Voorzitter Stichting Oude Groninger Kerken draagt stokje over
Superkoster, zo noemt Gert van den Bremen zich soms gekscherend. Per 1 januari treedt hij terug als voorzitter van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK).

De grote sleutel glimt. Met een flinke tik gaat de deur van de kerk van het Groningse Midwolde –bij Leek– van het slot. Gert van den Bremen stapt de kerkzaal binnen. Het is een van ‘zijn’ kerken. Nog wel, want na twaalf jaar moet hij terugtreden als voorzitter van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK). „De statuten schrijven dat voor. Jammer. Ik was graag nog een poosje doorgegaan.”
Van den Bremen houdt van Groninger kerken als deze. „Ik vind de kerk van Leegkerk, net ten westen van de stad Groningen, nog mooier. Dit is een echte hofkerk met veel versieringen”, zegt hij wijzend op de rouwborden en de grote graftombe voor in de kerk. „Dat graf is een Rijksmonument, ontworpen door Rombout Verhulst.”
Direct ernaast staat de chique herenbank uit 1660 waar ooit de heren van het nabijgelegen landgoed Nienoord hun zetel hadden. „Natuurlijk net iets hoger dan de preekstoel. Het moest duidelijk zijn wie het belangrijkst was.”
De kerk van Midwolde staat er goed bij. En dat geldt voor de meeste kerken van de SOGK. Jaren van strak, professioneel beleid werpen hun vruchten af. De stichting heeft niet voor niets een voorbeeldfunctie voor veel andere monumentenstichtingen in Nederland.
Van den Bremen heeft daar zeker een hand in gehad. „Ik heb vanaf het begin ingezet op professionalisering. Toen ik twaalf jaar geleden begon, zaten er vooral specialisten in het bestuur. Er was veel kennis over monumenten. Dat is op zich goed, maar de stichting kon nog een stap maken: duidelijk beleid formuleren. Ook op het gebied van de financiën. We zijn nu een professionele dienstverleningsorganisatie met veel kennis in huis. Zo zijn onze bouwkundigen ook door ander partijen in te huren.”
Het vrijwilligersnetwerk versterken was een ander doel dat Van den Bremen zich stelde. „We hebben nu 500 vrijwilligers.” Daarbij zitten gidsen, maar ook sleutelbeheerders. Toeristen kunnen van veel kerken ergens in het dorp of gewoon bij de buren van de kerk een sleutel op halen, om de kerk te bezichtigen. Het is een succesvolle formule.
Kerken van de SOGK zijn juridisch eigendom van de stichting, maar blijven ‘van’ het dorp, vindt Van den Bremen. „Bij een overdracht zeg ik altijd: wij nemen de kerk over, maar hier hebt u haar weer terug. Daarom moet er draagvlak in het dorp, in de gemeenschap zijn om het monument te bewaren. Wij zijn in de eerste plaats een faciliterende organisatie die voor het onderhoud zorgt. Uiteindelijk moet een plaatselijke commissie er voor zorgen dat de kerk zijn broek ophoudt.”
Van den Bremen is blij dat veel kerken nog steeds in gebruik zijn als bedehuis. „De Protestantse Kerk in Nederland is nog altijd de grootste gebruiker. Kerken zijn in de eerste plaats huis van God, maar zeker in de dorpen ook: huis van het dorp. Het is een plaats waar mensen samenkomen, vaak al eeuwenlang. Ook al valt de religieuze functie weg, dan blijft de kerk toch een centrale plaats innemen. De kerk blijft de mooiste zaal van het dorp en blijft zeer gewild als rouw- en trouwlocatie. Daar ligt de kracht.”
Door de grote plaats van de kerk als monument zijn ook steeds meer niet-kerkelijk betrokkenen bereidt geld te geven voor het onderhoud. Financieel gaat het daardoor goed met de SOGK, ondanks de ontkerkelijking, zegt Van den Bremen. „Het zal wel crisis zijn, maar qua inkomsten merken wij daar niet veel van.”
Zijn er helemaal geen hobbels dan?
„Natuurlijk kunnen wij altijd meer geld en aandacht gebruiken. Het onderhoud van de ruim vijftig kerken vraagt veel. Ook de gevolgen van de aardbevingen als gevolg van de gaswinning, vragen onze aandacht.”
De betrokkenheid van de Rijksoverheid op monumentenzorg zou beter kunnen, constateert Van den Bremen. „In plaats van restauratieregelingen zijn er nu onderhoudsbijdragen. De systematiek is beter, maar deze verandering was wel een bezuinigingsmaatregel. Er is uiteindelijk minder geld beschikbaar.”
De kou van de kerk van Midwolde hindert Van den Bremen niet enthousiast te vertellen over de „prachtige” SOGK-kerken van Oostum en Noordbroek; over de „teruggerestaureerde” kerk van Marsum; over de grote Der Aa-kerk in de stad Groningen waar hij ook voorzitter van is; over de orgelrijkdom in het Groninger land; over de Molukse kerk die er binnenkort bijkomt; over de succesvolle kerkencarrousel van Appingedam; en over de twee synagogen in SOGK-beheer. Van den Bremen zou alles willen laten zien.
Ulrum
Recent droeg het kerkbestuur van de Hervormde Kerk van Ulrum zijn gebouw over aan Van den Bremen. „Dat was een bijzondere gebeurtenis. Ik heb zelf niks met de Afscheiding. Door de geschiedenis met ds. De Cock is de kerk van Ulrum een icoon, ook al ziet de kerk er nu anders uit dan in de tijd dat hij er preekte. De kerk is een bedevaartsoord voor gereformeerd Nederland. Dat moeten we als SOGK koesteren en benutten. Er komt een speciaal publiek op af. Net als dat er veel Amish en doopsgezinden naar de kerk in Witmarsum komen omdat hun voorman Menno Simons daarvandaan komt.”
De SOGK wil nog meer doen voor jongeren, zegt Van den Bremen. „We hebben een heel educatief programma opgezet. Dat is een succes, maar we moeten de jongeren ook daarna zien vast te houden. Er groeit een generatie op die van huis uit niets meekrijgt over de kerk. Die groep moeten we toch enthousiast maken voor de oude kerk in hun dorp.”
Mogelijk helpt Google Streetview daar bij mee. Sinds kort is de kerk van Midwolde ook te bezichtigen als de deur hermetisch dicht zit. Via de site kunnen geïnteresseerden zo naar binnen wandelen en 360 graden rondkijken. Op deze winterdag doet Van Bremen de deur echter nog dicht met de grote glimmende sleutel.