Muziek

Psalm 129 toegelicht

In een serie artikelen worden 22 onbekende psalmen toegelicht. Vandaag Psalm 129.

24 May 2013 14:02Gewijzigd op 15 November 2020 03:45

Inhoud: Het tiende lied van de opgangen (”Hammaälôth”): een korte psalm over de verdrukking van Israël, en de verlossing door de Heere. De dichter roept het volk –tijdens de reis naar een van de grote feesten?– op zich te herinneren hoe er vanaf het begin van het volksbestaan vijanden waren: Egypte, Amalek, Kanaänieten, Assyriërs, Babyloniërs. Stuk voor stuk benauwden en verdrukten ze Gods volk. Zelfs zo wreed dat het leek of Israëls rug met een ploeg werd bewerkt. Niettemin, het was steeds de Rechtvaardige Die de boeien van Zijn volk losmaakte en het bevrijdde. Is het een gebed of een uiting van vertrouwen als de dichter vervolgens stelt dat de ”haters van Sion” zullen moeten terugdeinzen en zullen zijn als verdord gras waar geen maaier naar omkijkt? Vers 8 is lastig. Óf er wordt gezegd dat de voorbijgangers de maaiers geen zegenwens zullen toeroepen. Óf men weigert de ”haters van Sion” te zegenen. Het slot van vers 8 kan vervolgens weer een zegenwens voor de pelgrims zijn.

Psalmlied: In het Franse psalter komt de berijming van Psalm 129 voor het eerst voor in het liedboek dat in 1551 in Genève verschijnt. Théodore de Bèze maakte van de acht Hebreeuwse verzen een gedicht van 24 regels, dat in 6 strofen van 4 regels wordt verdeeld. De hypodorische melodie is waarschijnlijk van de hand van Loys Bourgeois. Via de vertaling van Datheen (1566) en de berijming van Johannes Eusebius Voet (1764) komt het lied in de berijming van 1773 terecht.

Onbekend: Volgens Isaäc da Costa is Psalm 129 de nationale psalm van Israël, waarin de geschiedenis van het volk wordt samengevat. Inderdaad is deze psalm in de eerste plaats het lied van Israël. Christenen herkennen echter ook de gestalte van de Knecht des Heeren, Die Zijn rug gaf aan degenen die Hem sloegen (Jes. 50:6) en door Wiens striemen ons genezing is geworden (Jes. 53:5). De kerk van de Reformatie (De Bèze, Datheen, Statenvertalers) zong met Israël mee en herkende zichzelf als degene die benauwd wordt door vervolgers en niettemin door de Heere wordt bevrijd. Zó kan ook de gemeente nu met Israël meezingen. De melodie hoeft geen probleem te vormen.

Beluister instrumentale zettingen van Psalm 129.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer