Kerk & religie
Bidden voor een veilige vlucht op zendingsveld Papoea

De Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) is dit jaar vijftig jaar actief op Papoea. Het zendingswerk op het Indonesische eiland is onmogelijk zonder luchttransport. Veel dorpjes zijn alleen per vliegtuig of helikopter bereikbaar. Zonder risico’s is het vliegen niet. „We zijn wonderlijk bewaard.”

Albert Groothedde
13 December 2012 17:22Gewijzigd op 15 November 2020 00:48
Vliegen op Papoea vraagt veel van de piloot. Het eiland wordt door kenners beschouwd als een van de gevaarlijkste regio’s ter wereld om te vliegen. Foto: inwoners van het dorp Ipdeheik bidden voor een veilige vlucht, foto Geerten Vreugdenhil
Vliegen op Papoea vraagt veel van de piloot. Het eiland wordt door kenners beschouwd als een van de gevaarlijkste regio’s ter wereld om te vliegen. Foto: inwoners van het dorp Ipdeheik bidden voor een veilige vlucht, foto Geerten Vreugdenhil

De Indonesische provincie Papoea is ongerept. Zelfs met de krachtigste fourwheeldrives kom je niet ver. Hoge bergen, diepe kloven, snelstromende rivieren en uitgestrekte moerassen vormen moeilijk te overwinnen obstakels.

De ruige natuur maakt dat niet alleen Wamena, een stad in het centrale bergland, de regio waar de ZGG actief is, maar ook honderden andere kleine dorpjes alleen via de lucht bereikbaar zijn. Deze afhankelijkheid van het luchtvervoer is big business voor vliegmaatschappijen.

Voor vluchten van Wamena naar de kust kun je terecht bij verschillende carriers. Waaghalzen boeken een goedkope trip in een rammelende Iljoesjin of Antonov. Het geraas van deze vrachtvliegtuigen uit het voormalige Oostblok is in Wamena niet van de lucht. Verschillende toestellen pendelen dagelijks heen en weer tussen het centrale bergland en de kuststad Sentani.

Het is ook mogelijk om met een reguliere lijnvlucht mee te gaan; de keuze van veel Papoea’s. Veel westerlingen mijden als het even kan echter ook deze vluchten. De slecht onderhouden vliegtuigen en de ongedisciplineerde piloten maken dergelijke ritjes niet aantrekkelijk.

Risico

Voor een trip naar een dorp in het binnenland is de bezoeker veelal afhankelijk van MAF, AMA of Tariku. Deze organisaties zijn ooit opgericht om het werk van zendelingen en missionarissen te ondersteunen. Met hun kleine toestellen kunnen de piloten –mits het goed weer is– op de meest afgelegen vliegstrips landen.

Hoewel de toestellen van de ‘zendingsmaatschappijen’ vaak goed worden onderhouden, zijn ook dergelijke vluchten niet zonder risico’s. Papoea wordt door kenners beschouwd als een van de gevaarlijkste regio’s ter wereld om te vliegen. De primitieve vliegveldjes, hoge bergen (tot boven de 5000 meter) en het instabiele weer vragen veel van de piloot.

Het gaat dan ook geregeld mis. Het recentste ongeval gebeurde op 3 oktober. Op de bewuste woensdag verliest de luchtverkeersleiding het contact met een toestel van Tariku dat onderweg is van Sentani naar Dekai. Aan boord zijn twee personen: piloot Kristian Yus en passagier Paul Osu.

Meteen wordt er een zoekactie op touw gezet. Verschillende vliegtuigjes speuren vanuit de lucht naar het verongelukte toestel. Pas een dag later wordt het vliegtuig, een PAC P-750, gevonden; het ligt tegen de helling van een hoge berg in de buurt van het dorpje Dagi.

Een helikopter van de AMA –aan boord onder meer de Nederlandse ZGG-predikant en arts ds. J. IJsselstein– wordt erheen gestuurd om poolshoogte te nemen en vast te stellen of er overlevenden zijn. Het ruwe weer maakt het echter onmogelijk om in de buurt te landen. Pas enkele dagen later arriveren er reddingswerkers bij het wrak: Yus en Osu hebben het ongeval niet overleefd.

Wonder

Dat het mis kan gaan, weet ook zendingszuster van Marry van Moolenbroek. Als enige ZGG-medewerker op Papoea maakte zij daadwerkelijk een vliegtuigongeluk mee. Voor de ogen van andere zendingswerkers crashte haar toestel, een Cessna, in 1976 bij de landing in Landikma. Het toestel kwam naast de landingsbaan in het oerwoud terecht.

