Abc-boek over Tonke Dragt: een ontdekkingsreis door haar leven en werk
”De werelden van Tonke Dragt” is een boek om heerlijk door te struinen. Net als Dragts boekheld Tiuri, die op pad gaat door het Wilde Woud. Alleen is de opdracht om dit prachtige boek te lezen een stuk minder zwaar dan de missie die Tiuri moet volbrengen.
Het is alsof je op ontdekkingsreis bent, wanneer je door ”ABC Dragt. De werelden van Tonke Dragt” bladert. Het boek is als een bos vol informatieve verhalen. Inspirerend beeldmateriaal, waaronder prachtige tekeningen en minutieuze collages van Dragts hand, veel kaders en korte stukjes vormen de struiken en de boomstronken die het bos tot een avontuurlijk woud maken. Lezen van A tot Z kan wel, maar handiger is misschien van Z naar N. Of naar de T van Tiuri die bijna geen Tiuri had geheten. Auteurs Joukje Akveld en Annemarie Terhell helpen een handje door bij elk thema te verwijzen naar gerelateerde onderwerpen.
Terug naar schildknaap Tiuri, de hoofdpersoon van Dragts bekendste werk ”De brief voor de koning” (1962). In dat boek moet hij een nacht in een kapel doorbrengen in afwachting van zijn ridderslag. Hij mag de deur niet openen, maar doet het toch als hij een kreet om hulp hoort.
Wie heeft er nooit gedacht wat er gebeurd zou zijn met Tiuri als hij de deur niet had opengemaakt?
Dragt in elk geval wel. Ze schreef ook een verhaal over een schildknaap die de deur wel opende. Althans, de aantekeningen ervoor „slapen in een la.” Die schildknaap ontvangt wel de ridderslag, maar blijft zijn hele leven jaloers op Tiuri, die zo veel lof toevalt.
Kattenmens
Net als de auteur over wie ze schrijven pakken Joukje Akveld en Annemarie Terhell een klus graag eigenzinnig aan. Het boek mocht geen biografie worden – zo besliste Dragt, die sowieso maar ternauwernood haar medewerking verleende. Het resultaat is een abc-boek met 50 lemma’s in plaats van 26, omdat één alfabet niet genoeg was voor Dragt. Van de A van Andere werelden (waar kun je beter mee beginnen bij een auteur de niets liever doet dan een uniek universum scheppen), via de K van onder meer Katten (kattenmens Tonke gaf ooit zelfs dwergtijgerkatjes de fles) naar de Z van Zevensprong (naar het gelijknamige boek) en Zeeën van tijd.
Zeeën van tijd, die zou Dragt willen hebben. Bijvoorbeeld om het tweeluik Zeeën van tijd –waarvan in 1992 het eerste deel ”Aan de andere kant van de deur” verscheen– af te maken. Grappig detail: de eerste zin en de slotzin staan al twintig jaar vast. „Buiten sneeuwde het” en „Buiten sneeuwde het nog steeds.”
Jonge fans
De auteurs Akveld en Terhell maakten een boek over een schrijfster die met taal werelden oproept alsof het niets is. Maar zelf kunnen de twee er ook wat van. Hun boek is opvallend licht verteerbaar. Behalve voor niet-Tonkelezers, misschien. Voor hen zouden alle lemma’s, kaders en weetjes zich weleens tot een kluwen van informatie kunnen vormen, die zich maar met moeite laat ontrafelen tot complete plaatjes.
Akveld en Terhell schrijven luchtig, zonder poeha, maar wel vol voorbeelden en details die het interessant maken. De tekst is zo geschreven dat die grotendeels ook voor jonge fans goed behapbaar is (zie bijvoorbeeld fragment 1).
Natuurlijk speelt de encyclopedische opzet daarin ook een rol. En het feit dat ook kinderen een stem krijgen in het boek. Zoals de vier jongens die naar Tiuri zijn vernoemd.
Januaraanse Ambassade
Het zou het boek oppervlakkig kunnen maken, maar nee. Tussendoor typeren (”hoe herken je een Tonke-held?”), analyseren (”vriendschap is de drijvende motor in Tonkes verhalen”) en associëren de auteurs onbekommerd.
Ze leggen onder meer verbanden tussen de realiteit en de verzonnen werkelijkheid uit Dragts boeken. Zo hoopt Dragt volgens het boek ooit te verhuizen naar de Januaraanse Ambassade, een creatie uit haar boeken. „Want, zoals je weet, zijn daar zeeën van tijd om te schrijven – altijd.” Het is in de geest van Dragt om te spelen met de grens tussen fantasie en werkelijkheid.
