„Afstoten kerken moet stoppen”
HEINKENSZAND – „De kerk –ook die in Zeeland– moet veranderen en de wereld moet zich weer het leergezag laten aanleunen.”
Dat stelde ds. K. van der Kamp, secretaris van de Raad van Kerken in Nederland (RvK), woensdagavond op een symposium voor de Provinciale Raad van Kerken Zeeland. Het symposium in de Barbesteinkerk te Heinkenszand handelde over de Charta Oecumenica, een handvest voor samenwerking tussen kerken. Dit kwam in 2001 in Sibiu (Roemenië) tot stand. De Raad van Kerken in Nederland heeft nu, aan de hand van dit handvest, een beleidsplan voor de periode 2012-2016 vastgesteld.
Het gaat ds. Van der Kamp aan het hart dat in Zeeland de komende jaren elke drie maanden ten minste één kerk wordt afgestoten. „Dit moet stoppen. De vraag is: Hoe? Wie moet er veranderen? De kerk of de wereld?”
Voordat hij antwoord gaf op die vragen, besteedde hij aandacht aan een aantal concrete begrippen die in het beleidsplan van de Nederlandse Raad van Kerken worden genoemd en die aansluiten bij de Charta Oecumenica. „Het is de missie van de kerken in Europa om, in een tijd van secularisering, samen het Evangelie te verkondigen”, aldus de predikant. „Moet de wereld minder gulzig worden en de eigenschappen van de kerk naar zich toe trekken of moet de kerk accepteren dat ze minder macht heeft? Beide. De wereld moet zich het leergezag weer laten aanleunen en de kerk moet veranderen van klooster naar pelgrimsoord.”
Ds. Van de Kamp citeerde in dat verband godsdienstsocioloog dr. Joep de Hart, die aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Groningen de leerstoel kerk en wereld bekleedt. „Mensen blijven iets vaker thuis op zondag en ontwikkelen zich als spirituele thuiswerkers.” Volgens ds. Van der Kamp betekent dat voor de kerken in Zeeland dat ze elkaar moeten steunen in het zoeken naar woorden en vormen waarin zij communiceren met de vele zoekers buiten de kerk. „Kerken moeten daarbij openstaan voor nieuwe vormen van spiritualiteit en religieus beleven.”
De secretaris van de Raad van Kerken noemde als belangrijk resultaat van het achterliggende jaar dat negen kerkgenootschappen een doop die in een andere kerk werd bediend erkend hebben als een legitieme doop. „Komend jaar zullen we landelijk nadenken over de beleving van eucharistie en avondmaal.”
De vraag of de kerk of de wereld in een geseculariseerde tijd moet veranderen kon mgr. J. Liesen, bisschop van Breda, als reactie op de lezing van ds. Van der Kamp, niet in één zin beantwoorden. „Het gaat mij vooreerst om de vraag wie de kerk is en wat haar identiteit is”, zei hij. „Het handvest verwoordt wel het verlangen naar eenheid, maar legt ook een verschil bloot. De eenheid is nog niet gerealiseerd.”
Voor de bisschop bepaalt „herbronning” de plaats van de kerk in de wereld. „Daarbij gaat het om de vraag: Wie zijn wij als gelovigen? We moeten ons opnieuw bezinnen op ons geloof en samen bereid zijn om voor God te staan.”
Ook ds. S. Bloemert, regionaal adviseur classicale vergaderingen van de Protestantse Kerk in Zuid-Nederland, zei terug te willen naar de bron, zoals in de visienota van de kerk is gesteld. „Mijn vraag is: waar willen wij ons op weg naar eenheid gezamenlijk toe verplichten?”