Politiek

PvdA-senator Schrijver: Ook vanzelfsprekende rechten hebben grenzen

Hij coördineerde het verzet tegen een wettelijk verbod op de onbedwelmde, rituele slacht door jood of moslim. PvdA-senator Schrijver: „Ik bid of het beschermen van de rechten van minderheden mijn drijfveer mag zijn.”

Jakko Gunst

4 August 2014 07:32Gewijzigd op 15 November 2020 12:12
Schrijver. beeld RD, Henk Visscher
Schrijver. beeld RD, Henk Visscher

De PvdA zit electoraal gezien in een diepe put. In Socialisme en Democratie, het PvdA-partijblad, uitte PvdA-senator Koole onlangs alarmerende woorden. Onder andere de top van de partij moest het flink ontgelden. Te veel gericht op het verdedigen van het kabinetsbeleid, luidde Kooles kritiek.

In de fractiekamer in het Senaatsgebouw maakt Schrijver, vicevoorzitter van de PvdA-Eerste Kamerfractie en lid van diverse mensenrechtencomités van de Verenigde Naties, een afwerend gebaar. Aan het geven van een reactie heeft hij geen sterke behoefte. „Koole deed zijn uitspraken mede als oud-partijvoorzitter. Dat ben ik niet. Ik help mijn partij ook graag vooruit, maar beperk me tot vraagstukken rond mijn woordvoerderschappen en mijn vakgebied, de rechten van minderheden. Het is allemaal al ingewikkeld genoeg.”

Schrijver veert wel betrokken op om commentaar te geven op een recente bestuursrechtelijke uitspraak van de rechtbank in Amsterdam. De uitspraak volgde op een protest van een twintigtal Amsterdamse bezwaarmakers, onder meer afkomstig uit Suriname, tegen het laten optreden van Zwarte Piet als knecht van sinterklaas bij diens Amsterdamse intocht. Het zou het slavernijverleden van de zwarte mens benadrukken. De optocht zou beledigend zijn en strijden met onder meer artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op eerbiediging van het privéleven beschermt.

Van inbreuk op het privéleven was inderdaad sprake, oordeelde de rechter. Gevolg: Amsterdam moet de vergunningaanvraag opnieuw bekijken en de ernst van de inbreuk beter afwegen tegen het belang van de sinterklaasvereniging. „Niet verrassend”, vindt Schrijver de uitspraak. „De essentie is: ga iets zorgvuldiger om met hoe tradities zoals sinterklaas door minderheden kunnen worden geïnterpreteerd.”

Weken vóór de uitspraak zette mensenrechtdeskundige Verene Shepherd, net als Schrijver actief voor de VN, het sinterklaasdebat in Nederland al op scherp. In diverse Nederlandse media verklaarde zij dat sinterklaas vieren, neerkomt op een terugkeer van de slavernij.

Ziet u Verene Shepherd als ambassadeur, als personificatie van datgene waar de VN voor zouden moeten staan?

„Zeker niet. Ze heeft een beladen kwestie aangekaart, maar had wel wat meer gevoel kunnen opbrengen voor culturele tradities. Het gezichtspunt dat sinterklaas een cultureel mensenrecht vormt dat evengoed beschermd is, heb ik bijvoorbeeld in haar betoog gemist.”

U vond haar optreden eigenlijk onhandig?

„Ja. Door te polariseren, ging zij tegen de VN-norm in.”

U gaf voor dit gesprek een interview over de rituele slachtwet van de Partij voor de Dieren. Hoe heeft u de VN-norm laten meewegen bij uw voorbereidingen op het behandelen van deze wet?

„Ik heb bewust geïnvesteerd in het van de grond krijgen van diverse consultatierondes onder voor- en tegenstanders, omdat ik denk dat je ook als senator moet proberen samenbindend te werken. De rechtstatelijke toets is uiteindelijk cruciaal. Proberen het dierenwelzijn en de vrijheid van godsdienst beter met elkaar in balans te brengen, is prima; graag zelfs. Maar het voert te ver meteen de vrijheid van godsdienst in te perken, zolang er minder verstrekkende alternatieven zijn.

Zo’n alternatief was in dit geval voorhanden: met alle betrokkenen een convenant opstellen voor het verbeteren van dierenwelzijn in joodse en islamitische slacht­huizen. CDA-staatssecretaris Bleker heeft dat uiteindelijk ook prima opgepakt.”

Behalve tegenover de slachtwet stond Schrijver ook kritisch tegenover de D66/SP-initiatiefwet voor het schrappen van het verbod op smalende godslastering. In het afgelopen najaar gevoerde Senaatsdebat daarover verweet hij de indieners weinig oog te hebben voor de blijvende symboolwaarde die een blasfemieverbod kan hebben. „En”, benadrukt Schrijver, „ik heb een consultatieronde van de indieners onder de minderheden die tegen het schrappen van het blasfemieverbod waren node gemist.”

Uiteindelijk stemde Schrijver toch voor, net als de hele PvdA-fractie. Gekrenkt zijn in een geloofsovertuiging is sindsdien geen zelfstandige rechtsgrond meer om te protesteren bij de rechter. Ook niet wanneer popsterren zich tijdens een optreden aan een kruis laten hangen, zoals Madonna deed in 2006.

Brede steun was er wel voor een motie die Schrijver en zijn VVD-collega Dupuis tijdens het debat indienden. Daarin verzochten de twee minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) om blijvende waarborgen in het Wetboek van Strafrecht tegen het beledigen van gelovigen.

Ging uw inzet voor het beschermen van religieuze minderheden met zo’n motie wel ver genoeg?

„Ik vond het schrappen van het blasfemieverbod een andere kwestie dan het schrappen van de rituele, onbedwelmde slacht. De Nederlandse blasfemiewet leidde al decennia een slapend bestaan en was eigenlijk een relikwie geworden uit het verleden. Dat de rechter zo’n kruisigingsact niet verbiedt, kan ik wel billijken. Ik kan meegaan in de gedachtegang dat het Madonna niet om het opzettelijk krenken en beledigen van christenen was te doen.”

Als zo’n kruisigingsact geen bewuste poging was om gelovigen te krenken; wat was het dan wel?

„Een onsmakelijk gebruik van een symbool.”

Maar de strafrechter moet er niet tegen optreden?

„Nee, het inzetten van het strafrecht moet in een vrije samenleving het laatste red­middel zijn.”

Wat was dan precies de kern van uw kritiek op het afschaffen van de wet?

„Bij het indienen van mijn motie heb ik nadrukkelijk de vraag gesteld welk signaal er van het schrappen van het blasfemieverbod uitgaat op minderheden. Tegen uitingen die wél heel duidelijk bedoeld zijn om gelovige minderheden te treffen, moet natuurlijk altijd strafrechtelijk optreden mogelijk zijn. Inmiddels is duidelijk dat de rechter de wetsartikelen die op specifieke groepen gerichte beledigende en hatelijke uitingen strafbaar stellen ook voor dat doel kan gebruiken, zonder dat deze aanpassing behoeven. Speciaal in reactie op mijn motie heeft minister Opstelten dat recent nog bevestigd, aan de hand van onderzoek. Als fractie hebben we dus wel degelijk empathie getoond met mensen die gekend willen worden in hun recht op bescherming van hun allerdiepste gevoelens. Een collega van de ChristenUnie heeft me daar tijdens het debat nog voor bedankt. Hij zei: Aan het begin van het debat kreeg ik het gevoel dat het glas voor ons helemaal leeg was, maar dankzij jullie blijft de bodem gelukkig nog gevuld.”

Tegen welke uitingen moet de rechter kunnen blijven optreden?

„Tegen Koran- of Bijbelverbrandingen. Of tegen betogingen waarbij bewust hatelijke teksten over de Bijbel of de Koran worden gedebiteerd.”

Na het schrappen van het blasfemie­verbod stemde de Eerste Kamer eind mei ook in met een D66-wetsvoorstel dat trouw­ambtenaren verbiedt het voltrekken van een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht te weigeren vanwege gewetensbezwaren. Niet elke PvdA’er was gelukkig met het initiatief. Oud-PvdA-senator en -burgemeester Van Thijn repte al in mei 2013 van het fanatiek opjagen van weigerambtenaren. „Waarom”, zo vroeg de PvdA’er in deze krant, „moeten ambtenaren onder zweepslagen worden gedwongen een homohuwelijk te bevestigen?”

Fanatisme, zweepslagen. Deelt u de opvatting van Van Thijn?

„Als hij bedoelt dat de wet getuigt van ”Prinzipienreiterei” ben ik dat met hem eens. De indieners gingen eraan voorbij dat de aanwezigheid van deze trouw­ambtenaren in de praktijk zelden of nooit voor problemen zorgt.”

Was dat ook het standpunt van uw fractie?

