Commentaar: Herdenken van de watersnood noodzakelijk
Ook al is het inmiddels zestig jaar geleden, nog steeds is de watersnood van 1953 een gebeurtenis die diepe sporen heeft nagelaten in de herinnering van overlevenden. Zoals veel oudere Nederlanders van boven de rivieren spreken van ”voor” of ”na de oorlog”, zo hebben de Zeeuwen het over ”voor” of ”na de ramp”. Voor hen is 1953 een jaartal dat belangrijker is dan het jaar van een eeuwwisseling.
Opvallend is dat rond de zestigjarige herdenking, die gisteren en vandaag werd gehouden, veel overlevenden van de ramp voor het eerst hun verhaal zijn gaan vertellen. Jarenlang zwegen ze over de traumatische ervaringen tijdens de watersnood van 1953. Nu komen ze daarmee voor de dag.
Enerzijds heeft dat te maken met het bekende verschijnsel dat mensen diep ingrijpende ervaringen vaak wegstoppen. Zo is bekend dat oud-Indiëgangers zich jarenlang hulden in stilzwijgen over hetgeen ze in de Oost hadden meegemaakt. Evenzo hebben overlevenden van 1953 vele jaren niet kunnen spreken over hun belevenissen in de rampnacht. Hun mond zat als het ware op slot.
Daarnaast was het veertig, vijftig jaar geleden bepaald niet gebruikelijk om veel ruimte te geven aan emoties. Het devies was: Niet zeuren, werken! Wie vocht tegen zijn tranen was een vent; wie ze liet stromen, was zwak.
Nu, na zestig jaar, komen overlevenden toch met hun verhaal. Enerzijds omdat er vandaag de dag meer ruimte is voor emoties, anderzijds omdat ze beseffen dat hun geschiedenis toch niet verloren mag gaan. Zij zijn ervan overtuigd dat de volgende generaties moeten weten wat er in 1953 gebeurde.
Dat laatste is om verschillende redenen zeker belangrijk. Voor jongeren is de veiligheid die hoge dijken bieden tegen de macht en kracht van het water bijna vanzelfsprekend. Zij kunnen zich niet voorstellen dat de machtige zeeweringen kunnen bezwijken. Toch blijft het van belang zich dat te realiseren. En daar schort het momenteel wel aan.
Aan ruim 30 procent van de primaire waterkeringen moet op korte termijn groot onderhoud worden gedaan. Daarvoor is geld nodig. Te gemakkelijk wordt daar nu op beknibbeld. Het noodzakelijk onderhoud zou nu 1 miljard kosten, terwijl de regering maar 500 miljoen ter beschikking stelt. De overheid zal dus meer geld op tafel moeten leggen voor het behoud van onze veiligheid.
Daarnaast laten veel verhalen zien hoe mensen op een bijzondere wijze in de rampnacht hebben kunnen overleven. In 1953 zijn er wonderen gebeurd, die niet in de vergetelheid mogen geraken.
Bijzondere uitreddingen komen in deze dagen in herdenkingsbijeenkomsten en kerkdiensten ook vaak aan de orde. Dat is belangrijk. De Bijbel leert ons dat de macht van de elementen in de natuur wordt beheerst door God, de Schepper van hemel en aarde. Maar tegelijk is Hij degene Die hulp en bijstand wil bieden aan mensen in nood. Daar geven de persoonlijke levensgeschiedenissen van overlevenden van de watersnood ook tal van voorbeelden van. Het is goed die in herinnering te houden.