Bovendien lééft de gelauwerde schrijfster in haar zelfgeschapen werkelijkheid. Haar huis in de Bloemenbuurt in Den Haag staat niet alleen vol met boeken, hier komen haar eigen verhalen tot leven en zijn personages haar vrienden (zie fragment 2).
Door het boek heen vertelt Dragt –soms in korte citaten, soms bladzijdenlang– over dingen waar ze zelden of nooit over sprak, zoals haar jeugd in Nederlands-Indië (zie kader). Want Dragt liet zich niet graag interviewen.
Al haar ideeën zal de 83-jarige dame niet meer tot boeken kunnen verwerken. Ze oogde op de boekpresentatie vorige maand in Den Haag weliswaar behoorlijk vief, het was tot op het laatste moment onzeker of ze kwam. Maar liefhebbers van haar werk hebben met ”ABC Dragt” voorlopig niet te klagen.
Fragment 1
„Het is een museum waarin alles met alles te maken heeft. (...) Sla je links de hoek om dan bots je op de Januaraanse Ambassade, een groot poppenhuis met ontelbaar veel trapjes en prieeltjes. (...) Neem je de deur rechts, dan betreed je Tonkes werkkamer. Die wordt in beslag genomen door twee grote tafels: één om collages aan te maken en één om aan te schrijven. (...) Tijd op naar huis te gaan! roept de bibliothecaris (een boekpersonage, MO). De tijd is voorbij, de schrijfster heeft rust nodig.”
Fragment 2
„Zoals de kledingmode ieder seizoen verandert, zo verandert ook de boekenmode. (...) Soms wil iedereen lezen over zieke kinderen en scheidende ouders en soms moet alles over draken gaan. Sommige schrijvers rennen zich een rotje om al die modes bij te benen. Tonke niet. Als er een ridder in haar hoofd aanklopt, doet ze open – of die nu in is of uit.”
Tonke Dragt
Tonke Dragt (1930) groeide op in Batavia in Nederlands-Indië. Haar vader werkte voor een verzekeringsmaatschappij. Ze bezocht de school waar –later– ook de jonge Barack Obama naartoe ging, de Nassauschool. „Zou hij op de fiets naar huis ook met zijn handen van het stuur de berg zijn afgeroetsjt?” vraagt Dragt zich af. Vakanties bracht ze met haar ouders en zusje door in de bergen. „Het landschap was woest en prachtig.” Het inspireerde haar tot de weelderige wouden en verre verten die zij later creëerde.
Maar ook op een andere manier was het huidige Indonesië belangrijk voor haar werk. Toen ze tijdens de Tweede Wereldoorlog als 12-jarige in een jappenkamp belandde begon ze met schrijven en tekenen. „Het was de enige manier om aan de ellende van het kamp te ontsnappen: door de verbeelding.”
Haar eerste manuscript, ”Verhalen van de tweelingbroers” werd door uitgevers afgewezen, omdat sprookjes uit waren en Jip en Janneke in. Totdat collega-auteur Miep Diekmann haar uitgeverij Leopold binnenloodste: „Jij kunt schrijven, kom maar langs.”
Het boek kwam uit en een jaar later verscheen ”Een brief voor de koning”, waarvoor ze in 2004 de grote kinderboekenprijs Griffel der Griffels kreeg. Dragts fantasie is enorm, ze maakt boeken over robots en jonkvrouwen, over leven in de toekomst of in een parallelle wereld.
Tussendoor schrijft ze brieven. Soms in geheimtaal, vaak versierd. Aan de inmiddels overleden prentenboekenmaker Max Velthuijs. Of aan ene Philip, op wiens vragen ze jarenlang antwoordde. Toen hij –groot geworden– een nieuw huis kreeg, stuurde Dragt hem een pak toastjes en een potje zout. Omdat in Indië op die manier boze geesten werden verdreven.
Dat is óók de invloed van Dragts jeugd. Van de spannende verhalen over de wortels van de waringinboom, waar geesten woonden. Net zoals de hang naar het bovennatuurlijke van haar moeder en haar zus haar beïnvloedde. Het maakte haar nieuwsgierig en in de toekomstverhalen ”Torenhoog en mijlen breed” en ”Ogen van tijgers” komt telepathie ook aan bod. Of het een gave is of een vloek, daar heeft personage Jock geen antwoord op. Maar onschuldig of zonder gevaar is het niet. En aangezien realiteit en werkelijkheid bij Dragt nog al eens door elkaar lopen, zou dit wel eens iets kunnen zeggen over haar opvatting.
Boekgegevens
”ABC Dragt. De werelden van Tonke Dragt”, Joukje Akveld en Annemarie Terhell; uitg. Leopold, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 258 6114 8; 189 blz.; € 22,50.