Teruggang én groei in kerkelijk leven Zeeland
Kijkend naar het kerkelijk leven in Zeeland zien ze een tweeledig beeld ontstaan. Dat van teruggang en van groei. Vier Zeeuwen uit vier kerkverbanden blikken terug op de serie ”Kerk in Zeeland”.
„Zeeland haalt de Randstad in”
Lange tijd leek de ontkerkelijking in Nederland Zeeland voorbij te gaan. „Nu haalt Zeeland de Randstad in wat dat betreft”, stelt P. C. Knook, ouderling in de hervormde gemeente te Goes.
„Zeeland heeft geen unieke cijfers als het gaat over terugloop van de kerkgang. Dit gebeurt landelijk. Maar omdat deze beweging hier de laatste tijd zo hard gaat, is er ineens veel oog voor, ook in de pers.” De oorzaken van kerkverlating in Zeeland zijn dezelfde als in de rest van het land, aldus Knook. „Secularisatie en de invloed van de evangelische beweging.”
De Gereformeerde Bondsgemeente waarvan de notaris deel uitmaakt, ontstond dertig jaar geleden als wijkgemeente van bijzondere aard. Het is de enige gemeente van deze signatuur op Zuid-Beveland. „We begonnen met zo’n 100 leden, nu zijn het er 1000. Je ziet dus dat er bij ons juist sprake is van enorme groei. Die komt mede vanwege de overkomst van leden uit de Gereformeerde Gemeenten en andere afgescheiden kerkverbanden. Maar er zijn ook voorbeelden van mensen die van buitenaf bij ons lid geworden zijn, bijvoorbeeld omdat hun buren hen meenamen naar de kerk.”
Voor de toekomst maakt Knook zich bezorgd over de kleine gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) waar hij toe behoort. Als het aantal leden van deze gemeenten verder daalt, kunnen zij niet lang zelfstandig verder gaan. „Hoe houd je zulke gemeenten in stand? Daar moet echt naar gekeken worden.”
In de eigen gemeente heeft de kerkenraad deze zorg „absoluut niet. Wij denken zelfs aan het creëren van een tweede predikantsplaats, geheel tegen de trend in. Het Landelijk Dienstencentrum van de PKN in Utrecht verbaast zich hierover. We zijn er niet trots op, dat zou ongepast zijn. De kerk is namelijk van Christus.”
Knook hoopt op een opleving van de kerk, „ook landelijk. Als je de dorpen hier doorrijdt, zie je overal torens naar de hemel wijzen. Dat is een getuigenis dat hoop geeft.”
„Kerken moeten koppen bij elkaar steken”
De christelijke gereformeerde Gasthuiskerk in Middelburg staat aan de drukste winkelstraat van de Zeeuwse hoofdstad. „Een unieke setting waar je veel mee kunt”, noemt C. Louwerse, scriba van de kerkenraad, het. Zo is de historische kerk geopend tijdens marktdagen. „Van 11 tot 16 uur, van de voorjaarsvakantie tot aan de herfstvakantie. Er lopen regelmatig mensen binnen, voor een praatje of om de kerk te bekijken.”
Samenbinden is voor Louwerse een sleutelwoord als het gaat om het tegengaan van kerkverlating. Ook hij signaleert dat de leegloop van kerken in Zeeland toeneemt. „Bij ons is nog wel sprake van lichte groei, maar ook van verloop. Dat komt onder andere doordat wij in Middelburg de Roosevelt Academy hebben. Voor de studenten stellen wij de Gasthuiskerk één keer per maand beschikbaar voor het houden van Engelstalige diensten door de stichting Time4God, waarin we samen met een groot aantal kerken hier ter plaatse participeren. Veel studenten zijn hier een tijdje lid, om vervolgens weer te vertrekken en zich elders bij een kerk aan te sluiten. Wat me daarbij opvalt, is dat met name jongeren in een andere plaats heel vaak voor een ander kerkgenootschap kiezen. Ze oriënteren zich een tijdlang, en vragen dan hun lidmaatschap op. Zulke verschuivingen kwam je vroeger veel minder tegen.”
Er zijn echter ook jongeren die compleet afhaken, ziet Louwerse. „Mensen worden in het algemeen gesproken minder religieus. Het is belangrijk dat we onze ogen hiervoor niet sluiten. We moeten alert zijn op wat er om ons heen gebeurt en ons daarbij afvragen hoe de Bijbelse boodschap wordt gebracht. De kerken hebben verzuimd om met elkaar in gesprek te gaan. En dat terwijl we zo veel samen kunnen doen. Naar de toekomst kijkend wil ik ze dan ook oproepen om de koppen bij elkaar te steken. Alleen dan kan de Bijbelse boodschap nog krachtig klinken.”
„Geen poppenkast in de kerk”
Wat doe je met kerkgebouwen die leeg komen te staan? Het is een vraag waarmee SGP-wethouder J. P. Sinke van de gemeente Reimerswaal regelmatig wordt geconfronteerd. „In Zeeland komen op termijn tientallen kerken leeg te staan”, stelt de in Krabbendijke woonachtige wethouder. „In regionaal verband denken we na over mogelijke herbestemmingen. Tegelijk is er in mijn eigen omgeving binnen de Gereformeerde Gemeenten sprake van groei. Zo moet er in Yerseke een nieuwe kerk worden gebouwd. De huidige zit tjokvol. Ook in Krabbendijke zijn er in de afgelopen jaren extra zitplaatsen gecreëerd en in Waarde is twee jaar geleden een nieuwe kerk in gebruik genomen.”
