In het Zeeuwse Sluis doet de kerk er langzamerhand het zwijgen toe
SLUIS – Galerie De twaalf Apostelen, restaurant La Trinité, tearoom Petrus en Paulus. Waar de kerk in het Zeeuws-Vlaamse Sluis er langzamerhand het zwijgen toe doet, laten de gevels nog een fluisterzachte echo horen.
Wie Sluis nadert, in het grensland tussen Nederland en België, ziet geen kerk opdoemen maar de trotse toren van het markante stadhuis: het Belfort. Het oude stadje zou daarmee symbool kunnen staan voor het ontkerkelijkte Zeeuws-Vlaanderen. Hier, in het zuiden van de provincie, bevindt zich het eerste kerkloze dorp van Zeeland, Zuidzande.
In Sluis ligt de kerk letterlijk op het kerkhof. Op het Sint-Janskerkhof zijn de fundamenten te vinden van de Sint-Janskerk, die aan het begin van de negentiende eeuw afbrandde. Het is bijna niet voor te stellen dat hier, op de plaats van dit stille woonwijkje, ooit een magistraal gebouw stond, een van de grootste kerken van Vlaanderen. Een informatiepaneel herinnert het vestingstadje aan zijn vroegere predikant Jacobus Koelman.
De nieuwe hervormde kerk, die na de Tweede Wereldoorlog verrees, is er ook niet meer. Ze maakte in 1996 plaats voor Residentie De Kogge, een chic ogend appartementencomplex in de Lange Wolstraat. In dit gebouw heeft de protestantse gemeente Zuidwesthoek een multifunctioneel centrum met kerkzaal. De gemeente kerkt beurtelings in Sluis, Sint Anna ter Muiden, Cadzand en Retranchement.
Sluis heeft charme, de schreeuwerige seksshops ten spijt. Aan de Kaai kijken terrassen uit over de door bomen omzoomde Damse Vaart. Hier begint het zogenoemde Noordzeekustpad, dat loopt van Sluis naar het Groningse Nieuweschans. Een troepje toeristen drentelt rond bij het standbeeld van woordenboekenmaker Van Dale.
Vanaf deze plek, de vroegere haven van Sluis, zie je ook de rooms-katholieke Johannes de Doperkerk liggen, uit 1927. Dagelijks geopend. Twee Duitse vrouwen glippen naar binnen. Onwennig steken ze een kaarsje aan voor een Mariabeeld uit de achttiende eeuw. „Voor een zieke vriendin”, vertellen ze even later.
Schuin tegenover de kerk bedient Paulus Mahu van tearoom Petrus en Paulus zijn klanten. Mahu herinnert zich dat hij als kind niet met protestanten mocht spelen. Maar de rol van de kerken in Sluis is volgens hem uitgespeeld. „In deze kerk zit ’s zondags niet meer dan 25 à 30 man. Het seksueel misbruik heeft de laatste klap gegeven.”
In Hoek, dicht bij Terneuzen, woont de gereformeerd vrijgemaakte predikant ds. J. F. Harmanny. Anderhalf jaar geleden nam hij een beroep aan naar Zeeuws-Vlaanderen, waar hij als jongere al acht jaar woonde. Hij stelt zich bescheiden op –„ik wil niet de indruk wekken dat ik wel even zal vertellen hoe het hier in elkaar zit”– maar is ook eerlijk. „Mensen mogen best weten dat we soms in een lastig parket zitten. Veel kerken moeten helaas sluiten op dit moment. De PZC schreef onlangs dat zes van de negen rooms-katholieke kerken in Midden-Zeeuws-Vlaanderen dichtgaan.” De reden: Zeeuws-Vlaanderen vergrijst en jonge gezinnen trekken weg.
Zeeuws-Vlaanderen is in te delen in drie regio’s die kerkelijk „totaal verschillend” zijn, aldus ds. Harmanny. West-Zeeuws-Vlaanderen, waar de gemeente Sluis ligt, was ooit een veilige haven voor vluchtelingen, ongeacht hun godsdienstige achtergrond. „Maar de veelheid aan kerken zonder directe band met de moederkerken heeft er wellicht toe geleid dat deze streek sneller ontkerkelijkte.”
Het land van Axel, dat de plaatsen Axel, Zaamslag, Terneuzen en Hoek bevat, was in de Tachtigjarige Oorlog op het noorden betrokken en is daardoor protestants georiënteerd. Kerken van bevindelijk gereformeerde snit bevinden zich hoofdzakelijk in dit deel van Vlaanderen én in Oostburg. Het oostelijk deel van Vlaanderen is overwegend rooms-katholiek. Ds. Harmanny: „Somber zijn is niet nodig. We geloven dat God werkt en merken dat mensen zoeken naar zin. Ook geldt hier: wie enthousiast wordt, neemt zijn netwerk daarin mee.”
Dit is het achtste deel in een serie over het kerkelijk leven in Zeeland.
Hoofdplaat zit zonder kerk
Het college van Sluis besloot deze zomer de veertig kerken in de gemeente te inventariseren om te bezien welke functie de godshuizen kunnen krijgen als ze niet langer voor kerkdiensten worden gebruikt. Het dorpje Hoofdplaat illustreert de soms schrijnende situatie in Zeeuws-Vlaanderen. De twee kerken, een hervormde en een rooms-katholieke, moesten beide de deuren sluiten. De hervormde is herbestemd tot appartementencomplex, maar er kwam tot dusver geen koper opdagen. Omdat een aantal verenigingen geen repetitieruimte meer heeft, is het sociale leven in het dorp een ernstige slag toegebracht.