Concertverslag: Belgische kathedraalorganist in Keulse Dom
De muziekredactie van het RD bezoekt deze zomervakantie vijf concerten, waarvan op deze plaats verslag wordt gedaan. Vandaag: impressie van het orgelconcert dinsdagavond 6 augustus in de Dom van Keulen door de Antwerpse organist Peter Van de Velde.
Het blijft een wonderlijk fenomeen: een kathedraal vol mensen –waarschijnlijk zo’n 3000 man– die een uur lang luisteren naar de beste en niet altijd even toegankelijke orgelmuziek. In de Dom in Keulen gebeurt het in de zomermaanden wekelijks tijdens de Orgelfeierstunden. Er zijn duidelijk heel wat mensen die hier iedere dindsdagavond met hun klapstoeltje aankomen en een uur voor tijd hun plekje vast innemen.
Het is dit jaar alweer de 53e cyclus, met twaalf internationale concerten. Daarvan speelt Domorganist Winfried Bönig er zelf drie. De andere negen worden verzorgd door organisten uit Duitsland, België, Engeland, Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk. Twee jaar geleden stond er een Nederlander tussen: Ben van Oosten. Maar vorig jaar en ook dit jaar is ons land afwezig. Hebben wij te weinig organisten van het kaliber ”domorganist”?
Vanavond speelt Peter Van de Velde (1972), die sinds 2002 verbonden is aan de kathedraal van Antwerpen met zijn Schyvenorgel. Het is in de Keulse Dom direct duidelijk dat er iemand aan de klavieren van de Klaisorgels zit die weet hoe je met zo’n magistrale ruimte om moet gaan.
Hij begint met Bachs Fantasie und Fuge in G-Moll (BWV 542). De fantasie krijgt een niet-orthodoxe behandeling met veel registratiewisselingen. De heerlijke fuga wordt lichtvoetig en in rap tempo ingezet. Ook hier weer klavierwisselingen en temposchommelingen.
Deze onorthodoxe Bachvertolking krijgt een vervolg in de romantische orgelbewerking van de Amerikaan Virgil Fox van ”Komm, süsser Tod, komm, sel’ge Ruh!” uit het Schemelli’s Gesangbuch. Wat gaat dat langzaam! En wat klinkt het orgel, met name het pedaal, doordringend!
Van de Velde is een fervent vertolker van de muziek van Belgische componisten. Vanavond komen er maar liefst drie aan bod: Guy Weitz, Paul de Maleingreau en Flor Peeters. De ”Fanfare and gothic march” van Weitz (1883-1970), die studeerde bij Widor en Guilmant en vanwege de Eerste Wereldoorlog naar Engeland uitweek, is een mooi stuk voor het Keulse Domorgel. Bij het echowerk aan het begin doen de chamadetrompetten hoog achter in het schip prachtig dienst. En wat kun je in het passagewerk leuk spelen met de twee orgels van Klais!
Met de tamelijk onbekende muziek van De Maleingreau (1887-1956) is de Antwerpse kathedraalorganist vertrouwd. Op het label Aeolus speelde hij een aantal jaar geleden twee cd’s met diens symfonische orgelwerken vol. Met het beschouwende Choral uit de Suite opus 14 demonstreert hij op fraaie wijze de fluwelen kant van de Domorgels.
Het ”Concert piece” opus 52a van Flor Peeters uit 1955 behoort tot de meest gespeelde werken van deze Belgische componist. Een briljant stuk wervelende muziek, in de stijl van de Franse toccata’s, met afwisselend klankexplosies en fluisterzachte passages, gevolgd door een wervelende apotheose. Mooi! Na al het orgelgeweld doen de fluiten in Peeters’ orgelbewerking van Bachs ”Ertödt uns durch dein Güte” uit cantate BWV 22 weldadig aan.
Het 7-delige ”Theotokos” over een scala aan Marialiederen van de Parijse componist Naji Hakim (1955), waarmee de Belg afsluit, is een prachtig stuk om nog één keer alle hoeken en gaten van de Domorgels te laten horen. De ‘watervallen’ in de ouverture, de zachte gebroken akkoorden in de meditatie, de virtuoze passages met de sesquialter in de dans, de klankexplosie in de finale en het majestueuze slotakkoord: dit is kathedrale orgelmuziek van de beste soort!
Met minutenlang applaus laat het publiek weten dat het hier niet slechts voor de vorm was. In de Keulse Dom weet een grote –internationale?– schare deze gratis orgelmuziek op haar waarde te schatten.
Meer informatie: www.koelner-dommusik.de/index.php/de/domorgeln/termineofs