Wonder boven wonder overleefden Van Moolenbroek, de piloot en twee gereformeerd vrijgemaakte zendingszusters het ongeluk. Van Moolenbroek: „We waren nog maar een paar stappen van het vliegtuig vandaan toen het in brand vloog. We zijn wonderlijk bewaard.”

Rook

Ook ds. C. G. Vreugdenhil, van 1974 tot 1987 werkzaam als zendingspredikant op Papoea, weet over het onderwerp mee te praten. Bij hem ging het op zijn eerste reis naar Papoea al bijna mis.

Samen met zijn vrouw en twee kinderen vloog hij met een propellervliegtuig van luchtvaartmaatschappij Merpati van Jakarta naar de kuststad Sentani (Papoea). Een vermoeiende reis; in de jaren zeventig werden er nog tussenlandingen gemaakt op verschillende eilanden.

Vlak bij Sulawesi ging het mis, herinnert zich de predikant van de gereformeerde gemeente te Vlissingen. „Plotseling vulde de cabine van het vliegtuig zich met rook. De bemanning trok zich terug in de cockpit; er waren problemen, zo veel werd ons passagiers wel duidelijk.”

De mensen in het vliegtuig begonnen luid te bidden en te schreeuwen. De predikant heeft nog helder voor ogen hoe een medepassagier razendsnel een boodschap krabbelde op een stuk papier en dat in zijn koffer stopte. „Het was een afscheidsgroet aan zijn vrouw.”

Ds. Vreugdenhil bleef zelf rustig. „Ik wist me door de Heere geroepen het Evangelie te verkondigen op Papoea. Ik geloofde vast dat ons leven niet zou eindigen voordat de Heere Zijn Woord en belofte zou hebben waargemaakt.”

Uiteindelijk slaagden de piloten erin een noodlanding te maken op de luchthaven van Ujung Pandang (tegenwoordig Makassar, AG). „Toen we waren geland, inspecteerden enkele technici de motoren van het vliegtuig. Toen ze een beschermkap verwijderen, kletterden onderdelen van de motor op het platform.” Na een oponthoud van enkele dagen werd de reis naar Papoea vervolgd.

Stilte

Vliegen op Papoea; het is niet zonder gevaar. Bidden en werken – zendingspiloten op Papoea weten wat het is. Voordat een toestel met veel geraas het luchtruim kiest, wordt er gevraagd om een moment stilte: „Lord, give us a safe trip, for Jesus’ sake, Amen.”


Vliegen op Papoea is gevaarlijk. Dat weet Geerten Vreugdenhil (40) als geen ander. De Nederlander –zoon van oud-zendingspredikant ds. C. G. Vreugdenhil –woont al zo’n dertig jaar op het Indonesische eiland. Eerst jarenlang als ”mission kid”. Sinds 1987 als piloot. Ruim elf jaar vloog hij voor de Mission Aviation Fellowship (MAF).

Een aantal jaren geleden nam de piloot ontslag bij zijn werkgever. Hij besloot samen met enkele andere westerlingen een droom te verwezenlijken: jonge Papoea’s op te leiden tot piloot. Met het oog hierop richtten ze de stichting Lentera op.

Vreugdenhil: „Tot op heden zijn de Papoea’s in de afgelegen dorpen volledig afhankelijk van piloten uit het Westen. Daar willen wij graag verandering in aanbrengen. Het kan niet zo zijn dat de bevolking van Papoea tot in lengte van jaren van buitenlandse piloten afhankelijk is.”

„Het gaat Lentera overigens niet alleen om goede piloten”, benadrukt Vreugdenhil. „Minstens zo belangrijk vinden we het dat onze studenten oprechte christenen zijn. Papoea’s die klaarstaan voor hun naaste en niet naast hun schoenen lopen.”

De idealen zijn niet eenvoudig te verwezenlijken. Het vraagt veel energie en geduld om Papoea’s op te leiden tot vakkundige piloten. Het onderwijsniveau is veelal laag. Om toegelaten te worden tot de opleiding doorlopen de studenten dan ook een strenge selectieprocedure.

