Psalm 94 toegelicht
In een serie artikelen worden 22 onbekende psalmen toegelicht. Vandaag Psalm 94.
Inhoud: Een psalm zonder opschrift. Volgens de Septuaginta is het een lied van David voor de vierde dag van de week. Dat wijst op een vast liturgisch gebruik. De Talmoed vertelt dat deze psalm door de priesters gezongen werd toen in 587 voor Christus de Babyloniërs de tempel bestormden. In ieder geval roept de psalmist om de verschijning van de ”God der wraken”. Laat Hij de goddelozen, die het recht vertrappen, de weerlozen verdrukken en Gods volk verbrijzelen, hun loon geven. Laten die dwazen maar oppassen: God ziet en hoort het allemaal wél (8-11). Wie zich echter door de Heere laat leiden, is een gezegend mens. Want God zal Zijn erfdeel niet verlaten. Hij is hun Hulp, Hij ondersteunt, Hij vertroost (12-19). En Hij zal ook recht doen: het onrecht zal tenietgedaan worden, terwijl de rechtvaardige bij God mag schuilen (20-23).
Psalmlied: De berijming van Psalm 94 in het psalmboek van Genève is van Théodore de Bèze. Zijn gedicht van 72 regels wordt in 1562 opgedeeld in twaalf strofen van zes regels en krijgt een frygische melodie. Omdat de Hebreeuwse tekst 23 en geen 24 verzen telt, is er één strofe die niet twee verzen maar slechts één vers vertolkt: strofe 7 (vers 13). In de berijming moet er dus iets bij… Zo zingt de berijming van 1773 in strofe 7 over de man die door de Heere wordt geleerd: „Zo wordt de roede zelfs gekust,/ En d’onderwerping geeft hem rust”, wat niet in de Bijbeltekst voorkomt. Jammer is ook dat door de strofe-indeling (die via Datheen en Voet doorwerkt in de berijming van 1773) de overgang die in de Bijbeltekst tussen vers 11 en 12 valt, midden in strofe 6 is terechtgekomen.
Onbekend: De Bèze en Datheen zien deze psalm als een gebed tegen de hypocrieten, die zich „decken met den naem der kercken”, maar zo juist de schadelijkste vijanden van de kerk zijn en haar „wreedelicker veruolghen dan alle andere doen.” Het begin met ”God der wraken” klinkt anno 2013 misschien vervreemdend in de oren. Niettemin is het gebed om vergelding van alle onrecht heel Bijbels. Wie daar toch voor terugschrikt, moet met strofe 10 („Wanneer ik zei: „Mijn voeten glijden…”) beginnen: een juweeltje.
Beluister instrumentale zettingen van Psalm 94.