Voor maximaal een jaar worden er zes F-16-gevechtsvliegtuigen ingezet boven Irak. Hiervoor worden 250 militairen ingezet.

Ook worden 130 militairen ingezet om hun Iraakse en Koerdische collega’s te trainen. De humanitaire hulp wordt geintensiveerd.

Volgens minister Hennis-Plasschaert kunnen de Nederlandse F-16’s over een week in actie komen boven Irak. De gevechtsvliegtuigen gaan waarschijnlijk vanuit Jordanië opereren, maar dat moet de komende dagen echt duidelijk worden. Donderdag gaan er twee Nederlandse verkenningsteams op pad om een en ander voor te bereiden. Eén team gaat naar Jordanië, het andere naar Irak, aldus de minister.

Vicepremier Lodewijk Asscher zei dat er internationaal geen overeenstemming is over een „adequaat volkenrechtelijk mandaat” voor militair ingrijpen tegen Islamitische Staat in Syrië. Voor ingrijpen in Irak biedt een (herhaald) verzoek om steun van de legitieme Iraakse regering „afdoende mandaat” voor de Nederlandse inzet.

Het kabinet is zich er „uiteraard” van bewust dat IS zich kan verplaatsen van Irak naar Syrië. De Amerikanen proberen dat met een offensief te beperken. Het kabinet heeft begrip voor dat Amerikaans ingrijpen, „ook al trekken wij de conclusie dat Nederland daar niet aan meedoet”.

De politieke partijen reageren positief op het besluit. Alleen de SP vindt deelname onverstandig. „Een terroristische organisatie bestrijd je niet met luchtaanvallen, die zit overal onder de bevolking. Je houdt er geen onthoofdingen mee tegen. En een militaire aanpak staat een politieke oplossing in de weg.”

Kees van der Staaij, fractievoorzitter van de SGP steunt het kabinetsbesluit. „De ongekende wreedheden en systematisch uitgevoerde moordpartijen rechtvaardigen dit besluit ten volle. Waar nog bijkomt dat er inmiddels ook sprake is van een onbeschrijflijk drama voor alle mensen die op de vlucht zijn voor Islamitische Staat. Het uitschakelen van ISIS en vergelijkbare terreurgroepen is in het belang van de hele wereld. Naast deze militaire inzet met er ook werk gemaakt worden van een veilige opvang voor vluchtelingen. Bijzondere aandacht is nodig voor kwetsbare minderheidsgroepen als christenen en yezidi’s.”

Joël Voordewind, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, is ook voor deelname. „Wij dringen hier al langer op aan. Het is begrijpelijk dat Nederland zich op dit moment beperkt tot Irak vanwege het onduidelijke volkenrechtelijk mandaat en strategie als het om Syrië gaat. Wij hopen dat er snel duidelijkheid komt over het volkenrechtelijk mandaat voor Syrië.”