Amerikaanse interventie in Syrië stap dichterbij
President Obama van de Verenigde Staten heeft aangekondigd 200 Amerikaanse militairen in Jordanië te stationeren. Zij vormen een voorhoede van een troepenmacht die kan uitgroeien tot 20.000 soldaten. Daarmee komt ingrijpen in Syrië steeds serieuzer op de agenda te staan.
Van oudsher is 17 april in Syrië een officiële vrije dag. De Syrische bevolking herdenkt dan dat het land in 1946 onafhankelijk werd van Frankrijk. Maar voor een herdenking leek dit jaar weinig belangstelling, gezien de dramatische situatie in het land. Wel kondigde de Syrische staatstelevisie een interview met de Syrische president Bashar al-Assad aan.
Het interview was al eerder opgenomen en naarmate de dag van uitzending dichterbij kwam, begonnen de Arabische media berichten te verspreiden over wat de Syrische president zou gaan zeggen. Steeds sterker werden de geruchten dat president al-Assad vooral de Jordaanse koning Abdullah zou veroordelen en dat hij Jordanië zelfs zou dreigen met een Syrische militaire aanval.
Slechts enkele uren voor de uitzending van het interview met de Syrische president op 17 april maakte het Amerikaanse Pentagon plotseling bekend 200 Amerikaanse soldaten naar Jordanië te zullen sturen. Het Pentagon liet vervolgens weten dat deze 200 Amerikaanse soldaten een voorhoede zullen vormen van een legermacht van wellicht 20.000 Amerikaanse soldaten, „in het geval president Obama tot militaire actie zou besluiten in Syrië.” Een bericht dat de hele Arabische regio alarmeerde omdat het klonk als de voorbode van een ophanden zijnde oorlog.
Totale confrontatie
De Syrische burgeroorlog heeft de vorm aangenomen van een totale confrontatie tussen sjiiten en soennieten. Vooral uit de buurlanden van Syrië trekken aanhangers van beide geloofsrichtingen in steeds grotere aantallen naar het Syrische slagveld, vanuit de overtuiging dat hier de toekomstige machtsverhoudingen van het Midden-Oosten worden bepaald.
Ook vanuit Jordanië zouden zo’n 500 radicale salafisten in Syrië vechten tegen het regime. Officiëel voerden de Jordaanse autoriteiten echter een politiek van strikte neutraliteit, bang om betrokken te raken bij het gewapende conflict en chaos in eigen land te krijgen.
Eind 2012 werd echter duidelijk dat er iets fundamenteel was gewijzigd in deze Jordaanse opstelling nadat bleek dat veel strijders en zware wapens via de Jordaanse grens naar Syrië werden gesmokkeld. En terwijl Amerikaanse media openlijk spraken over het feit dat de Verenigde Staten in Jordanië in speciale kampen „gematigde Syrische rebellen” bewapenden en trainden, werden deze berichten door de Jordaanse overheid nog stelselmatig ontkend. Na de aankondiging vorige week van een Amerikaanse troepenopbouw langs de Syrisch-Jordaanse grens, moest de Jordaanse minister van Defensie de berichten over de trainingskampen echter bevestigen.
Het geheel toont aan dat de Syrische crisis catastrofale vormen heeft aangenomen en dat met name de Verenigde Staten zich op het ergste voorbereiden. Het zwaartepunt van de Syrische crisis lijkt zich verplaatst te hebben van noordelijk Syrië, waar het grenst aan Turkije, naar de Syrische zuidelijke regio. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te geven. De afgelopen jaren ontwikkelde zich een alliantie tussen de westerse landen enerzijds en de Arabische Golfstaten anderzijds waarbinnen NAVO-lid Turkije een scharnierfunctie vervulde. Het was vooral Turkije dat voortdurend –maar tevergeefs– aandrong op een militaire interventie in Syrië.
Gewapende Syrische milities gebruikten het Turkse grondgebied als uitvalsbasis en naarmate de tijd verstreek gingen radicale jihadistische groeperingen steeds nadrukkelijker het beeld bepalen van deze gewapende oppositie.
Terwijl in westerse hoofdsteden de huiver groeide voor de toenemende aanwezigheid van al-Qaida in Syrië, liet Turkije deze militanten vrij opereren aan beide zijden van de Turks-Syrische grens. Met als uiteindelijk gevolg dat er in delen van noordelijk Syrië een al-Qaida-emiraat ontstond dat wordt gedomineerd door de Jabhat al-Nusrabeweging. De leider van deze Syrische al-Qaidatak legde twee weken geleden de eed van trouw af aan Ayman al-Zawahiri, die Osama bin Laden opvolgde als hoofd van al-Qaida.