Als Sinke de jaarboeken van zijn kerkverband, de Gereformeerde Gemeenten, erop naslaat, moet hij constateren dat de kerkverlating ook deze denominatie niet voorbijgaat. „Gelukkig niet zo als in andere kerkverbanden, maar toch.” Het blijft even stil. „Hoe komt dat? We hebben zelf ook kinderen, dus ik wil voorzichtig zijn. Maar ik zie wel dat daar waar de leer behouden blijft, de leegloop het minst is. De historie leert dat als je allerlei toeters en bellen de kerk in haalt, de kerkgang uiteindelijk toch terugloopt. Geen poppenkast in de kerk dus. Doe maar gewoon.”
Sinke geeft ds. C. J. Meeuse gelijk, die in de serie ”Kerk in Zeeland” stelde „dat zich in Zeeland nog procentueel een groot deel van onze gezindte bevindt.” Toch komt hij ook in delen van de provincie „waar je denkt: wonen hier nog kerkmensen? Dat is met name in Zeeuws-Vlaanderen het geval.”
Goede communicatie is een belangrijk punt voor de kerk in de toekomst, aldus de wethouder. Dit wordt gewaardeerd door jongeren, merkt hij. „Meeleven, en naast mensen gaan staan, dat bindt jongeren aan de gemeente. Daarbij is het een voorrecht als een kerkenraad warmte uitstraalt.”
Er wordt in Zeeland op kerkmensen gelet, merkt Sinke op zijn werk. „Soms krijg ik de vraag: Hoort hij ook bij jullie kerk? Die vraag krijg je, als je doen en laten doordeweeks niet overeenstemmen met je zondagse kerkgang. Juist tegenwoordig is het zo belangrijk wat je uitstraalt. Als je open en eerlijk bent, creëer je vaak draagvlak en begrip. En je moet daarbij nooit een houding aannemen van: „Ik weet het”, want ook wij struikelen in veel dingen.”
„Tegengestelde ontwikkelingen”
„Tegengestelde ontwikkelingen” ziet W. Kolijn uit Terneuzen, oud-voorzitter van de SGP, als hij het kerkelijke landschap van Zeeland beziet. „Enerzijds is er sprake van groei, met name door geboorte. Deze had echter groter kunnen zijn. Als je terugbladert in de ledenboeken van onze gemeente, zie je dat complete families in de loop der jaren zijn afgehaakt.” De voorzitter van het deputaatschap bij de hoge overheid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ziet in de straten van Terneuzen mensen lopen van wie de grootouders nog kerkelijk meelevend waren. „Zij weten daar zelf misschien niet eens meer van.”
In Zeeuws-Vlaanderen, waar Kolijn woont, is meer afstand tussen kerkelijken en niet-kerkelijken, stelt hij. „Het bevindelijke volksdeel staat hier sterk op zichzelf. Niet-kerkelijken hebben, in tegenstelling tot in andere delen van het land, totaal geen idee waar het in de kerk over gaat.”
Terugblikkend op de serie ”Kerk in Zeeland” in deze krant, stelt Kolijn dat aandacht voor de historie belangrijk is. „Hier kreeg de hervorming ooit voet aan de grond in dorpen die nu compleet rooms zijn. De klap die de Hervorming in de Tachtigjarige Oorlog –door de val van Antwerpen– kreeg, is zij in dit gebied nooit meer te boven gekomen.”
En de toekomst? „Voor de toekomst is het van belang dat we veel aandacht hebben voor de gemeente. Bij ons waren er in het verleden enkele ouderlingen die buiten het arbeidsproces stonden. Zij ploegden de gemeente door en dat werd zeer gewaardeerd. Ook nu wordt geprobeerd veel aandacht aan de gemeente te schenken. Er is veel werk te doen. Met name onder de jeugd. Wij hebben gelukkig veel jongeren in de gemeente, en ook op de catechisatie. Door aandacht voor hen te hebben, hoop je te voorkomen dat ze weggaan. Je wilt hen wapenen voor deze tijd, en hun een stuk bewustwording en gewetensvorming bieden.”
Het is volgens de oud-voorzitter van de SGP echter een gevaar om je alleen op de aantallen kerkgangers te richten. „Het gaat er uiteindelijk om hoeveel mensen er behoren tot de ware Kerk. De Heere zal Zijn Kerk bewaren tot het einde toe, maar de vraag is: zal Hij ook in ons land nog geloof vinden?”
Een thuis in de Koorkerk
Kerkverlating hoeft niet altijd in te houden dat mensen vervolgens helemaal niet meer naar een kerk gaan. Uit de afscheidsbundel die de atheïstische predikant ds. K. Hendrikse onlangs kreeg aangeboden, blijkt bijvoorbeeld dat ook hij ‘kerkverlaters’ trok. In ”De dominee, de kerk en God” heeft Trea van Vliet interviews en portretten gepubliceerd die aantonen dat ds. Hendrikse nogal wat van oorsprong orthodox-gereformeerden trok.
Jacomien Kleinepier bijvoorbeeld. In het boek vertelt ze over haar opvoeding. „Niets mocht, en alles moest.” Lange tijd kwam ze niet in de kerk. In de Middelburgse Koorkerk ontmoette ze ds. Klaas Hendrikse. „Hij is mijn maatje en ik dat van hem.” Opvallend genoeg klikte het niet direct met de predikant. „Ik kon niet omgaan met de felheid van Klaas. Voor mij was het alsof mijn vader, die inmiddels overleden was, er weer stond. Dat harde, dat starre…”
Ook Fien van Duijvenvoorde heeft vanuit een traditionele achtergrond (hervormd) haar thuis in de Koorkerk gevonden. „Alles draaide om de genade van Jezus Christus, om zalig worden.” Na haar trouwen begon haar geloof „te tanen.” Van Duijvenvoorde stelt dat er in de kerk veel schijnheiligheid is. „Het ene doen en het andere prediken, nee, daar kan ik niet tegen.”