Janna Vergunst: Behoefte aan bezinning bij gevangenen
APELDOORN – Wat begon als een kennismaking tussen jongeren en de gevangenis, groeide uit tot ruim zeventien jaar betrokkenheid bij het justitiepastoraat. Janna Vergunst (67) stopt er dit najaar mee. Glimlachend: „De meeste mensen moeten blijven werken tot hun 67e, dus ik heb twee jaar geleden aangekondigd dat ik ermee zou gaan stoppen. Of me dat moeite kost? Jawel.”
Zeventien jaar geleden was Janna Vergunst betrokken bij het jongerenpastoraat van de Samen-op-Weggemeente in haar woonplaats. Om de jongeren met andere vormen van kerk-zijn te confronteren, ging ze met drie groepen naar de gevangenis in Zutphen. „Bij de voorbereiding vroeg ik aan hen: Met welke ogen kijk je naar gevangenen? Zijn dat jouw ogen of Gods ogen?”
Tijdens de bezoeken kletsten de jongeren met de gedetineerden, deden ze een spelletje met hen en bezochten ze een inloopavond. Het resulteerde in de vraag van de gevangenen om te blijven komen. Na verloop van tijd haakten de adolescenten af wegens studie en verhuizing. Vergunst: „Ik ben gebleven. Kun je dat een roeping noemen?” oppert ze. „Dat zou kunnen.”
De Apeldoornse had een teleurstellend arbeidsverleden achter de rug. Na een loopbaan in de gehandicaptenzorg werd ze volledig afgekeurd. Het vrijwilligerswerk in de gevangenis in Zutphen zorgde voor een welkome tijdsbesteding.
Vergunst, die de Bijbelschool van Het Brandpunt in Doorn volgde, leidde in de gevangenissen in Zutphen en Doetinchem de afgelopen jaren wekelijkse Bijbelstudiegroepen. Dat gebeurde in series van zes à tien bijeenkomsten. Als thema hanteerde ze onder meer ”Aangenaam kennismaken” (over God, Jezus, de Heilige Geest en de kerk), het geloof van de Bijbel, Bijbelse personen, het Onze Vader, de Tien Geboden en een serie over het boek ”Als man je eigen weg vinden”, van Anselm Grün.
Samen met de protestantse predikant gaf Vergunst een eigen invulling aan de Bijbelstudies. „Wij leggen veel accent op samen creatief bezig zijn. Ook proberen we veel uit te leggen aan de hand van platen en symbolen.” De twee actualiseren ook thema’s. „Aan de hand van artikelen uit de krant gaan we met de deelnemers in gesprek over hoe zij over Jezus denken.”
Maximaal tien gevangenen kunnen deelnemen aan een Bijbelstudiegroep, die zonder bewaking wordt gehouden. Aan het begin is er meestal genoeg belangstelling, maar tijdens het verloop van de serie bijeenkomsten neemt het aantal af. „Sommigen worden overgeplaatst, anderen mogen naar huis.”
Haar hoofddoel is de gedetineerden aan het denken te zetten. „Als je binnen zit, word je op jezelf teruggeworpen. De meeste gevangenen hebben geen kerkelijke achtergrond, maar hebben wel grote behoefte aan bezinning. Niet alleen de Bijbelstudiegroepen en de kerkdiensten kunnen rekenen op veel belangstelling, ook de imam heeft het druk.”
Er is nog een reden voor de Apeldoornse om aan te nemen dat geloof en bezinning gevangenen bezighouden. „In het stiltecentrum liggen Bijbels om mee te nemen. Die verdwijnen regelmatig.”
Vergunst betrekt deze Bijbels gratis van de evangelische boekwinkel CLC in Apeldoorn. Die voert een actie waarbij mensen hun niet meer gebruikte Bijbel kunnen inleveren. De betere exemplaren gaan rechtstreeks naar de gevangenissen in Zutphen en Doetinchem. De actie is een succes. „Ik heb daar al zes, zeven dozen weggehaald. Het zijn de nieuwere vertalingen die we in de gevangenis neerleggen.”
Inmiddels coördineerde ze ook de inzet van kerkelijke vrijwilligers in Zutphen. In 2006 werd Vergunst namens de Protestantse Kerk in Nederland bevestigd als pastoraal assistent in het justitiepastoraat. In die hoedanigheid valt ze regelmatig in bij het leiden van diensten. „Dat is begonnen toen de predikant plotseling was verhinderd. Ik stond toen voor het dilemma: geen dienst of een door mij geleide dienst.” Het werd het laatste.
Het contact met de gedetineerden noemt ze bijzonder. „Hun openheid is er bijzonder groot. Zij waarderen het enorm dat mensen van buiten zich met hen bezighouden.”
Vergunst heeft de indruk dat het gevangenispastoraat niet erg leeft in de kerken. „In Zutphen zijn er twaalf kerkelijke vrijwilligers. Daar zouden er wel wat bij kunnen. Het justitiepastoraat is in de kerken ver weg. Ook in de voorbede zou er meer aandacht voor gedetineerden mogen komen.”
Op 21 september neemt ze afscheid. Ze vond het waardevol om in het gevangenispastoraat bezig te zijn geweest. „Ik vind het mooi om in Gods Naam tegen de gevangenen te zeggen: Wat jij gedaan hebt, is niet goed te keuren. Je straf is terecht. Maar bij God kun je altijd opnieuw beginnen. In Zijn ogen ben jij waardevol.””