Desondanks protesteerde Turkije heftig toen de Verenigde Staten eind 2012 deze Jabhat al-Nusrabeweging op de lijst van verboden terroristische organisaties plaatsten. Omdat Turkije reeds lange tijd aandringt op een gewapende interventie in Syrië om vervolgens in het noorden van Syrië een no-flyzone in te stellen is het dus des te opmerkelijker dat dit scenario thans wellicht wordt voorbereid in zuidelijk Syrië en dat dit niet zal gebeuren vanaf Turks maar vanaf Jordaans grondgebied. Hiermee lijkt niet alleen Turkije maar ook de voltallige Syrische oppositie die zich in Turkije bevindt grotendeels buitenspel gezet.
Versplintering
Mede door de politiek van de Turkse AK-regering ontstond er langs de gehele lengte van de Turks-Syrische grens een zone van ”bevrijde gebieden” waar afwisselend Koerdische rebellen, al-Qaida en diverse gewapende milities de dienst uitmaakten. Hiermee werd het uiteenvallen van de Syrische staat in gang gezet en werd het steeds waarschijnlijker dat Syrië zou gaan versplinteren in een aantal substaatjes.
In Washington nam de bezorgdheid toe over de mogelijke consequenties hiervan voor zijn twee loyale bondgenoten Israël en Jordanië. Vooral nadat de inlichtingendiensten van deze beide landen waarschuwden dat ook in het Zuid-Syrische Deraa en de Golanhoogte radicaalislamitische groeperingen volop actief waren. De vrees leek reëel dat deze jihadistische bewegingen bij een eventueel machtsvacuüm in Damascus hun strijd verleggen richting Israël en Jordanië.
De Amerikaanse troepenopbouw in Jordanië hoeft daarom niet per definitie te betekenen dat er een militaire interventie in Syrië wordt voorbereid, maar kan ook bedoeld zijn om zowel Jordanië als Israël te beschermen in het geval het regime in Damascus zou vallen, de Syrische staat uit elkaar spat en er een situatie van onbeheersbare chaos zou ontstaan.
Psychologische oorlogsvoering
Een oude spreuk in Syrië luidt dat wie Damascus in handen heeft, het land regeert. De strijd om de Syrische hoofdstad woedt in alle hevigheid en gaat tevens gepaard met een minder zichtbare maar zenuwslopende psychologische oorlogsvoering. Zo verspreidt de Syrische oppositie voortdurend berichten dat president Assad gedood of zwaargewond zou zijn, om daarmee de Syrische strijdkrachten te demoraliseren.
Verschillende analisten waarschuwen echter dat de strijd om de Syrische hoofdstad Damascus lijkt op het draaiboek van een apocalyptische film. Zo zijn er in de Syrische hoofdstad talrijke goed getrainde militaire eenheden gelegerd. Maar belangrijker is dat zich daarnaast in de stad elite-eenheden van de Syrische Republikeinse Garde bevinden
die uitsluitend tot taak hebben de hoofdstad en de Syrische president te beschermen. Dit zijn paramilitaire eenheden waar de Syrische gewapende oppositie nog nooit mee werd geconfronteerd.
Bewapende rebellenmilities van allerlei ideologie en nationaliteit bevinden zich al maanden in allerlei voorsteden van Damascus die als een cirkel om de Syrische hoofdstad liggen, maar hun pogingen om naar Damascus zelf door te stoten zijn tot op heden mislukt. Sinds enkele weken lijkt het Syrische leger trouwens een groot tegenoffensief te zijn begonnen in verschillende Syrische provincies. Het aan Turkije grenzende Idlib was de eerste provincie die onder controle van de oppositie kwam, maar thans wordt gemeld dat het Syrische leger een groot deel van het platteland van Idlib heeft heroverd.
Ondertussen werd er de afgelopen dagen ook een grote militaire operatie door het Syrische leger gemeld in de aan Irak grenzende provincie Deir el-Zor. Deze nieuwe vitaliteit van het Syrische leger heeft velen verrast, wat de verbeten strijd om de hoofdstad Damascus nog essentiëler maakt.
Gevreesd wordt echter dat deze strijd de volkomen verwoesting van Damascus tot gevolg kan hebben en tot een ravage zal leiden waarbij zelfs de puinhopen van Aleppo verbleken. De belangrijkste Syrische legereenheden, waaronder de Republikeinse Garde, bevinden zich namelijk in het hooggelegen Qassiungebergte aan de voet waarvan de stad Damascus werd gebouwd. Dit betekent dat zelfs in het geval de gewapende oppositie erin zou slagen om de stad Damascus te infiltreren, ze zullen worden blootgesteld aan een vernietigende rakettenregen vanaf dit Qassiungebergte. Met de uiteindelijke destructie van de stad als resultaat.
Vandaar dat de gewapende milities de strijd om Damascus de codenaam ”Armageddon” hebben meegegeven. Het feit dat kranten in de Verenigde Staten melden dat de Amerikaanse troepen in Jordanië zullen worden voorzien van gasmaskers lijkt erop te wijzen dat alle bij het conflict betrokken partijen zich voorbereiden op het ergste. Aan wat men zich hierbij in concreto moet voorstellen durft niemand te denken.