Psychiater: Veel mensen met wanen niet in beeld bij ggz
KAMPEN. Bart van U. had grote angst voor een terreuraanslag en blijkt daarom wapens in bezit te hebben gehad. Hoe kan iemand met zorgelijke waandenkbeelden een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) ontlopen?
Sinds de aanslagen in de VS in 2001 zou Van U., verdachte van de moord op oud-minister Borst, lijden aan grote angst voor een aanslag in zijn omgeving. Psychiater Hans Meissner, werkzaam bij Dimence in Kampen, volgt de berichtgeving over de zaak met belangstelling.
Dat iemand met waandenkbeelden en een grote angst voor een terreuraanslag geen hulp krijgt vanuit de ggz, kan Meissner zich voorstellen. „Veel mensen die aan angsten en wanen lijden komen nooit in contact met de ggz, al was het maar omdat ze zo angstig zijn dat ze daarmee niet voor de dag durven komen. Zij beleven hun waan als de werkelijkheid. Waarom zou je je dan laten behandelen? Het zijn vaak zorgmijders.”
Wat te doen als de omgeving signaleert dat iemand door zijn wanen serieus gevaar kan opleveren?
„Dan kan een rechterlijke machtiging worden aangevraagd bij justitie om zo’n persoon te laten opnemen. Een hulpverlener uit de gzz kan dit doen, maar ook ieder ander, zoals de politie. Een onafhankelijke psychiater wordt dan om een oordeel gevraagd. Deze kijkt of hij een psychiatrisch ziektebeeld kan vaststellen, of er sprake is van gevaar en of er een verband bestaat tussen die twee zaken.
Als die vragen bevestigend worden beantwoord, geeft de hulpverlener een geneeskundige verklaring af. De persoon in kwestie krijgt vervolgens een advocaat toegewezen, waarna er een rechtszitting plaatsheeft. De rechter doet een uitspraak. Als de rechterlijke machtiging, RM, wordt toegekend, heeft de ggz de verplichting de persoon binnen twee weken op te nemen.”
Hangt het al dan niet verstrekken van een geneeskundige verklaring af van het oordeel van één psychiater?
„Een aanvraag wordt beoordeeld door een onafhankelijke psychiater. Hij bestudeert daarvoor het dossier van de patiënt, als dat er is, maar spreekt ook met de patiënt zelf en zijn behandelaars, als die er zijn. Er wordt dus zorgvuldig en zo mogelijk van verschillende kanten naar gekeken.”
In de zaak Van U. stelt het OM dat er is aangedrongen op een behandeling, maar dat die er niet is gekomen.
„Ik kan uiteraard niet ingaan op deze specifieke zaak. Maar het komt voor dat een persoon wordt beoordeeld door een psychiater en dat deze vervolgens geen geneeskundige verklaring afgeeft die tot een gedwongen opname kan leiden. Er zijn ook voorbeelden dat die verklaring er wel was, maar dat de rechter, mede door de inbreng van de persoon in kwestie, tot een ander oordeel komt. De rechter is er dan bijvoorbeeld niet van overtuigd dat er sprake is van gevaar. Dat soort situaties heb ik wel meegemaakt.”
Als iemand lijdt onder grote angst voor een aanslag en daarom ook wapens in bezit heeft, lijkt er sprake van ernstige signalen.
„Dat zou je op het eerste gezicht inderdaad zeggen. Maar het is mogelijk dat een persoon die goed gebekt is een verhaal heeft afgestoken waarin hij duidelijk heeft gemaakt dat zijn gedrag valt binnen de bandbreedte van de rechten van een angstige burger. Al moet ik zeggen dat wapenbezit te ver gaat.”
Volgens het OM zouden meerdere verdachten een noodzakelijke ggz-behandeling ontlopen.
„Dat is mogelijk. Daarvan kan ook sprake zijn als iemand wél met een rechterlijke machtiging is opgenomen. Iemand krijgt dan een klinische behandeling. Als hij daaraan meewerkt en daarvoor tekent, kan hij een voorwaardelijke RM krijgen. Hij mag dan onder strikte voorwaarden –bijvoorbeeld medicijnen innemen en geen drugs gebruiken– naar huis. Een ambulante behandelaar heeft de taak na te gaan of aan de voorwaarden wordt voldaan. In de praktijk komt het wel eens voor dat een patiënt daar toch mee sjoemelt.”
Van U. leed aan grote angst voor een terreuraanslag. Komt die specifieke angst vaker voor?
„Ik heb het in deze vorm niet vaak meegemaakt, maar het is zeker voorstelbaar. Mensen die gevoelig zijn voor waandenkbeelden kunnen daar een eigen verhaal omheen maken, mede vanuit de actualiteit. Zo kunnen ze de angst ontwikkelen dat zij zelf, of hun straat of stad gevaar lopen.”