BRUSSEL. De eurogroep heeft dinsdag ingestemd met de hervormingsvoorstellen van de Griekse regering. Daarmee is de dreiging van een acute crisis weer even van de baan. De stand van zaken aan de hand van enkele vragen.
Wat betekent het nu bereikte akkoord voor Griekenland?
Het land gaat voorlopig verder onder de beschermende paraplu van de internationale geldschieters. Het steunprogramma, met financiële middelen van de eurolanden, het Europees noodfonds en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), wordt met vier maanden verlengd. Zonder een deal zou de geldkraan eind deze week zijn dichtgedraaid. Dan waren de Grieken in ernstige betalingsproblemen geraakt. Nu ontvangen zij straks, als zij blijven voldoen aan de voorwaarden, het resterende bedrag, ruim 7 miljard euro, van de eerder toegezegde kredieten.
Wat houden die voorwaarden in?
Ze betekenen voortzetting van het vanaf 2010, in ruil voor de leningen, opgelegde saneringsbeleid. Premier Tsipras en zijn kabinet mogen wat verschuivingen aanbrengen, maar de andere eurolanden accepteren niet dat dit ten koste gaat van een verbetering van de overheidsfinanciën.
De Griekse burgers zullen ervaren dat er geen sprake is van een echte breuk met de strenge aanpak van de afgelopen jaren, zoals wel in de verkiezingscampagne was beloofd door de huidige regeringspartij Syriza. Tsipras en zijn minister van Financiën Varoufakis proberen het zo mooi mogelijk voor te stellen, maar zij hebben gewoon bakzeil gehaald. De onmiddellijke verhoging van het minimumloon bijvoorbeeld is geschrapt. Het weer in dienst nemen van ontslagen ambtenaren eveneens. Mogelijkheden van vervroegd pensioen worden beperkt.
Hoe ziet het vervolgtraject eruit?
De echte problemen zijn niet opgelost. Het kersverse akkoord verschaft alleen tijd om te onderhandelen over wat op de langere termijn dient te gebeuren. En daarbij wachten ongetwijfeld opnieuw moeizame besprekingen.
Eerst moeten, voor eind april, de hervormingsplannen concrete uitwerking krijgen. Vervolgens: er is weinig perspectief dat over vier maanden al Griekenland weer zelf kan lenen op de kapitaalmarkt. Dus lijkt voor de periode daarna een derde steunoperatie onvermijdelijk, na de in 2010 toegekende 110 miljard euro en de in 2011 aanvullende 130 miljard. Ook daaraan zullen strikte voorwaarden gekoppeld worden. Dan gaan we met de recente discussie op herhaling.
De tegendraadse standpunten van de regering van Tsipras zijn bekend. Komt er van de beloofde hervormingen wel iets terecht?
De regering verkeert in een lastige positie en vormt een ongewisse factor. Het feest van de verkiezingsoverwinning is voorbij en nu zit ze klem tussen de overige eurolanden en de eigen aanhang. Het gemor binnen de partij steekt al de kop op, want ze kan de beloften niet waarmaken.
In Europa geniet ze weinig vertrouwen. Ze ging er aanvankelijk vol tegenaan en schuwde de confrontatie, veelal via de media, niet. Dat stuitte op onbegrip. Varoufakis stond binnen de eurogroep dan ook alleen. Belangrijk is dat hij en zijn Griekse collega’s het vertrouwen weten te herstellen. Dijsselbloem, voorzitter van de euroministers, wees daar vrijdagavond nadrukkelijk op.
Twijfels klonken door in de reactie gisteren van het IMF op de voorgenomen hervormingen. De instelling gaf het voordeel van de twijfel, maar constateerde wel te weinig harde toezeggingen over de uitvoering ervan.
We hebben veel geld geleend aan Griekenland. Krijgen we dat ooit nog terug?
Volgens cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek gisteren publiceerde gaat het voor de Nederlandse overheid om 11,9 miljard euro, ruim 700 euro per burger. Tot dusver zijn we er geen cent bij ingeschoten en het jongste akkoord spreekt van volledige naleving van de verplichtingen aan de financiers. Maar de schuldenlast blijft knellen en dat maakt terugbetaling in de toekomst toch onzeker.