Plasterk hield informatie maanden onder de pet
DEN HAAG. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft bijna drie maanden lang voor de Tweede Kamer verzwegen dat hij onjuiste informatie naar buiten bracht.
Al op 22 november wisten de ministers Plasterk en Hennis (van Defensie) dat niet de Amerikaanse NSA, maar Nederland zelf 1,8 miljoen gegevens van telefoongesprekken en surfgedrag van Nederlanders had verzameld. Plasterk beweerde eind oktober in het televisieprogramma Nieuwsuur en begin november tijdens een overleg met de Tweede Kamer precies het tegenovergestelde.
Maandagmiddag stuurde Plasterk een brief naar de Tweede Kamer waarin hij antwoord op tachtig kritische vragen vanuit de Tweede Kamer. De Kamer stelde die vragen nadat Plasterk en Hennis vorige week woensdag in een brief toegaven dat niet de Amerikaanse inlichtingendienst NSA, maar de Nederlandse inlichtingendiensten de informatie verzamelden.
Dat het maanden duurde voor de bewindsman de informatie naar buiten bracht, heeft volgens hem te maken met het „belang van de staat”. Plasterk schrijft dat hij het betreurt dat hij bij Nieuwsuur feitelijk onjuiste beweringen deed. Volgens de bewindsman zijn de uitlatingen gedaan op basis van een „mogelijke verklaring in dat stadium”. Plasterk: „Terugkijkend hierop vindt de minister dat hij deze mogelijke verklaring achterwege had moeten laten.”
De Tweede Kamer debatteert dinsdagmiddag vanaf half vijf met de ministers Plasterk en Hennis over de kwestie.