AMSTERDAM. Als vertegenwoordigers van hun kerkgenootschappen was een aantal kerkbestuurders dinsdagmiddag aanwezig tijdens de inhuldigingsplechtigheid in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Ds. K. van den Broeke, preses van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland, blikt terug op een „ontroerende” en „mooie” dag. „Het is goed om op zo’n dag de persoonlijke kant van het koningschap te zien. Wel vond ik het jammer dat er in de toespraak van de nieuwe koning geen enkele verwijzing was naar een ander fundament voor het koningschap dan het vertrouwen van het volk en de liefde in het gezin. De koning heeft er wel bewust voor gekozen om de eed af te leggen, maar de verwijzing naar God was uiterst summier. Dat past helemaal in onze geseculariseerde tijd, maar je zou hun graag iets meer houvast gunnen.”
Als preses van de laatstgehouden generale synode woonde ds. P. D. J. Buijs dinsdag namens de Christelijke Gereformeerde Kerken de plechtigheid in de Nieuwe Kerk in Amsterdam bij. Die was „indrukwekkend”, zegt de predikant uit Ede. „Koning Willem-Alexander heeft in zijn toespraak veel goede en mooie dingen gezegd, onder meer over hoe hij samenbindend wil werken. Ontroerend vond ik hoe hij over zijn ouders sprak en zijn moeder eerde. Het langdurig applaus dat daarop volgde, was hartverwarmend.”
Ds. Buijs vindt het „pijnlijk” dat er tijdens de plechtigheid geen enkele verwijzing was naar Gods heerschappij of een gebed om wijsheid en kracht, zoals bij de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980. „Dat heb ik echt gemist.”
De christelijke gereformeerde predikant wenst koning Willem-Alexander toe dat hij mag leven en werken vanuit de woorden van het volkslied: „Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer. Op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer.””
Ds. J. J. van Eckeveld, preses van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten, moest dinsdag verstek laten gaan bij de inhuldiging van koning Willem-Alexander. „Ik heb net een operatie achter de rug en kon daardoor niet aanwezig zijn. Wegens veiligheidsmaatregelen was het niet mogelijk een vervanger te sturen”, aldus de predikant. Ds. Van Eckeveld heeft dinsdag de inhuldiging wel gevolgd. „Ik vond het waardig en plechtig voor wat betreft de officiële gebeurtenissen. Ik ben blij dat het volk zich toch weer zo om Oranje schaart. Mooi vond ik ook dat zowel koningin Beatrix bij haar afscheidstoespraak als koning Willem-Alexander tijdens de inhuldiging lijnen trok naar de geschiedenis. Verdrietig vond ik het dat er tijdens de plechtigheden voor religie geen enkele plaats was. Dat tekent wel de gang waarin ons volk zich bevindt.”
Als voorzitter van het Nederlands College voor Rabbinale Zaken was opperrabbijn B. Jacobs aanwezig bij de plechtigheid. Hij was dinsdag overweldigd door „de geweldige ontvangst. Er sprak een enorme gastvrijheid uit, en de organisatie was koninklijk. Ik voelde me echt welkom.”
De bijeenkomst maakte grote indruk op de opperrabbijn. „Je roept het „Leve de koning” met z’n allen en je zingt samen het Wilhelmus. Daar sprak een enorme eenheid uit.”
Zijn wens is dat het koningspaar „de weg van koningin Beatrix zal voorzetten. Zij had veel warmte voor de Joodse gemeenschap. Ook hoop ik dat de koning richting Israël stappen zal ondernemen, zo veel als in zijn vermogen ligt.”
De nieuwe koningin ontmoette hij vorig jaar, bij de heropening van de voormalige synagoge van Elburg als museum. „Zij zou onder applaus onder een poort doorlopen en daarmee de sjoel openen. Ik stelde –buiten het protocol om– voor om een minuut stilte te houden voor al degenen die niet meer onder deze poort konden doorlopen. Uit haar gezichtsuitdrukking sprak zo veel begrip op dat moment. Ik heb alle vertrouwen in haar.”
Ds. L. W. Ch. Ruijgrok, preses van de Hersteld Hervormde Kerk, was ook aanwezig. „Je ziet op zo’n moment hoe waardevol de traditie is. Al was er in de toespraak geen verwijzing naar God, in het zingen van het zesde couplet van het Wilhelmus en in de eedsaflegging waren die verwijzingen er wel. De koning legde de eed af, staande voor Gods aangezicht. Erna klonk er muziek uit het Magnificat, de Lofzang van Maria, het gedeelte dat begint met de woorden: „Zoals U gesproken heeft...” De tekst vervolgt daarna eigenlijk: „...tot onze vaderen, namelijk tot Abraham en zijn zaad.”” Omdat de muziek door de koning zelf gekozen is, ziet ds. Ruijgrok ook hier „een bepaald getuigenis” in.
De predikant wenst dat Willem-Alexander „werkelijk koning zal zijn bij de gratie Gods, dat hij zowel persoonlijk als ambtelijk in die gratie zal delen en van daaruit ook wijsheid zal ontvangen voor zijn verantwoordelijke taak. De koning heeft gisteren bij de eedsaflegging gezworen de rechten en de vrijheid van alle Nederlanders te beschermen. Dit betekent dus ook dat christenen, in een tijd dat hun rechten steeds verder ondermijnd lijken te worden, de vrijheid hebben om God naar Zijn Woord te dienen.”