Het cijferseizoen op de beurzen is zo goed als afgelopen. Beleggers zullen deze week nog vooral uitkijken naar de resultaten van Nvidia, de belangrijkste verkoper van chips voor kunstmatige intelligentie (AI) ter wereld, die op woensdag verschijnen.
Deze resultaten kunnen bepalen welke richting de aandelenmarkten op zullen gaan. De aandelen van Nvidia zijn in de afgelopen twee jaar met bijna 800 procent gestegen, dankzij het succes van hun toonaangevende AI-activiteiten. Dit heeft het bedrijf gemaakt tot het waardevolste halfgeleiderbedrijf ter wereld.
Door deze grote invloed speelt Nvidia een belangrijke rol in beursindexen zoals de S&P 500 en de Nasdaq. De resultaten zullen ook gezien worden als een graadmeter voor de interesse in technologieaandelen, de AI-markt en de algemene stemming op de aandelenmarkt. „De markten zoeken momenteel naar een richting. Als de resultaten sterk zijn, laat dat zien dat er nog steeds momentum zit in deze sector en investeringen, wat kan zorgen voor een bredere risicobereidheid”, zegt een beleggingsstrateeg van vermogensbeheerder Natixis Investment Managers.
Beleggers kijken verder uit naar nieuwe inflatiecijfers uit de eurozone die dinsdag worden gepubliceerd. Die cijfers spelen een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Bij de kleinere bedrijven in Amsterdam staan dinsdag de resultaten van gamesbedrijf Azerio op het programma.
De AEX, de toonaangevende index van de 25 meest verhandelde aandelen in Amsterdam, sloot afgelopen vrijdag 1,4 procent lager op 862,50 punten. Op weekbasis leverde de hoofdindex 1,3 procent in, waardoor de grens van 900 punten opnieuw verder uit zicht raakt. Halverwege juli bereikte de AEX nog een recordhoogte van bijna 950 punten. Toch hebben beleggers weinig reden tot klagen: de index staat sinds het begin van dit jaar nog steeds ruim 10 procent hoger.
De stemming op de beursvloeren werd vorige week onder meer gedrukt door uitlatingen van Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell. Volgens hem zijn de recente prestaties van de Amerikaanse economie „opmerkelijk goed” en geeft de economie geen signalen af dat de centrale bank haast moet maken met het verlagen van de rente. Beleggers hadden juist gehoopt op verdere renteverlagingen.