Peter W. Galbraith: Genocide dreigt voor christenen Syrië
BEIROET – De situatie voor onder meer de christenen in Syrië is uiterst zorgelijk. Genocide dreigt, zo waarschuwde de Amerikaanse senator Peter W. Galbraith onlangs.
Over Syrische christenen wordt vaak de vrees geventileerd dat ze hetzelfde lot zullen ondergaan als hun Iraakse geloofsgenoten. Sinds 2003 zijn christenen uit Irak in grote getale hun vaderland ontvlucht. Het kan echter nog erger.
De Amerikaanse senator Peter W. Galbraith kan terugzien op een indrukwekkende diplomatieke carrière. Zijn werk voerde hem naar brandhaarden van menselijke ellende zoals bijvoorbeeld Irak en Afghanistan. In de jaren negentig van de vorige eeuw maakte hij bovendien de massaslachtingen en deportaties op de Balkan van dichtbij mee.
Recent vond er in het United States Holocaust Memorial in Washington een bijeenkomst plaats. Tijdens deze bijeenkomst deed senator Galbraith de sombere voorspelling dat de eerstvolgende genocide in Syrië zal plaatsvinden. De slachtoffers van de genocide zijn de alevieten. Ook religieuze minderheden, waaronder Syrische christenen, worden bedreigd. Volgens de Amerikaanse senator hangt hun mogelijk hetzelfde lot boven het hoofd.
De beklemmende woorden van de senator kregen niet de aandacht die ze verdienden. In The New York Times verscheen op 15 november een artikel dat de in het Westen gangbare opvattingen over het verloop van de Syrische crisis treffend illustreert. Volgens de auteur zou er in Syrië in het begin „slechts” sprake zijn geweest van een louter vreedzame, niet-sektarische protestbeweging. Niets is minder waar.
Ik herinner me nog goed hoe ik in mei 2011 –dus vlak ná het uitbreken van de onrust in Syrië– met een Syrische christelijke vriend naar Duma reisde, een plaats vlak bij Damascus ligt. Plotseling kwamen we met onze auto terecht in een protestdemonstratie. Tijdens de bijeenkomst werd als leuze gescandeerd: „De alevieten naar het graf, de christenen naar Beiroet.” Mijn vriend werd na het horen van de spreekkoren lijkbleek.
Het voorval maakt duidelijk dat de sektarische dimensie van de onrust in de kiem reeds in het begin aanwezig was. Deze sektarische dimensie is toegenomen nadat allerlei radicale geestelijken via Arabische satellietzenders de haat jegens de ander begonnen te prediken.
De beruchtste prediker is sjeik Adnan al-Arur. Hij liet de alevieten weten dat ze na de overwinning van de revolutie „allen in stukken zouden worden gehakt en aan de honden gevoerd.”
Uit dergelijke videoboodschappen maken ook Syrische christenen op dat hun toekomst in Syrië direct verbonden is met het lot van de Syrische president.
Dat ondervinden veel christenen overigens ook aan den lijve. In de kerk die ik iedere zondag bezocht in Damascus doken plotseling allerlei onbekende gezichten op. Het bleken christenen te zijn die de stad Homs waren ontvlucht. Van de oorspronkelijke 80.000 man tellende christelijke gemeenschap in Homs is niets meer over.
Ook in Aleppo is de situatie zorgelijk. Enkele weken geleden publiceerde het rooms-katholieke persbureau Fides een brief van een pastor uit de Syrische stad. Deze droeg de veelzeggende titel ”Als christen leven in de hel van Aleppo”. De pastor beschrijft hoe de christelijke wijken van Aleppo zijn omringd door gewapende rebellen. De jihadisten onder de rebellen „schieten op huizen van christenen, dwingen hen te vluchten, om vervolgens de bezittingen van christenen te roven”, aldus de pastor.
Het geweld in Aleppo houdt aan. Vorige week vrijdag ontplofte een zware bom vlak bij de Syrisch-orthodoxe kerk in Aleppo. Niet alleen de kerk, ook een nabijgelegen ziekenhuis en een bejaardenhuis raakten zwaar beschadigd. De berichten spreken over tussen de twintig en de tachtig doden.
Christenen zijn verlamd van angst. Wie de mogelijkheid heeft, vlucht naar elders. Er circuleren berichten dat veel christenen westwaarts trekken richting Latakia en Tartus, waar het nog relatief veilig is.
In sommige media wordt christenen verweten dat ze welbewust de verkeerde zijde hebben gekozen. Er wordt echter voorbijgegaan aan de beweegredenen die christenen en andere religieuze minderheden hiervoor hebben. Er zijn talloze voorbeelden bekend van Syriërs die door de rebellen werden geëxecuteerd omdat ze loyaal waren aan het regime. Ze worden voor het gemak als ”shabihah” (aan het regime gelieerde milities) betiteld, zonder dat hier enig bewijs voor was en alsof dat hun moord rechtvaardigde.
Tegen deze achtergrond klinken de onheilspellende woorden van Galbraith.