Agressie tegen politie-uniform
Als wijkagent in een stad kom je altijd op plekken waar problemen zijn. Vechtpartijen, diefstal, burenruzies; respect voor een agent is in zo’n situatie ver te zoeken. „Als je zelf respect toont voor mensen die problemen hebben, krijg je vanzelf respect terug.”
T. Brouwer (33), ruim een jaar wijkagent in Gouda, ondervindt ieder dag hoe het is om respectloos behandeld te worden. Regelmatig komt hij in aanraking met verbaal en fysiek geweld. Met een flinke dosis nuchterheid en professionaliteit kan de wijkagent er echter goed mee omgaan. „Agressie, of het nu met de mond of met de handen is, richt zich altijd op het politie-uniform. Nooit op de mens in het pak. We proberen altijd als mens en professional naar voren te komen, pas dan worden de achtergronden van problemen duidelijk. Zo ontstaat ook wederzijds respect.”
De wijkagent is ervan overtuigd dat respect tonen wordt beloond. Mooie woorden, maar hoe gaat dat in de praktijk? „Laat ik het voorbeeld nemen van een gewone dief. De persoon in kwestie zal ik nooit veroordelen, maar zijn daden wel. Daarom zal ik respect tonen voor hem of haar, vooral omdat er een diepere oorzaak is voor de slechte daden van mensen.”
Brouwer bekent dat het een ander verhaal wordt als iemand met een wapen voor hem staat. „Dat heb ik samen met een collega meegemaakt. De persoon in kwestie wilde niet mee en zei, dreigend met zijn mes: Als je me wilt hebben, zul je moeten vechten. Samen hebben we hem toen in de kraag gevat, en dat ging niet zonder slag of stoot.”
Brouwer benadrukt dat de situatie niet heel slecht was vóór de invoering van de regel ”Agenten zijn er voor ons allemaal, respect graag” (stadsregel 10). „We konden toen ook al goed met bijvoorbeeld jongeren praten, zowel met autochtonen als met allochtonen. Natuurlijk heeft de regel wel positieve invloeden, maar een groot effect is er nog niet.” De burgers hebben evenwel aangegeven dat het respect voor agenten onder de maat is. Brouwer: „Het kan beter, maar het is overal wat. Een stad zonder problemen is onmogelijk. Daarbij moet ook gedacht worden aan het feit dat de politie altijd opgeroepen wordt bij conflictsituaties. Dan is het niet gek dat mensen wel eens uit hun slof schieten.”
Praten en sociaal omgaan met vervelende, stelende en geweldplegende burgers zijn dus kennelijk het middel om problemen te verhelpen. Is dat niet een te softe aanpak? „Als het moet, ga ik een beetje geweld echt niet uit de weg, maar we proberen conflicten toch altijd zo sociaal mogelijk af te handelen. We kunnen ook niet anders, want als ik een lastpost keihard in elkaar sla, heb ík een probleem. Daarom moeten we ze pakken op een manier die wettelijk mogelijk is.”
Onkunde over het werk van de politie is de reden dat mensen vaak zonder een greintje respect reageren op een agent. Brouwer: „Mensen weten bijvoorbeeld niet hoeveel tijd het kost om een simpel proces-verbaal op te maken. Daar ben je zo een paar uur mee zoet. Pas als burgers dit weten, snappen ze dat je niet overal tegelijk kunt zijn.”
Eén verbetering na de invoering van de stadsregels kan Brouwer toch wel noemen. „Instellingen, de gemeente, wij als politie en natuurlijk de burgers zelf vormen met de tien stadsregels als speerpunt één front om de situatie in Gouda beter te maken. Nu zie je er misschien nog niet veel van, maar op de lange termijn zul je zien dat het gaat lukken.”
voetnoot (u17(Inwoners van Gouda kozen tien Gouden Stadsregels uit behoefte aan meer waarden en normen. Andere gemeenten volgden het voorbeeld. Een serie van vijf artikelen over het resultaat als opmaat voor een congres van het Platform Waarden en Normen op 11 september. Woensdag tot slot stadsregel 10: ”Agenten zijn er voor ons allemaal, respect graag.”