Binnenland
Reis slavenschip uit 1761 te volgen via internetblog

MIDDELBURG. Het Zeeuwse slavernijverleden kwam zaterdag tot leven tijdens de Dag van het Zeeuws Archief in Middelburg. Met als motto ”Voorgoed vertrokken” belichtte de archief­instelling aan het Hofplein de handel in Afrikaanse slaven waarop de Middelburgsche Commercie Compagnie zich in de achttiende eeuw vanuit de Zeeuwse hoofdstad toelegde.

Jan Dirk van Scheyen
De kelders van het Zeeuws Archief in Middelburg waren zaterdag open voor het publiek. beeld Zeeuws Archief
De kelders van het Zeeuws Archief in Middelburg waren zaterdag open voor het publiek. beeld Zeeuws Archief

In de gewoonlijk niet voor het publiek toegankelijke catacomben van het Zeeuws Archief waren unieke documenten en kaarten te zien uit de tijd van de slavenhandel. In het auditorium presenteerde het archief een onlinereconstructie van de reis die het slavenschip d’Eenigheid van 1761 tot 1763 maakte naar West-Afrika en West-Indië. Via de blog eenigheid.slavenhandelmcc.nl doen medewerkers van het Zeeuws Archief alsof ze aan boord zijn van het schip en vertellen ze dagelijks over hun belevenissen.

Digitalisering

Met de drukbezochte presentatie van de blog vroeg het Zeeuws Archief zaterdag aandacht voor de digitalisering van het volledige archief van de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC). Dit archief heeft een totale lengte van 100 meter en het is de bedoeling dat het op termijn volledig online aan het publiek wordt aangeboden.

In 2011 plaatste de Unesco het MCC-archief op de Werelderfgoedlijst van documentaire werken, het zogenaamde Memory of the World Register.

Van de zestiende tot in de negentiende eeuw bloeide de slavenhandel in Nederland en Europa. De in 1720 opgerichte MCC –een particuliere handelsonderneming– stuurde vanaf 1723 schepen naar West-Afrika. De kapiteins van deze schepen kochten daar gevangengenomen Afrikanen. Ze betaalden die met uit Europa meegenomen handelsgoederen zoals wapens, buskruit, drank, kralen, spiegels en zelfs muziekinstrumenten.

Driehoekshandel

De slaven kregen een nummer en werden op transport gesteld naar West-Indië (de huidige Caraïben). Ze kwamen terecht in Guyana (Essequebo, Demerary en Berbice) en Suriname. Daar werden de slaven verkocht aan plantage-eigenaars. De schepen waarmee de slaven naar West-Indië waren vervoerd, keerden terug naar Nederland met ladingen ivoor en goud uit Afrika en suiker en koffie uit West-Indië. Omdat de slavenschepen tussen drie werelddelen heen en weer voeren (Europa, West-Afrika en Zuid-Amerika) werd er gesproken van driehoekshandel.

Gids Peter Blom geeft een rondleiding door de kelders van het Zeeuws Archief. „We lopen hier op 12 meter diepte. Voor de komst van de Westerscheldetunnel was dit de diepst gelegen plek van Zeeland.”

Volgens Blom was het leven aan boord van de slavenschepen geen pretje. In een tentoongesteld journaal van een scheepsarts wordt beschreven hoe slaven bezwijken aan dysenterie. Als ze zijn overleden worden hun lichamen zonder enig respect overboord gegooid. Een zeemansgraf zoals de bemanningsleden kregen, zat er voor de slaven niet in.

Uit een document waarin het overlijden van een scheepskapitein wordt gemeld blijkt dat een zeemansgraf echter ook niet alles is. De kist waarin deze kapitein is gelegd blijft, nadat die in zee is geworpen, drijven en wijkt al dobberend niet van de zijde van het schip. Uiteindelijk moet worden besloten de kist weer aan boord te hijsen, met lood te verzwaren en opnieuw aan de golven prijs te geven. Dan pas zinkt hij.

Multinational

In 1807 werd de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) opgeheven. Deze multinational was minder bekend dan zijn grotere broers de West-Indische Compagnie en de Verenigde Oost-Indische Compagnie, en zou ook minder geld hebben verdiend.

Veel herinnert in Middelburg nog aan de MCC, die een aantal pakhuizen in die stad bezat waarvan het grootste aan de Balans 17 stond.

Zelfs in het Nederlands wordt teruggegrepen naar de MCC. De uitdrukking ”naar de barrebiesjes gaan” (totaal verloren gaan) is afgeleid van de naam Berbice, een Zeeuwse kolonie in Guyana. De slavenreizen naar die kolonie waren immers zwaar en vol gevaren en ontberingen.

In 1999 besloot de provincie Zeeland 20.000 euro bij te dragen aan de restauratie van een kerkje op Forteiland in Guyana. Hiermee wilde de provincie iets terugdoen voor de lokale bevolking ter compensatie van de eeuwenlange overheersing door Zeeuwen van het gebied.

Omdat de Zeeuwen destijds geen enkele inmenging van Hollanders of anderen duldden, kan dit gebied beschouwd worden als een puur Zeeuwse kolonie. Nergens anders hebben alleen Zeeuwen zowel bestuurlijk als economisch een dergelijke overheersing tentoongespreid.

www.digibron.nl/zeelandslavernij voor meer artikelen over dit onderwerp.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer