LONDEN – Veel dichtgetimmerde ruiten, lege etalages, een grauwe zee aan pakhuizen en flats, schuurtjes van golfplaten, autowrakken, afval en lege containers. Dit is Hackney, waar Matthew Henry zijn tweede gemeente vond.
De Londense wijk Hackney ligt net iets boven de City. Hier wonen 200.000 mensen –veel Turken, Koerden en werkloze Chinezen– boven op elkaar, tussen verloedering en geweld, waarbij moord en doodslag geen zeldzaamheden zijn. Er is zelfs een gebied dat ”Murder Mile” heet. Volgens sommigen is dit een bankroet getto, de slechtste plek om te wonen in heel Groot-Brittannië. Hier wil niemand wonen dan zij die nergens anders kunnen wonen.
In 1699 ontvangt de Engelse prediker Henry voor de eerste maal een beroep uit de kleine gemeente van Hackney. Men wenst hem daar als opvolger van William Bates, die in dat jaar overleed. Per kerende post laat Henry echter weten dat hij niet komt. Hij is niet los van Chester en verzoekt niet langer lastig te worden gevallen met een beroep. De roep wordt echter herhaald. Opnieuw zegt Henry dat hij ervoor moet bedanken. Hij mag niet, hij kan niet en hij wil niet.
In 1710 en 1711 komen er weer enkele brieven uit Hackney. De kerkenraad daar zegt dat hij is als een aanhoudende weduwe die men niets kan weigeren. Dit beroep ervaart Henry als „de grootste bekommering.” Hij durft niet langer te bedanken. „Hoe ik mij ook had voorgenomen om voor het beroep naar Hackney te bedanken, toch heb ik mij laten overhalen door hun smeekbeden. Ik durfde hen niet langer te weigeren.” In 1712 vertrekt hij naar zijn nieuwe gemeente om daar de herdersstaf op te nemen.
In Hackney wordt Henry bevestigd op zondag 18 mei 1712. Op die dag preekt hij ’s morgens over Genesis 1, ’s middags over Matthëus 1. Goede Bijbelgedeelten om een nieuw begin te maken, stelt hij. Maar Henry blijft lange tijd moedeloos. Hij kan zijn eerste gemeente, Chester, maar niet vergeten. „Ik ben bedroefd in de geest omdat ik mijn vrienden te Chester heb verlaten.”
Daarbij komt dat Henry meent dat hij in Hackney weinig zegen op zijn prediking heeft. „Droefheid, ja grote droefheid bezet mij, als ik zie op de zonden van enkele jongeren die ik heb onderwezen en waar ik geen moeite voor heb gespaard. Ze hebben mij geen blijdschap geschonken. Ach Heere, zeg mij waarom Gij met mij twist.”
Hij zoekt de schuld vooral bij zichzelf: „Ik belijd mijn tekort in het preken. Ik voel me er zo onbekwaam toe, zo koud en harteloos, wat het lot van mijn medemens aangaat. Heere, erbarm U mijner!”
Henry’s kerk moet gestaan hebben aan de Mare Street in Hackney. Het moet ook toen al een oud gebouw zijn geweest. Men had enkele woonhuizen provisorisch tot kerkgebouw omgebouwd.
De Mare Street is er nog. De kerk niet meer. Het is bijna niet te doen om de Mare Street te volgen, van a tot z, van begin tot eind. Overal zijn omleidingen en eenrichtingsroutes. Het is hier een Londense doolhof.
In mei 1714 gaat Matthew Henry op reis. Hij wil zijn eerste gemeente, Chester, bezoeken om die nog eens te dienen. Op de laatste zondag voor zijn vertrek bedient hij in Hackney het heilig avondmaal. Dat is, zegt hij, de beste voorbereiding voor zijn reis. Hij preekt dan over Openbaring 5:9: „Want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met uw bloed.” De volgende dag verlaat hij met zijn koets Hackney.
In het troosteloze Hackney is niets terug te vinden van de troost die Henry er verkondigde. Benzinewalmen, hoofddoeken en boerka’s, muren volgekalkt met graffiti en uitheemse teksten. De straten staan vol met rijtjeshuizen waarvan de kleine voortuintjes dichtgewoekerd zijn met brandnetels en braamstruiken. Aaneengeregen winkeltjes met oriëntaalse spullen zijn dag en nacht open.
Matthew Henry mag reeds lang elders zijn, dag en nacht in Zijn tempel.
De Bijbelverklaarder Matthew Henry werd geboren op 18 oktober 1662. In verband met zijn 350e geboortejaar bezoeken we in Engeland en Wales plaatsen die in zijn leven van belang waren. Volgende week deel 5: Nantwich.