Gevluchte Armeniërs bezorgd over dierbaren in Syrië
Het verzet tegen het Syrische bewind van president Assad is ontaard in een burgeroorlog met duizenden doden, gewonden en ontheemden. Kom over en help verleent noodhulp aan Syrisch- Armeense vluchtelingen in Armenië. Vandaag: de angst.
Ze zitten er nog middenin: de oorlog en hun vlucht. „De kinderen kunnen moeilijk slapen. Ze horen nog steeds de bominslagen en schrikken van elke klap”, zegt Talinn. Manos (64) vertelt dat ze haar gehandicapte man van 69 op haar schouders nam en naar buiten droeg na een explosie in hun flat. „Hij was zo zwaar dat ik nu last van mijn nek heb.”
Aspid beschrijft in de Armeense hoofdstad Jerevan huiverend de dreigende graffiti die op schoolmuren verschenen: „We zullen je kinderen kidnappen.” Aspids moeder Sonya (63) herinnert aan de tocht naar de luchthaven van Aleppo in de bus. „We zaten verstijfd van angst in de bus, bij elke paspoortcontrole hielden we de adem in. Wij vrouwen hadden ons gesluierd, om niet de aandacht te trekken. Ik bad stil in mezelf om bescherming en ik huilde. God, redt ons.”
Kwellende onzekerheid
Vooral de kwellende onzekerheid en onwetendheid over het lot van achtergebleven familie in het vaderland verwonden het hart van de Armeens-Syrische vluchtelingen in Armenië. „Mijn dochter en haar man en kinderen zijn in Qamishli. We hebben al twee maanden niets van hen gehoord. We maken ons vreselijk ongerust”, zegt grootmoeder Michaelia (69) op de tiende verdieping van een flat in Jerevan, waar zij met haar twee dochters en hun echtgenoten, een zoon en diens vrouw en zeven kleinkinderen onderdak vond.
De tranen springen de grijze moeder in de ogen en even later huilt iedereen, zacht voor zich uit. Om het gezin dat daar moest achterblijven omdat er geen geld was voor tickets. De 15-jarige Ani, studente tandheelkunde in Aleppo, is de enige van het achtergebleven gezin die Syrië kon ontvluchten, samen met een oom. Ani wil zich niet laten kennen en houdt zich groot, maar het leed is enorm. Vanuit Aleppo reisde het tweetal per vliegtuig naar Damascus en vervolgens naar Jerevan.
Tastbaar aanwezig
De angst is tastbaar aanwezig in de hele Syrisch-Armeense vluchtelingengemeenschap. Bijna niemand wil op de foto, bang dat er ook maar iets tegen hen gebruikt kan worden. „We willen niet dat onze familie iets overkomt als wij worden herkend, zodat de vijand hen onder druk kan zetten of hen zal ontvoeren om wraak te nemen”, zegt Raffi, een 41-jarige automonteur.
Raffi is op zijn hoede: „In principe wil ik terug naar Syrië, maar ik wil blanco terug kunnen keren.” De weduwe Lusine (47) en haar dochter Martine (15) werden gevangengezet toen ze de grens met Turkije waren overgestoken. Ze zwijgen over wat er precies is gebeurd, de spanning is van hun bleke gezichten af te lezen.
De angst heeft ook te maken met hun christen-zijn, hun anders-zijn. „Vroeger kwamen onze buren –moslims– op onze bruiloften; nu kan dat niet meer. Het klimaat is volledig omgeslagen. Christenen worden gehaat.”
Extremistische moslims wakkeren de angst alleen nog maar aan, zeggen ze. De 18-jarige student Norayk laat een foto zien van de twee orthodoxe bisschoppen die op 22 april bij Aleppo werden ontvoerd en van wie nooit meer iets is vernomen. „Bid voor hun vrijlating! Neem onze stem mee en laat onze stem in Europa horen en bid voor ons. Als Assad ten val komt, stort Syrië in, en zullen ze de aanval inzetten op Beiroet en uiteindelijk op Jeruzalem.”
Liza (35), de moderne vrouw van een zakenman, zit verloren in haar stoel, diepgeschokt. Twee kinderen heeft ze. Ze schaamt zich, ze durft niet buiten te komen. Haar man had een goedlopende handel in auto’s opgebouwd. Ze moesten alles achterlaten en hier zijn ze dan nu, in een woning in Jerevan.
Nerveus
Hier is het veilig, maar wat heet veilig? „Ik denk niet aan morgen, ik leef bij de dag. Ik ben nerveus en val pas rond vijf uur in slaap. Geen werk, geen doel. Vanbinnen, in mijn hart, is er geen vrede, geen rust. Ik ben bezorgd, om mijn zus en mijn moeder in Qamishli.”
De kinderen kunnen nog niet naar school. Pas in september kunnen ze instromen in een Armeense onderwijsinstelling. Ze rennen rond, onbekommerd in hun nieuwe, spannende wereld. Khachik (6) speelt met het mobieltje van zijn moeder. Zijn vingertjes vliegen razendsnel over het scherm. Beelden flitsen op, van YouTubefilmpjes van het slagveld in het vaderland.
Dit is het tweede deel in een serie over het lot van ontheemden in Armenië die het geweld in Syrië zijn ontvlucht.