Kerk & religie

Ds. Zweistra: Ambtsdrager kan tijdens huisbezoek weerzin tegen kerk en God vergroten

APELDOORN. Huisbezoek is een opgave – voor de bezoeker en voor de bezochte. Niet iedereen spreekt gemakkelijk over zijn innerlijk, over de vragen die bij hem leven. „Een eerste vereiste is oprechte zorg voor elkaar.”

Redactie kerk
29 July 2013 11:28Gewijzigd op 15 November 2020 04:59
Ds. H. Zweistra: De ambtsdrager kan door zijn opstelling tijdens een huisbezoek de weerzin tegen kerk, gezag en God vergroten. Beeld Sjaak Verboom
Ds. H. Zweistra: De ambtsdrager kan door zijn opstelling tijdens een huisbezoek de weerzin tegen kerk, gezag en God vergroten. Beeld Sjaak Verboom

Ds. H. Zweistra, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Nederhemert, schrijft in het nieuwe boekje ”Huisbezoek; van hart tot hart” (uitg. De Banier, Apeldoorn) dat ambtelijk bezoek in de gemeente nodig is. „Als een ambtsdrager niet weet wat er in een gezin of in het leven van een gemeentelid gaande is, kan hij ook niet bijstaan of helpen.”

Tijdens een huisbezoek komt de ambtsdrager vaak in een gespannen gezinssituatie terecht. „Je weet vooraf ook nooit hoe 
het contact zal zijn of hoe het gesprek zal verlopen. Deze on­zekerheid zal ongetwijfeld voor een deel de toon zetten.”

Huisbezoek vraagt van de ambtsdrager vooral een luisterende houding. Ds. Zweistra: „Het zijn arme gezinnen die ambtsdragers op bezoek krijgen die alleen maar naar hun eigen verhalen kunnen luisteren. Is het dan vreemd dat mensen tegen het huisbezoek opzien? (…) Is het vreemd dat zoonlief liever op zijn kamer blijft? Wie daar geen oog voor heeft, moet niet op bezoek gaan. Die ambtsdrager moet maar wat anders gaan doen in de gemeente.”

Franca Treurs

Een apart hoofdstuk besteedt de predikant aan het gesprek met jongeren. Ambtsdragers moeten op de hoogte zijn van de wereld waarmee jongeren iedere dag worden geconfronteerd. „De Franca Treurs zitten ook in onze kerken en op de stoel of de bank van de huiskamer. Heb er oog voor!”

Tijdens het huisbezoek zijn geduld, tact en wijsheid nodig om contact te krijgen met jongeren. De bezoekende ambtsdrager draagt op dat moment een grote verantwoordelijkheid. „U kunt door uw opstelling de weerzin tegen kerk, gezag en God vergroten! Dat gebeurt als u niet wérkelijk luistert naar de kritische jeugd en hen steeds in de rede valt met de dooddoeners dat het vroeger allemaal zo anders was en dat er toen nog ontzag was voor het ambt enzovoorts.”

Een kerk die alleen maar terug kan kijken, is voor de jeugd die vandaag leeft en naar morgen kijkt niet langer relevant, stelt ds. Zweistra. Jongeren moeten 
voelen dat ze in beeld zijn bij de ambtsdrager, dat ze serieus worden genomen in de vragen die ze stellen.

Ambtskostuum

De auteur pleit ervoor dat de ambtsdrager in ambts­kostuum op pad gaat. „De ambassadeurs van Gods Koninkrijk komen op bezoek. Dat mag gezien worden. We moeten te allen tijd uit de sfeer blijven van de vrij­blijvendheid.”

Met regelmaat moet de ambtsdrager zich afvragen of het op zijn huisbezoeken tot echte ontmoetingen komt. „Vissen vangen gaat ons beter af dan mensen vangen. Toch ligt er de opdracht om uit te gaan. De Opdrachtgever gaat mee, als het goed is. Vraag u wel af na een huisbezoek: Had ik wel het goede aas aan de hengel? Zat er überhaupt wel aas aan? We kunnen niet verwachten dat mensen zullen bijten als er geen aas aan zit!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer