Schotse arts onderzoekt kerk in Rotterdam
Hij is huisarts en dermatoloog op het Schotse eiland Lewis, ouderling van de Free Presbyterian Church te Stornoway en geïnteresseerd in de Schotse kerkgeschiedenis. Voor de tiende maal was hij onlangs in Nederland. In het Rotterdamse gemeentearchief zocht hij naar nieuwe informatie over Schotse vluchtelingen in de tijd van het covenant.
Dr. Robert Dickie (60) werd geboren in Aberdeen, aan de oostkust van Schotland. Na zijn studie aan de universiteit van Aberdeen begon hij, dertig jaar geleden, een huisartsenpraktijk in Stornoway op Lewis, het grootste eiland van de Hebridengroep voor de noordwestkust van Schotland.
Interesse in de geschiedenis van de Schotse kerk in Rotterdam ten tijde van de covenanters bracht Dickie inmiddels meerdere malen naar Nederland. Eerder publiceerde hij al over de Schotse kerk in Rotterdam. Nu is hij bezig met een onderzoek naar de predikanten die de kerk in deze stad in de tweede helft van de zeventiende eeuw dienden.
Viervoudige staat
Het Hebrideneiland Lewis staat te boek als het kerkelijk Elim van Groot-Brittannië, een eiland met een rijke geestelijke traditie. De veerboot voer niet op zondag. Het busvervoer lag stil. De winkels waren dicht. „Maar de secularisatie heeft ook Lewis bereikt”, zegt Dickie. „De ferry vaart inmiddels op zondag. De vliegtuigen landen op zondag. Sommige restaurants zijn open op zondag. De kerken zitten steeds minder vol. En de Schotse media schrijven graag negatieve artikelen over het christendom, ook op Lewis.”
De stad Stornoway kent vele kerken. Moeiteloos somt Dickie op: de Church of Scotland, de Free Church of Scotland, de Free Church of Scotland (continuing), de Associated Presbyterian Church, de Reformed Presbyterian Church, de Free Presbyterian Church. „Lewis is niet zo’n erg groot eiland, maar we hebben vele kerken. Het is net Nederland. Veel scheuringen komen voort uit het verlaten van de gereformeerde leer en leven. Maar er is ook veel mensenwerk.”
Zelf behoort dr. Dickie tot de Free Presbyterian Church in Stornoway. Daar is hij ouderling. Als de predikant van die gemeente, ds. James Tallach, elders preekt, gaat Dickie voor in een leesdienst. Het liefst leest hij dan preken van Boston, Spurgeon, Owen of van de Erskines.
Mr. Dickie kwam tot bekering tijdens zijn studententijd in Aberdeen. Daar kwam hij in contact met de Free Presbyterian Church. Onder de prediking daar ontdekte hij dat hij een zondig mens was, maar ook dat er een Zaligmaker was Die verzoening wilde doen voor al zijn zonden. „In een boekwinkel vond ik het boek van Thomas Boston, ”De viervoudige staat”. Dat boek is voor mij tot grote zegen geweest. Ik heb het ingedronken, stukgelezen. Alles was nieuw voor mij, maar de Heilige Geest heeft het woord voor woord voor mij willen gebruiken. Wat ik bij Boston las, was precies wat er in mijn hart leefde. Dit boek heeft mij dichter bij Christus gebracht. Christus is nu mijn Redder, mijn alles.”
Scots Church
Al vele jaren verdiept Dickie zich in de geschiedenis van de Schotse kerk in Rotterdam. Meer dan eens was hij in het Stadsarchief Rotterdam op zoek naar nieuwe gegevens over vervolgde Schotse covenanters, die in het midden van de zeventiende eeuw Schotland moesten ontvluchtten. „In Rotterdam vonden ze een veilige haven. Daar stichtten ze in 1643 de Scots Church, die zich door de aanhoudende stroom vluchtelingen snel uitbreidde. Deze gemeente bestaat nog steeds als de Scots International Church aan de Schiedamse Vest. Het is een Engelstalige protestantse kerkgemeenschap in de presbyteriaanse traditie die deel uitmaakt van de Church of Scotland.”
De Schotten in Rotterdam onderhielden in de zeventiende eeuw broederlijke contacten met de stadspredikanten van de Maasstad, onder wie Borstius en Koelman. „Borstius en Koelman vertaalden verschillende Schotse werken in het Nederlands.”
Het gemeentearchief hielp Dickie meerdere malen aan nieuwe informatie. „Ik wilde meer weten over hoe het gemeenteleven van de Schotse kerk in Rotterdam begonnen is, hoe dat een plaats kreeg in de Nederlandse samenleving. Binnenkort wil ik er opnieuw over publiceren in de Historical Journal, het kerkhistorisch tijdschrift van de Scottish Reformation Society.”
Nederlands
Dr. Dickie spreekt opvallend goed Nederlands. „Ik heb altijd van taal gehouden, heb vroeger Frans en Duits en zelfs een beetje Roemeens, Noors en Latijn geleerd. Nederlands heb ik geleerd aan de hand van de Statenvertaling en het lezen van preken van onder anderen Lodenstein, Van der Groe en Van de Kemp. Ook heb ik veel geluisterd naar Nederlandse preken op prekenweb en naar preken op cd.”
Tijdens zijn verblijf in Nederland was dr. Dickie op zondag in verschillende kerkverbanden te vinden. Hij kerkte bijvoorbeeld bij de gereformeerde gemeente in Veenendaal, waar ds. B. Labee voorging, en bij de gereformeerde gemeente in Nederland te Wijk en Aalburg, waar preken werden gelezen van ds. M. van Beek en van ds. C. Smits.
Aan die diensten heeft hij zijn hart opgehaald, zegt hij. „De boodschap die ik er hoorde, was de taal van mijn hart. Aan de exegese was veel zorg besteed, en er was ook aandacht voor de noodzaak van de toepassing door Gods Geest. Ik ben ook onder de indruk van de eenheid onder de kerkmensen in Nederland. Iedereen leest de Statenvertaling, iedereen onderschrijft de Dordtse Leerregels, in de kerken worden alleen psalmen gezongen. Die overeenstemming vind je in Schotland niet meer.”