Rooms ’s-Heerenhoek bewaart kleingeld voor de collecte
’s-HEERENHOEK – Hoe het staat met het kerkelijk leven in ’s-Heerenhoek? Eigenaar Peter van de Troefmarkt grijnst, terwijl hij een netje mandarijnen scant. „Volgens mij wel goed. In de weekenden krijgen we bijna geen kleingeld. Dat wordt opgespaard voor de collecte.”
’s-Heerenhoek straalt de gastvrijheid uit die de inwoners zichzelf toedichten: vanaf de Molendijk is het dorp, dat tot de gemeente Borsele behoort, helemaal te overzien. Eerst de nieuwbouwwijk, in het centrum de rooms-katholieke Willibrorduskerk, vervolgens het oude gedeelte, met onder aan de dijk een rijtje van vijf cafés: de ”bierdulve” (biersloot).
Op deze najaarsmiddag is het rustig in het dorp, er is vrijwel niemand op straat. In de verte is alleen het monotone gezoem van de machines die de uien van het land halen, te horen. Voor de kerk scharrelen wat ganzen. Een oudere man zet zijn fiets tegen een boom en haast zich met een zakje brood naar de dieren.
’s-Heerenhoek is een van de roomse enclaves op het overwegend protestantse Zuid-Beveland. Ruim de helft van de bijna 2000 inwoners is rooms-katholiek. De Willibrorduskerk is de enige kerk van het dorp. Tijdens carnaval, een van oorsprong rooms-katholiek feest, staat het hele dorp vijf dagen op zijn kop. Op zondag wordt dan een grote optocht gehouden, waaraan zo’n veertig groepen meedoen. Voorafgaand nemen feestgangers deel aan een mis.
Maar net als in de rest van Zeeland slaat ook hier de ontkerkelijking toe. Verpleegkundige Jolanda Faes komt thuis van haar werk en steekt de sleutel in het slot van haar voordeur. „Ik ben nog wel lid van de kerk, maar kom er bijna nooit. Alleen als er iemand uit het dorp is overleden, ga ik naar de dienst. Al dat gedoe over seksueel misbruik in de kerk. Ik heb er mijn buik van vol.”
Voor pastoor Paul Vanluffelen, die naast de Willibrorduskerk woont, is het geen nieuw verhaal. Hij is blij als er ’s zondags honderd mensen in de kerk zitten – overwegend zeventigplussers. „Vroeger werd je nagewezen als je niet naar de kerk ging, nu als je wel gaat”, constateert hij.
In omliggende dorpen is eenzelfde tendens zichtbaar. Om kosten te besparen, heeft het bisdom Breda besloten om acht rooms-katholieke parochies op Noord- en Zuid-Beveland en Schouwen-Duiveland per 1 januari 2013 te fuseren. Er zullen geen kerkgebouwen sluiten.
Volgens Vanluffelen, die naast ’s-Heerenhoek nog drie parochies onder zijn hoede heeft, is het een duidelijk signaal dat inwoners „weinig meer ophebben met het instituut kerk.” Wel is hij ervan overtuigd dat religie voor velen niet heeft afgedaan. „Mensen zoeken naar het hogere, de honger naar God is er wel. Dat blijkt wel als de Maria Magdalenakerk in Goes een middag open is. Dan komen er zo’n 300 bezoekers.”
Wat doet de kerk om afhakers er weer bij te betrekken? „Ik preek elke zondag, er zijn doop-, rouw- en trouwdiensen. De pastorie staat altijd open. Maar het is lastig. Op de rooms-katholieke school in ons dorp is 80 procent van de leerlingen niet meer rooms-katholiek, dus daar hoeven we de aanwas niet van te verwachten.”
Sterft de kerk langzaam uit? „Daar ben ik niet bang voor. Ze gaat wel weer op een andere manier verder. Weet je, vroeger gingen mensen uit gewoonte naar de kerk. Degenen die nu gaan, kiezen er bewust voor.”
Jo Rentmeester (72) is een van die trouwe kerkgangers. „Als ik niet ga, is het voor mij geen zondag.” Ze beaamt het verhaal van de pastoor. „Het zijn voornamelijk ouderen die de kerk draaiende houden. Ik kan me niet herinneren dat er bij ons een kind is gedoopt of een stel is getrouwd.”
Aan kerksluiting moet ze niet denken. „De kerk hoort bij het dorp, daar ben ik mee opgegroeid. Maar ik denk dat het zo’n vaart niet loopt. Als ik de situatie in ’s-Heerenhoek vergelijk met die in andere dorpen, mogen wij niet klagen. Gisteravond waren er zo’n zeventig mensen aanwezig bij de Mariaviering. Niet gek toch?”
Sinds de negentiende eeuw is circa een kwart van de Zeeuwse bevolking rooms-katholiek. Een van de roomse enclaves is ’s-Heerenhoek.
De eerste bewoners van het dorp waren vooral protestanten. Zij bouwden in 1672 een hervormde kerk. Na de Franse tijd, in 1797, toen het recht op godsdienstvrijheid er kwam, lieten rijke roomse boeren de eerste rooms-katholieke kerk van de regio in ’s-Heerenhoek verrijzen. Dat zorgde voor een langzame katholisering van het dorp. In de jaren tachtig leidde dit tot de sluiting van de hervormde kerk. Deze werd afgebroken en staat in het Openluchtmuseum te Arnhem.
Dit is het zesde deel in een serie over kerkelijk leven in Zeeland. Vrijdag deel 7.