„Er is voor iedereen wel een stadsregel”
Kennen, herkennen en erkennen. Daar gaat het om bij de tien Gouden Stadsregels, aldus Liesbeth Vervoorn, projectleider van de waarden- en normencampagne in Gouda. „Er zit voor iedereen wel iets tussen.”
Vervoorn -sinds 1967 werkzaam bij de gemeente Gouda- las de vijf artikelen in deze krant over het resultaat van de tien Goudse Stadsregels. Wat ze ervan vindt? „Een goede weergave van de praktijk. Wat er door de diverse woordvoerders wordt aangedragen, herken ik. Er zijn grote zorgen in Gouda. Om die reden loopt deze campagne. We zijn in april begonnen. Het is nu september, nog geen halfjaar later. Bovendien hebben we de zomervakantie ertussen gehad. Heel veel in de stad is nog onvoldoende. Maar te zeggen dat de Gouden Stadsregels tot nu toe niets hebben geholpen, gaat mij te ver. Diverse woordvoerders in de artikelen geven aan dat ze voorzichtige tekenen van verandering zien.”
Ook al wordt van de projectleider verwacht dat ze een peptalk houdt, Vervoorn heeft er geen behoefte aan de situatie in Gouda mooier af te schilderen dan die is. „Er zijn nog steeds mensen die zich van niemand iets aantrekken. Die hun rommel op straat gooien, dingen vernielen, elkaar uitschelden of proberen te intimideren. Allemaal waar. Er is nog veel te winnen, maar er gebeurt ook veel. Ik ben verbaasd over de vele ideeën die onze inwoners hebben aangedragen. Ik noem enkele voorbeelden: iemand maakte gele visitekaartjes met de tien stadsregels erop om uit te delen aan mensen die de regels overtreden. Scholen beginnen schoonmaakacties in hun omgeving. Club- en buurthuizen houden postercampagnes. Er is massaal gereageerd op onze oproep om de burgers zelf bij dit project te betrekken.”
Gouda geeft zichzelf tot volgend jaar juni de tijd om de stadsregels in praktijk te brengen. Vervoorn: „Het gaat allereerst om het kennen, herkennen en erkennen van de regels. Daar zit een opbouw in. Uiteindelijk moeten de mensen zeggen: de regels gelden ook voor mij. Onze tweede doelstelling is dat mensen elkaar weer durven aanspreken op het naleven van de regels. Die houding zijn we grotendeels kwijt. Het derde doel is dat steeds meer mensen hun handen uit de mouwen gaan steken en in hun eigen omgeving zorgen voor netheid en veiligheid.”
Vervoorn komt positieve en negatieve reacties op de campagne tegen. „Er zijn mensen die zeggen: Goed dat de gemeente dit doet. Dat er weer meer mores in de stad komen. Anderen reageren sceptisch: Dit lukt jullie nooit.” Die laatste houding is aan Vervoorn niet besteed. „Ik geloof in dit project. Ik ben een mens van morgen, niet van gisteren. Als je altijd blijft staren op het verleden, heb je geen toekomst.”
Geen enkele Gouwenaar hoeft zich te goed voor de stadsregels te voelen, benadrukt Vervoorn. „Er zit voor iedereen wel iets tussen. Het gaat niet alleen om het stellen van normen, ook om het handhaven ervan. Daarin schieten we allemaal tekort. We zijn allemaal feilbare mensen.”
Veel verwacht Vervoorn van de wijkgerichte aanpak. „Mensen moeten in hun eigen omgeving de sociale cohesie stimuleren. De resultaten van dit soort campagnes zijn het best te meten op wijkniveau. In de wijk, in de straat voel je of de veiligheid toeneemt.” Gouda heeft 228.000 euro voor het project uitgetrokken. „Dat lijkt heel veel, maar daar zitten ook alle ambtelijke kosten bij. Mijn salaris bijvoorbeeld”, reageert Vervoorn. „Van het totaalbedrag is 80.000 euro bestemd voor initiatieven van burgers.”
Gouda trok vanaf het begin landelijk de aandacht met zijn Gouden Stadsregels. Vervoorn: „Veel gemeenten klopten bij ons aan om informatie. We hebben een website die vaak wordt bekeken.” Is dat niet griezelig, al die aandacht? Stel dat het project mislukt. Vervoorn: „Geweld en vandalisme zullen we nooit helemaal kunnen uitroeien, maar je moet er wel wat tegen durven doen, anders kom je niet vooruit. Als een rups niet tegen het geschuur van zijn vel kan, wordt-ie nooit een vlinder.”