CHESTER – Trinity Church, Chester. Een historisch kerkgebouw, maar binnen zit een restaurant, „het beste van de stad”, dat wel. Hier bevinden zich ergens de graven van Matthew Henry, van zijn vrouw Katharine en van het dochtertje Elisabeth. Maar de kok weet niet waar precies. Zijn baas evenmin.
Op donderdag 2 juni 1687 ging Henry voor het eerst als eigen predikant in Chester voor. Hij preekte over 1 Korinthe 2:2: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd.”
William Tong, zijn latere biograaf, schreef over deze dienst: „Het mag naar waarheid gezegd worden dat zij hem ontvingen als een gezant van God. Hij kwam tot hen met een volle oogst van zegeningen in Jezus Christus onze Heere, en hij werd tot grote zegen voor velen, zowel te Chester als op het omliggende platteland.”
De gemeente van Henry kerkte aanvankelijk in een oud klooster. In 1700 nam hij een nieuwe kerk in gebruik, de Matthew Henry’s Chapel aan de Trinity Street. Henry preekte bij de ingebruikneming over Jozua 22:22 en 23a. Zeven jaar later moest de kerk worden uitgebreid met een galerij. Deze Matthew Henry’s Chapel werd in 1962 gesloopt om plaats te maken voor het nog bestaande hotel Crowne Plaza Chester.
Vlak naast de plaats van de Matthew Henry’s Chapel werd later de grote Trinity Church gebouwd, de kerk die staat op de plaats waar ergens Matthew Henry en zijn vrouw en het dochtertje Elisabeth begraven moeten liggen.
In de Trinity Church zit nu een luxe restaurant. De kok wil het allemaal best even laten zien. Het restaurant, de bar, de trap naar boven, de vertrekken op de eerste verdieping. Van graven van de familie Henry heeft hij echter nog nooit gehoord. Hij zal het even vragen! Maar zijn baas weet ook van niets.
Henry woonde in die tijd aan White Friars, een smal straatje met hobbelkeien, aan de kant van de Bridge Street. Het huis staat er nog steeds, in zwart-witte kleuren, met een overstekende eerste etage. Hoog in de gevel staan twee jaartallen: 1658 en 1987. De deur zit op slot. Binnen blaft wel een hond, maar er is niemand thuis.
Na het vertrek van Henry (1712) verwaterde zijn gemeente aan de Trinity Street. Er waren opeens gemeenteleden die de Drie-eenheid loochenden. Dit leergeschil leidde in 1768 tot een scheuring van de gemeente.
In 1822 maakte iemand er melding van dat het oude deel van de gemeente „nog wel respectabel was, maar ook erg klein.” In 1862 werd de kapel gerestaureerd, er kwam zelfs een nieuwe voorgevel, en als herinnering aan Henry werden er enkele nieuwe ramen naar hem genoemd. In 1962 werd de kanselbijbel echter gesloten en ging de kerk tegen de vlakte.
Het andere deel van de gemeente (de loochenaars van de Drie-eenheid) bestaat nog als Matthew Henry Unitarian Chapel. Zij kerken in een kantoor op het industrieterrein (Newton Place). Daar buigen ze zich zondags vol ijver over de vraag of er wel een God is.
In Chester zijn meer dingen die met Henry te maken hebben. Midden op een levensgevaarlijke rotonde aan de Grosvenor Street staat een obelisk, die in 1860 te zijner ere werd opgericht door zijn gemeente. Op de gedenknaald staan enkele teksten. Er is ook een bronzen medaillon aangebracht met daarop zijn beeltenis.
Aan de overzijde van de rotonde staan de resten van Chester Castle. In de cellen van het kasteel bezocht Henry vaak de gevangenen.
In het stadsarchief van Chester liggen nog originele geschriften, zoals de gedrukte levensbeschrijving over Matthew Henry, geschreven door William Tong. Ook ligt er nog een kerkboek uit de eerste Matthew Henry’s Chapel, met zijn handschrift.
Op zondag 11 mei 1712 preekt Henry voor de laatste maal in Chester. De wolkkolom had hem helder en klaar de weg gewezen naar de Londense wijk Hackney. Hij schrijft daarover: „Het was een droevige dag.”
Bijbelverklaarder Matthew Henry werd geboren op 18 oktober 1662. In verband met zijn 350e geboortejaar bezoeken we in Engeland en Wales plaatsen die in zijn leven van belang waren. Volgende week deel 4: Hackney, in Londen.