met vertegenwoordigers van de Bremer Evangelische Kerk heb ik gevraagd: „Hoe zit het nu met Allah? Is dat een god die we aanbidden kunnen of niet?” Hun antwoord: „Daarvan vindt de een dit, de ander dat; wij zeggen daar niets over.” Maar een kerk die, 500 jaar na Luther, geen antwoord meer heeft op deze vragen, het Evangelie niet meer uitdraagt, houdt ten slotte op kerk te zijn.

Maar dat is precies wat je ziet gebeuren. De theologie aan de Duitse universiteiten is een catastrofe. De Bijbel wordt kapotgemaakt. Vraag je aan een doorsneepredikant of hij in de maagdelijke geboorte van Jezus Christus gelooft, dan zegt hij: „Nee, daar geloof ik niet in.” „Geloof je dat Jezus werkelijk 5000 mensen gevoed heeft met vijf broden en twee vissen?” „Onmogelijk.” Een schepping in zes keer 24 uur? De lichamelijke opstanding van Jezus? „Daar geloven we niet meer in.” En wat er nu dus gebeurt is dat een preek die vijftig jaar geleden nog door de helft van de Duitse predikanten gehouden had kunnen worden, nu veroordeeld wordt.”

Uw woordgebruik –boeddha als „oude vette heer”– zal hier ook een rol hebben gespeeld. Had u hetzelfde niet met andere woorden kunnen zeggen?

„Dat is een vraag die ik mezelf, als christen, ook stel. Ik heb me er ook voor verontschuldigd als ik mensen daarmee pijn heb gedaan. Aan de andere kant weet ik zeker dat de preek dan al snel weinigen zou hebben geïnteresseerd. Zo reageren veel mensen nu ook: Latzel heeft zich qua toon vergist, maar daarvoor heeft hij zijn excuses aangeboden. Het gaat hem om de inhoud, om de kern.”

Uw preek ligt momenteel bij de officier van justitie. Welke uitkomst verwacht u?

„De officier bestudeert de preek op dit moment, of er sprake is geweest van het kwetsen van religieuze gevoelens. Wat daar uitkomt – ik weet het niet.”

Het lijkt toch ondenkbaar dat u voor uw preek veroordeeld wordt.

„Ik kan me dat ook niet goed voorstellen. Maar wie een paar weken geleden tegen me had gezegd dat de Bremer Landtag zich een uur lang over mijn preek zou gaan buigen, had ik ook niet geloofd.”

Krijgt u ook steun van predikanten in Bremen?

„Zeker. We hebben hier een werkgemeenschap van missionaire predikanten, AMK. Daartoe behoren diverse predikanten, ook lutheranen, binnen de landskerk. Eens in de zes, acht weken ontmoeten we elkaar. Het mooie is dat de AMK heeft gezegd: Zoals de Bremer Kirche met Latzel is omgegaan, kan het echt niet. Je kunt iemand niet zomaar in het openbaar afslachten.”

Wat doen zulke weken met een predikant en zijn gezin?

„Veel mensen in mijn omgeving slapen slecht, denken dat het helemaal misgaat. Ik moet zeggen: ik heb zeer Gods nabijheid bemerkt. Tijdens het lezen van dagteksten en stukjes uit de Bijbel, of de weekpsalmen.

Het is ook een zeer interessante tijd. Ik moet het allemaal een beetje laten bezinken. Ik hoop vooral dat door dit alles het Woord van God zijn loop zal hebben. Het gaat niet om Olaf Latzel. Maar toen er onlangs 700 mensen in de kerk zaten –normaal zo’n 300– deed me dat toch wel wat.”

„Eindelijk spreekt een predikant een keer de taal van Maarten Luther”, stelde iemand in de Bremer Nachrichten. Maar volgens een ander vertolkt u een gedachtegoed „dat we overwonnen dachten te hebben, namelijk dat van de middeleeuwen.”

„Ik zeg eerlijk: soms durf ik alles helemaal niet te lezen. Dan zou ik hoogmoedig worden. Daarom is zo’n tweede reactie ook nodig, om met beide benen op de grond te blijven.

Weet je: ik wílde helemaal geen predikant worden. Soldaat wilde ik worden. Maar God heeft me geroepen, heel duidelijk. En het is een eer, een ongelooflijke eer, een verwaardiging, dat ik Zijn heilig, levend Woord mag verkondigen.”


Ds. Olaf Latzel

Ds. Olaf Latzel (47) studeerde theologie aan de universiteit van Marburg. In 1998 verbond hij zich aan de Evangelisch-Reformierte Kirchengemeinde Trupbach-Seelbach, in het kerkelijk district Siegen. „Daar, in het Siegerland, tussen Dillenburg en Siegen, een behoudende streek, ligt ook mijn geestelijke heimat.”

Sinds 1 december 2007 is ds. Latzel predikant van de evangelische –protestantse– St. Martinikirche in Bremen. De geschiedenis van deze gemeente is door Eberhard Hagemann getypeerd als „een protestants drama”, gezien haar zeer uiteenlopende theologische ligging door de eeuwen heen. Voor een omslag in conservatieve zin zorgde in de twintigste eeuw prof. dr. Georg Huntemann, die de St. Martini van 1974 tot 1987 diende. Huntemann overleed in februari vorig jaar. Ds. Latzel leidde zijn begrafenis.

De predikant is gehuwd en heeft een dochter.


Zie ook

Resolutie Bremer parlement over preek „doet denken aan dictaturen” (RD.nl, 20-02-2015)

Preek ds. Latzel niet opruiend (RD.nl, 21-02-2015)

Parlement Bremen spreekt zich uit tegen preek ds. Latzel (RD.nl, 19-02-2015)

Bremer kerk: Geen tuchtmaatregelen tegen ds. Latzel (RD.nl, 13-02-2015)

Protestactie voorgangers tegen Bremer predikant (RD.nl, 06-02-2015)

Bremer predikant en kerk komen niet dichter tot elkaar (RD.nl, 05-02-2015)

Duitse predikant: Haatprediker of roepende in de woestijn? (Reformatorisch Dagblad, 30-01-2015)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer