Geloof kent maar één snaar
Het na-Bijbels Israël heeft geen openbaringsstatus meer en neemt onder de volkeren geen uitzonderlijke positie in binnen Gods heilsplan, stelt dr. Steven Paas sr.
Onder de titel ”Een viool met één snaar” heeft ds. C. Sonnevelt in het RD van 13 juni zijn fiolen van toorn en gramschap uitgegoten over mijn boek ”Israëlvisies in beweging” (Brevier, 2014). Zijn recensie bestaat uit het opsommen van uit het verband gerukte elementen van mijn studie en vervolgens het karikaturiseren en verwerpen ervan.
De lezer wordt in het geheel niet geïnformeerd over de doorgaande lijn en dus ook niet over de kern en de bedoeling van mijn publicatie. Iemand die echt wil weten welk standpunt ik ten aanzien van Kerk en Israël inneem, komt met de bespreking van ds. Sonnevelt niet verder en kan beter zelf het boek raadplegen.
Dat hebben velen gelukkig al gedaan, hetgeen heeft bijgedragen tot het voorzichtige begin van een open gesprek met ruimte om harde ”israëlistische” standpunten aan de Schrift te toetsen. Maar iemand die er geen zin in heeft om Bijbels-kritisch na te denken over de Israëlvisie die na de oorlog gangbaar is geworden bij vele (orthodoxe) christenen, moet mijn boek maar niet lezen en zich scharen achter Sonnevelt en anderen die helaas de deur naar een heroriëntatie met veroordelingen en verdachtmakingen dichtslaan.
Eén snaar
Dat mijn viool maar één snaar zou hebben, is niet zo raar. In Malawi produceert de eensnarige ”ngoli” de mooiste klanken, evenals de ”imzad” bij de Toearegs en de ”gusle” bij de Balkanvolken. De Heilige Geest leert gelovigen om de juiste snaar te raken. Dat is niet moeilijk, want het geschenk van het geloof kent maar één snaar, Jezus Christus.
De Bijbel geeft in Kerk, theologie en geloof aan Jezus Christus de centrale en allesbeheersende plaats, solo Christo. Het Israël in de Bijbel heeft God gekozen tot een uniek maar tijdelijk instrument om Zich te openbaren. In Zijn handelen met Bijbels Israël demonstreert God hoe Hij van paradijs tot wederkomst handelt met de wereld.
Het probleem bij ds. Sonnevelt en andere ”israëlisten” is dat zij op de een of andere wijze in het Joodse volk de openbaringsfunctie van Israël laten doorlopen nadat die vervuld is in Jezus Christus. Dan wordt er aan de ene snaar van het geloof ten onrechte een snaar toegevoegd, Jezus plus huidig Israël. Dan ga je bij het verstaan van de Schrift niet meer alleen de sleutel van Christus hanteren, maar ook de judaïstische. De vraag klemt of je dan nog gereformeerd bent in lijn van de belijdenis van de Reformatie.
Heel Israël
In het verleden hadden, vooral in het Westen, staat en kerk de neiging om zich de functie van Bijbels Israël toe te eigenen. Met name na de Holocaust verwachtten vele christenen een ‘herstel’ van Israël, via het volk, het land en de godsdienst van de Joden.
De extreemste vorm van die verwachting is een tweewegenleer waarin Joden Christus niet meer nodig hebben voor de zaligheid. In orthodox-reformatorische en evangelische kring wordt deze opvatting terecht afgewezen. Er is daar wel sprake van andere vormen van israëlisme. De bekendste in RD-kring, ook vertegenwoordigd door Sonnevelt, is wellicht de verwachting van een nationale of in ieder geval massale bekering van het Joodse volk, aangeduid als „heel Israël”, die uitzonderlijker is dan de bekering van enig ander volk en die gevolgd wordt door een bloeitijd van de Kerk.
Augustinus, Luther, Calvijn, Kohlbrugge, Bavinck, Kersten, Stott en veel andere Bijbeluitleggers van de Kerk der eeuwen hebben deze opvatting niet gehuldigd. Ik ben van mening dat na-Bijbels Israël geen openbaringsstatus meer heeft en onder de volkeren geen uitzonderlijke positie in Gods heilsplan inneemt. Er is mijns inziens geen Bijbelse grond voor de uitzonderlijke verwachting van een massale nationale bekering van het Joodse volk, die men baseert op een bepaalde uitleg van de woorden „heel Israël” in Rom. 11:26.
Dit doet niets af van het verlangen naar de bekering van Joden, naast de bekering van mensen met een andere nationaliteit, bijvoorbeeld de Nederlandse. Vervulling van Bijbelse profetie en Gods doorgaande verbondstrouw blijken niet uit een fysiek Israëlisch verschijnsel in het Midden-Oosten, hoe boeiend en belangrijk ook, maar uit het wonderlijke feit dat Zijn Koninkrijk is en komt, dat de Kerk nog steeds bestaat en dat Hij daarin overal ter wereld van dood levend gemaakte zondaren bijeenbrengt.
Judaïsme
Naar mijn overtuiging is de plaats van het huidige Israël of het volk van de Joden niet hoger of meer, maar ook niet lager of minder dan die van Russen, Chinezen of Nederlanders. Overal in het Nieuwe Testament wordt benadrukt dat er geen onderscheid meer is, niet het minst ook in Paulus’ betoog over Israël in Rom. 9-11.
God de Vader redt en herstelt mensen niet op grond van etnisch toebehoren, maar op grond van Zijn verkiezende liefde, door middel van het geloof in Christus (Joh. 1:12, 13!). Het heil dat God in de openbaringsgeschiedenis van Bijbels Israël demonstreerde aan de wereld heeft in Jezus Christus zijn hoogste vervulling en diepste betekenis gekregen.
Liefde tot Christus brengt berouw over de zonde, ook over het concrete kwaad van rassenhaat, maar laat geen ruimte voor verwachtingen buiten Hem om. Kunnen we vanuit deze kern van het Evangelie positieve waardering hebben voor het religieuze systeem van het judaïsme, dat Jezus Christus stelselmatig verwerpt?
Ik denk dat deze vraag, zeker binnen de gereformeerde gezindte, moet kunnen worden gesteld en beantwoord zonder gevaar te lopen om door ds. Sonnevelt of anderen te worden bedreigd met het etiket van antisemitisme of vervangingstheologie.
De auteur was in Malawi predikant en docent aan een theologische opleiding. Als onderzoeker werkt hij onder andere aan een lexicon voor het Chichewa, de meest gesproken omgangsstaal in Centraal-Afrika.