„Ja, we wilden de wet pas steunen nadat er bewust nog een opening voor deze groep ambtenaren was gecreëerd. Dat is ook gebeurd. De bijzondere trouwambtenaren voor één dag worden niet vooraf bevraagd op hun houding ten opzichte van het homohuwelijk. Dat praktische idee komt mede bij ons vandaan.” 
De initiatiefnemers van D66 namen dat uw fractie vast niet in dank af.

„Daar hebben ze vast wel even met hun tanden geknarst, maar goed, het is natuurlijk wel een signaal als een grote fractie als de onze zegt: we willen dit toch graag zo regelen. En trouwens, ook de VVD zat op die lijn.”

Nog even terug naar de onrust in de PvdA. Volgens bezorgde partijleden vereenzelvigt de PvdA zich te veel met het uitgesproken, sobere asielbeleid van VVD-staatssecretaris Teeven. Trekt u zich dat als asielwoordvoerder van de Eerste Kamerfractie aan?

„Ja. De PvdA denkt over het asiel- en vreemde­lingenbeleid dikwijls anders dan VVD-staatssecretaris Teeven of voormalig CDA-minister Leers. Maar ere wie ere toekomt: Teeven is vatbaar voor sterke argumenten en luistert goed.”

Wanneer haalde u voor het laatst iets bij hem binnen?

„Nog in november, in een debat over vreemdelingen die door diefstal of verlies een nieuw verblijfsdocument voor tijdelijk asiel nodig hebben. In Nederland kostte dat 228 euro per persoon, wat voor een gezin enorm kan oplopen. Zo’n legestarief is bovengemiddeld hoog. Dat is in strijd met een recente uitspraak van het Europees hof dat een lidstaat kwetsbare groepen niet opzettelijk mag benadelen. Een tijdelijke pas vervangen, kost nu 152 euro; even duur als een nieuwe asielvergunning voor onbepaalde tijd.”

U legt de wetsvoorstellen die u beoordeelt vooral langs de meetlat van de rechtsstaat en het volkenrecht. Dat suggereert een bijna mechanische manier van werken.

„Toch niet, want de rechtsstaat is zeker geen mechanisch geheel. Ik heb van tijd tot tijd zeker behoefte aan momenten van persoonlijke reflectie. Als ik vooraf rustig en goed wil bepalen wat in een bepaald debat mijn inzet moet zijn, helpt het mij soms om te bidden. Dat is zielsverkwikkend voor mij.”

Welke geloofstraditie volgt u daarbij?

„Ik ben lid van de vrijzinnige stroming binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Ik denk dat de God Die ik tijdens het bidden in mijn hoofd heb ongeveer de God van de Bijbel is. Bidden is voor mij geen ritueel, ik heb geen vaste gebedsmomenten. Wel helpt het bidden mij om weer helder te krijgen welke waarden mij moeten leiden. Ik bid of het beschermen van de rechten van minder­heden ook in de toekomst mijn drijfveer mag zijn.”

Wanneer blikt volkenrechtdeskundige en PvdA-senator Schrijver aan het eind van zijn loopbaan tevreden terug?

„Als we als samenleving beter erkennen dat ook rechten die we soms al decennialang als vanzelfsprekend ervaren, grenzen hebben. En als deze rechten, waaronder het recht op vrije meningsuiting, in een juiste balans met andere rechten worden beleefd. Dat bepaalt voor mij de kwaliteit van rechtsstaat en democratie.”


Levensloop

Na zijn studie rechtsgeleerdheid in Groningen werkte prof. dr. N. J. Schrijver (21 mei 1954) als juridisch medewerker op het secretariaat van de Verenigde Naties te New York. Hij bekleedde acht jaar een leerstoel aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Inmiddels is hij hoogleraar internationaal publiekrecht in Leiden en honorair hoogleraar aan het Europa Instituut van de Vrije Universiteit in Brussel. Ook maakt hij deel uit van diverse VN-organen op het gebied van mensenrechten en volkenrecht.

Schrijver is verder lid van de Beraadsgroep Samenlevingsvragen van de Raad van Kerken te Amersfoort. In 2009 maakte hij deel uit van de commissie-Davids, die onderzoek deed naar de Nederlandse politieke steun in maart 2003 aan de Irakoorlog.

Sinds 7 juni 2011 is Schrijver Eerste Kamerlid voor de PvdA. Schrijver is gehuwd met de Chinese rechtsgeleerde Yuwen Li en heeft twee kinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer