Psalm 137 toegelicht
In een serie artikelen worden 22 onbekende psalmen toegelicht. Vandaag Psalm 137.
Inhoud: Een anoniem lied dat herinnert aan Babel, net na de wegvoering van Juda in 586 voor Christus. Is Jeremia de auteur? Het zingen was het volk vergaan, maar de vijand sarde: „Zing nog eens een Sionslied.” De balling wordt verteerd door verlangen naar Jeruzalem: die stad is zijn hoogste vreugde, nooit zal hij hem vergeten. Maar er is ook boosheid, die uitmondt in een wraakgebed: Laat God Edom, dat toekeek en hoonde, straffen. En Babel? Laat dat volk krijgen wat het zelf uitrichtte, tot en met vreselijke kindermoordpartijen toe (Jes. 13:16).
Psalmlied: Al in Calvijns eerste psalmboek (Straatsburg 1539) staat Psalm 137. De tekst is van Clément Marot, de dorische melodie heeft waarschijnlijk een Straatsburgse herkomst. Na lichte aanpassingen komt de berijming in de Geneefse bundels terecht. Van daaruit vertaalt Datheen in 1566 de psalm. In 1773 wordt gekozen voor de berijming van Johannes Eusebius Voet (1764).
Onbekend: De joden zingen deze psalm op de avond vóór de herdenking van de verwoesting van de tempel. Onder christenen is het gedeelte over de ”Babylonian rivers” nog wel bekend. Maar de wraakbede over Edom en de zaligspreking voor de verdelger van Babel? Die kun je ook alleen huiverend op de lippen nemen.
Beluister instrumentale zettingen van Psalm 137.
Zie ook www.rd.nl/tholen voor informatie over het symposium in Tholen waarmee deze serie op 8 juni wordt afgesloten.