Inmiddels zijn, na zo’n twee jaar, de eerste resultaten geboekt. Dit voorjaar behaalden twee Lenterastudenten in Amerika hun vliegbrevet. „Het was onwerkelijk”, vertelt Aben Loguan (27). „Toen ik terugtaxiede naar de hangar hoorde ik dat ik was geslaagd. Tranen sprongen in mijn ogen. Ik heb God gedankt dat Hij dit onmogelijke mogelijk heeft gemaakt.”

Met het behalen van het brevet zijn Aben en medestudent Roy er nog niet. De komende tijd zullen ze onder toeziend ogen van Geerten Vreugdenhil en Patrick Frey, een andere Lentera-instructeur, vlieguren moeten maken om de kneepjes van het vak onder de knie te krijgen. En daarna zal er opnieuw historie worden geschreven: een Papoea achter de stuurknuppel. „Wie had dat vijftig jaar geleden durven dromen”, glimt Vreugdenhil.

www.lenterapapua.org

www.maf.nl


Veelvoorkomende vliegtuigen op Papoea

Pilatus Porter PC-6

Capaciteit aantal personen: 9

Capaciteit vracht: 800 kg

Snelheid: 232 km/h

Overig: De Porter heeft slechts een vliegstrip van 195 meter nodig om te kunnen landen of stijgen. Dit maakt het toestel bijzonder geschikt voor vluchten in het binnenland van Papoea.

Foto: Een Pilatus Porter van de MAF.

Quest Kodiak 100

Capaciteit aantal personen: 7

Capaciteit vracht: 1250 kg

Snelheid: 341 km/h

Overig: De Kodiak is speciaal ontworpen en gebouwd voor de MAF. Het toestel vliegt niet op avgas, maar op het goedkopere en beter te verkrijgen kerosine.

Foto: Een Kodiak van de MAF.

Cessna 208 Caravan

Capaciteit aantal personen: 14

Capaciteit vracht: 1150 kg

Snelheid: 273 km/h

Overig: De Caravan heeft als groot voordeel dat hij is voorzien van een zogeheten ”pot” onder de cabine. Deze externe opbergruimte is uitermate geschikt voor het vervoeren van bijvoorbeeld varkens; iets wat veel gebeurt op Papoea.

Foto: Een Caravan van de AMA.

PAC P-750

Capaciteit aantal personen: 10

Capaciteit vracht: 1100 kg

Snelheid: 315 km/h

Overig: De PAC wordt wereldwijd veel gebruikt om parachutisten te droppen. De relatief sterke motor maakt het mogelijk om snel hoogte te winnen. Hierdoor is het toestel ook uitermate geschikt voor Papoea.

Foto: Een PAC van Tariku. Het toestel op de foto is in oktober gecrasht. Het droeg toen het registratienummer PK-RWT (zie ”Bidden voor een veilige vlucht”).


Garuda, de nationale trots van Indonesië

De Indonesische luchtvaartmaatschappij Garuda Indonesia kent een roerige geschiedenis. Jarenlang gold de maatschappij als een van ’s werelds onveiligste carriers. Inmiddels heeft de maatschappij haar leven gebeterd. Een stevige impuls voor de kwaliteitsslag die Garuda heeft gemaakt, was het besluit van de Europese Unie in 2007 om alle Indonesische luchtvaartmaatschappijen, waaronder Garuda, niet langer welkom te heten in Europa. Een gevoelige aderlating voor de Indonesiërs. Zij moesten hierdoor onder meer de lucratieve route Amsterdam-Jakarta opgeven.

Onder meer met behulp van veiligheidsexperts van KLM wist Garuda zich in 2009 van de zwarte lijst te werken. Een jaar later werd de route Amsterdam-Jakarta in ere hersteld. De verbeteringen bij Garuda blijven niet onopgemerkt. De maatschappij valt de laatste jaren herhaaldelijk in de prijzen. Afgelopen jaar werd Garuda zelfs verkozen tot de beste regionale luchtvaartmaatschappij ter wereld.

De toekomst ziet er voor Garuda goed uit. De Indonesische economie is op stoom; steeds meer Indonesiërs pakken het vliegtuig. Wel neemt lokaal de concurrentie stevig toe. Vorig jaar verbaasde Lion Air, een relatief jonge Indonesische luchtvaartmaatschappij, de sector toen ze bekendmaakte 178 nieuwe 737-900NG’s te bestellen bij de Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing. Deze aankoop is de grootste vliegtuigorder ooit. Het is nu aan Lion Air om te bewijzen dat ze ook de veiligheid van haar passagiers serieus neemt; de maatschappij staat nog steeds op de zwarte lijst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Zending
Papoea

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer