Kerk & religie

Menno­nietenleider Hans von Niessen: Ga het oude niet krampachtig conserveren

Onder de Rusland-Duitsers die na 1990 massaal uit de voormalige Sovjet-Unie naar de Bondsrepubliek trekken, zijn vele tienduizenden behoudende mennonieten. De heimat levert hun niet alleen vrijheid. Een terugblik met mennonietenleider Hans von Niessen. „Het niet gelijkvormig worden aan deze wereld vraagt van elke generatie een nieuwe interpretatie.”

Huib de Vries

18 May 2013 18:59Gewijzigd op 15 November 2020 03:39
„De kloof tussen de Duitse doopsgezinden en de uit Rusland afkomstige mennonieten was onoverbrugbaar. Hier werden jongeren rond hun vijftiende jaar gedoopt; daarna zag je hen niet meer in de kerk. Veel gemeenten hielden slechts één keer per maand dienst.”
„De kloof tussen de Duitse doopsgezinden en de uit Rusland afkomstige mennonieten was onoverbrugbaar. Hier werden jongeren rond hun vijftiende jaar gedoopt; daarna zag je hen niet meer in de kerk. Veel gemeenten hielden slechts één keer per maand dienst.”

Het interieur van het bungalowtje van Hans von Niessen (85) is van een klassiek-doops­gezinde soberheid. Voor de oudere Russisch-Duitse menisten is zijn naam een begrip. In de opvangkampen bij Osnabrück, Friedland en Neurenberg werden ze door Von Niessen verwelkomd. Als een Jozua ging hij zijn geloofsgenoten voor in het beloofde land, beantwoordde hun vragen en behartigde hun belangen.

De lichaamskracht van de erudiete menno­niet is afgenomen, maar zijn geest is nog scherp. Zijn leven illustreert de trektocht en het lijden van de menisten. Stamvader Joost van Niessen was aan het eind van de zestiende eeuw diaken in de doops­gezinde gemeente van de autonome Hanzestad Danzig aan de Oostzee, een gemeente die werd gesticht door uit Friesland afkomstige volgelingen van Menno Simons. In 1788 trok een deel van de familie door naar Rusland. Uit deze tak kwam de in­woner van het Duitse Rengsdorf voort.

Zijn vroege jeugd in de Oekraïne werd gestempeld door Stalins terreur tegen de Rusland-Duitsers in het algemeen en de mennonieten in het bijzonder. „Zelfs thuis durfden we niet hardop te bidden, uit angst dat het gehoord zou worden. Pas toen de Duitse troepen onze streek hadden bezet, werden er weer erediensten gehouden.”

Paraguay

In 1943 vluchtte het mennonietengezin met de terugtrekkende Duitse troepen mee naar het Westen. Het jaar daarop nam Hans verplicht dienst bij de Duitse Wehrmacht; in 1945 werd hij met zijn onderdeel uitgezonden naar de Balkan. „In deze periode heb ik me bekeerd. Tot dan was ik alleen in naam christen.”

Met zijn arrestatie door partizanen van maarschalk Tito kwam er een einde aan de door menisten verfoeide krijgsdienst. Aansluitend was hij krijgsgevangene van de Engelsen, die hem overdroegen aan de Amerikanen. „In een kamp van het Amerikaanse Mennonite Central Commitee in het Duitse Gronau heb ik dooponderricht ontvangen en ben ik in 1946 gedoopt.” Twee jaar later emigreerde Von Niessen naar een mennonietenkolonie in het Zuid-Amerikaanse Paraguay, waar hij als leerkracht, prediker en jeugdleider werkte. In 1970 keerde hij voor zijn vrouw naar Duitsland terug. „Ze was niet bestand tegen het slopende klimaat.”

Helene von Niessen was niet de enige voor wie het leven in Paraguay te zwaar werd. Bij duizenden kwamen de mennonieten uit het Zuid-Amerikaanse land retour naar Canada en Duitsland. Von Niessen probeerde de Duitse remigranten op te vangen. Ook vanuit Rusland kwamen steeds meer mennonieten naar de Bondsrepubliek. Voor de International Mennonite Organization was dat reden om in november 1972 de Mennonitische Umsiedlerbetreuung op te richten: voor hulpverlening aan mennonieten met een Hollandse of een Duitse achtergrond. Von Niessen kreeg de leiding.

Gepuzzel

Aanvankelijk begeleidde hij jaarlijks enkele honderden mennonitische immigranten. Vanaf eind jaren tachtig werden dat er vele duizenden. „In totaal heb ik tussen 1972 en 1999 104.000 mennonieten met een Hollandse en Duitse achtergrond voorbij zien komen. Een deel van hen behoorde tot baptistengemeenten.” Aan de hand van familienamen bepaalde Von Niessen wie tot zijn doelgroep behoorde. „Het ging om 258 namen. Bij een aantal families was die door alle verhuizingen in Rusland verbasterd, dat gaf in het begin nogal wat gepuzzel. Ik publiceerde de namen in kranten en tijdschriften, om mensen in contact te brengen met familie in Brazilië, Argentinië, Paraguay, Canada en de Verenigde Staten.”

Vanuit de opvangkampen trokken de mennonieten naar hun nieuwe woonplaats. De hoeveelheid woningen in Duitsland was beperkt. Daar kwam bij dat de Duitse overheid de ”Umsiedler” over het hele land wilde verspreiden. Von Niessen wist dat te voorkomen. „In Rusland hebben we gezien wat het uiteenrukken van families oplevert. Je moet mensen de gelegenheid geven om zich in een veilige omgeving aan te passen. Dan volgen de integratie en de spreiding vanzelf.”

De voorman van de Russisch-Duitse menno­nieten had al snel in de gaten dat de kloof tussen de Duitse doopsgezinden en de uit Rusland afkomstige mennonieten onoverbrugbaar was. „Hier werden jongeren rond hun vijftiende jaar gedoopt; daarna zag je hen niet meer in de kerk. Veel gemeenten hielden slechts één keer per maand dienst. Dat was voor ons onbestaanbaar. We hebben onze eigen gemeenten gesticht. Een belangrijk onderdeel van mijn werk werd het vinden van geschikte plekken voor kerkgebouwen.”

Internet

De eerste generatie probeerde de eigen cultuur te bewaren. „Zoals alle immigranten”, constateert Von Niessen. „Ik heb gezegd: Wat je onder het communisme tot steun in het geloof is geweest, moet je vasthouden. Merk je na verloop van tijd dat de omstandig­heden in dit land een andere benadering vragen, ga dan het oude niet krampachtig conserveren.”

De integratie verliep voorspoedig, al had de autochtone Duitse bevolking aanvankelijk gemengde gevoelens bij de mennonieten met hun vaak omvangrijke gezinnen. Ze bouwden met vrienden en familieleden voor weinig geld kolossale woningen. „Dat gaf nogal wat afgunst. Bovendien was de eerste generatie voor de middenstand niet erg aantrekkelijk. We leven sober, we roken niet, we drinken niet… De tweede generatie nam al meer de hier gangbare levensstandaard over. Hoewel ik heel veel moest reizen, heb ik altijd in een goedkope Toyota gereden. Jonge mennonieten zeiden tegen me: „Wij beginnen met een Audi 80.” Dat typeert de verandering in denken.”

Vooral internet zorgt voor spanningen tussen de oude en de jonge generatie. „Er wordt gewaarschuwd voor de gevaren ervan, maar in de praktijk valt het gebruik van de computer en de mobiele telefoon moeilijk te controleren. De leefwereld van de jongeren is totaal anders dan die van hun ouders en grootouders. Die groeiden als ambachtsmensen op in het communistische Rusland. Veel jongeren gaan studeren en voelen zich thuis in het vrije Duitsland.”

Dankbaar

De kerkverlating is beduidend hoger dan destijds in Rusland. „Maar niet in de mate die door Duitse doopsgezinden werd voorspeld”, nuanceert Von Niessen. „Het grootste deel van onze jongeren blijft trouw aan hun gemeente, al hebben ze vaak andere opvattingen over uiterlijke zaken als kleding en muziek.”

De bejaarde mennoniet uit Rengsdorf pleit voor ruimhartigheid in middelmatige zaken. „Ik ben niet gelukkig met elke verandering, maar ik zie onder jongeren ook veel positiefs. Onze gemeenten zijn heel actief in zending en praktisch dienstbetoon, ver weg en dichtbij. Het doet mij goed als ik zie hoe mijn kleinkinderen en hun leeftijdsgenoten zich daarvoor inzetten.”

Een aantal Russisch-Duitse mennonieten- en baptistengemeenten vervreemdt de jeugd onnodig van zich, vindt Von Niessen. „Het niet gelijkvormig worden aan deze wereld vraagt van elke generatie een nieuwe interpretatie, omdat de context verandert. Je kunt de 21e eeuw niet vergelijken met de 20e eeuw, en het leven in het vrije Duitsland niet met het leven onder het verschrikkelijke communisme. Ik ben nog elke dag dankbaar dat we daarvan zijn verlost.”

Dit is de eerste aflevering in een drieluik over uit Rusland afkomstige mennonieten in Duitsland.


Klassiek doopsgezind

De geestelijke vader van de mennonieten is de Nederlandse reformator Menno Simons (1496-1561). Essentieel in zijn gedachtegoed zijn de noodzaak van wedergeboorte en levensheiliging, de geloofsdoop, het pacifisme, het afwijzen van de eed en de autonomie van de plaatselijke gemeente. In West-Europa krijgen de doopsgezinde gemeenten geleidelijk een vrijzinnig en elitair karakter. Een groot deel van de naar Oost-Europa uitgeweken mennonieten blijft trouw aan de opvattingen van Menno Simons.

Van de Russisch-Duitse mennonietengemeenten in Duitsland behoort ongeveer driekwart tot de Mennoniten-Brüdergemeinden, een kwart tot de (rekkelijker) Mennoniten Kirchengemeinden. Een deel verenigde zich in overkoepelende verbanden: de Arbeitsgemeinschaft zur geistlichen Unterstützung in Mennonitengemeinden (AGUM), de Bund Taufgesinnter Gemeinden en de Bruderschaft der Christengemeinden in Deutschland, waartoe naast Mennoniten-Brüdergemeinden ook Russisch-Duitse baptistengemeenten behoren. Zo’n vijftien Brüdergemeinden bleven zelfstandig.


De mennonitische biblebelt

Aantal Russisch-Duitse mennonietengemeenten: 174.

Aantal leden: circa 36.000 (inclusief kinderen circa 70.000).

Concentraties rond Osnabrück (Bielefeld), Koblenz (Neuwied) en Mannheim (Frankenthal).


Terug naar de heimat

Vanwege vrees voor geloofsvervolging trekt een groot aantal doops­gezinden in de 16e eeuw vanuit Friesland naar Pruisen. Na verloop van tijd verkrijgen ze de Duitse nationaliteit en ontwikkelen ze hun eigen taal: het ”Plautdietsch” of ”Plattdeutsch”.

In de achttiende eeuw geeft een groep mennonieten uit Danzig (het huidige Gdansk in Polen) gehoor aan de uitnodiging van de Russische tsarin Catharina de Grote om een nieuw bestaan op te bouwen in het gebied dat ze heeft veroverd op de Tataren en de Turken. De nieuwkomers hoeven geen belasting te betalen, zijn vrijgesteld van militaire dienst en krijgen een grote mate van autonomie. Geleidelijk worden de privileges hun weer ontnomen. Het leidt tot de eerste emigratiegolf, met name naar Amerika.

Na de communistische revolutie is het voorgoed gedaan met het welvarende bestaan van de mennonieten. Hun bezit wordt onteigend, de uitoefening van de godsdienst verboden. Het veroorzaakt een nieuwe emigratiegolf: naar Canada, Amerika, Brazilië en Paraguay. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog beschouwt Stalin de Rusland-Duitsers als een vijfde colonne binnen zijn rijk. Bij duizenden worden ze vermoord of gedeporteerd naar Siberië.

Onder de opvolgers van Stalin weet een aantal Rusland-Duitsers de Sovjet-Unie te ontvluchten. Na de val van het IJzeren Gordijn komt een ware exodus op gang. In totaal trekken tussen 1950 en 2013 een kleine 2,5 miljoen ”Aussiedler” of ”Umsiedler” naar de Bondsrepubliek. Onder hen zijn honderdduizenden behoudende christenen, voornamelijk mennonieten (inclusief kinderen circa 70.000), baptisten (inclusief kinderen circa 160.000) en lutheranen (inclusief kinderen circa 70.000), die in Duitsland nieuwe gemeenten stichten. De baptistengemeenten en de lutherse gemeenten van Rusland-Duitsers zijn over het hele land te vinden. De meeste mennonietengemeenten zijn geconcentreerd rond Bielefeld, Neuwied en Frankenthal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer