De Syrische christenen herdenken ieder jaar op 1 november hun overledenen. Maar sinds de herdenking van vorig jaar zijn er wel erg veel nieuwe graven gedolven. Een christen uit de Damasceense wijk Bab Tuma verwoordde het onlangs: „We beleven dagelijks ons Golgotha en klampen ons vast aan onze hoop op de verrijzenis uit dit massagraf.”

Vanaf het begin van de crisis vreesden de christenen in Syrië dat het lot van hun Iraakse geloofsgenoten ook hun ten deel zou vallen. Dit angstvisioen lijkt steeds meer bewaarheid te worden. Vooral voor de tienduizenden christelijke vluchtelingen uit Irak die zijn neergestreken in wijken in de hoofdstad Damascus, betekent dat een dubbel drama.

Vorige week donderdag werd in de wijk Jaramana van de hoofdstad een gruwelijke ontdekking gedaan. Enkele dagen eerder was de Grieks-orthodoxe priester Jamil Haddad ontvoerd door een criminele bende. Zijn ontvoerders meldden zich en eisten van de christelijke gemeenschap een losgeld van 50 miljoen Syrische lire (zo’n 550.000 euro). De veelal verarmde christenen in Jaramana konden onmogelijk dit astronomische bedrag bijeenbrengen. Die donderdag werd het ontzielde en gruwelijk verminkte lichaam van de priester teruggevonden, niet ver verwijderd van de Sint-Eliaskerk waaraan hij verbonden was. Het lichaam vertoonde sporen van zware mishandeling en vlak voor zijn dood bleken de ontvoerders de ogen van de priester te hebben uitgestoken. Alle christelijke kerken in Damascus –ongeacht hun denominatie– herdenken met diepe smart dit jongste slachtoffer van het totaal zinloze en onmenselijke geweld.

Op een steenworp afstand van de wijk Jaramana werden christenen de zondag ervoor opgeschrikt door een bloedige aanslag in de wijk Bab Tuma, in de oude stad van Damascus. Dertien mensen werden bij de aanslag gedood, veel anderen raakten zwaargewond. De aanslag vond plaats op het Bab Tumaplein, waar het 24 uur per dag een komen en gaan van mensen en auto’s is. Op de zondagmorgen van de aanslag kwamen veel mensen uit de kerk. Winkels en historische gebouwen in de directe omgeving werden zwaar beschadigd. Een ooggetuige vertelde: „Het was een onbeschrijfelijke toestand. Overal lagen lichamen en lichaamsdelen. Een van hen was de vuilnisman die ik vlak voor de explosie nog had gezien.”

Op dezelfde zondag werd ook de christelijke gemeenschap in de noordelijke stad Aleppo opgeschrikt door een zelfmoordaanslag, die op wonderbaarlijke wijze geen slachtoffers eiste. De aanslag vond plaats in het Nieuwe Assyrische Kwartier, vlak bij een Assyrische liefdadigheids­instelling die duidelijk het doelwit was. Deze instelling omvat onder meer een ziekenhuis en een tehuis voor ouderen. De bewoners en het verplegend personeel kwamen met de schrik vrij.

Hetzelfde Nieuwe Assyrische Kwartier werd vorige week donderdag opnieuw aangevallen. Dit keer waren er wel slachtoffers. De aanval werd opgeëist door het aan het terreurnetwerk al-Qaida geliëerde al-Nusra Front. Veel christenen ontvluchtten in totale paniek de wijk.

Momenteel lijkt er zwaar te worden gevochten in en rondom twee andere christelijke wijken in Aleppo: al-Syrian al-Jadida en al-Syrian al-Qadima. Er lijkt een ware exodus vanuit deze wijken op gang te zijn gekomen.